Belangen van aardbeienveredeling en -vermeerdering lopen steeds verder uit elkaar. Dat leidde tot een zakelijk geschil bij Flevo Berry.
De Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof heeft met een benoeming van een onafhankelijk bestuurder bij aardbeiveredelaar Flevo Berry ingegrepen in een zakelijk conflict tussen de eigenaren van dat bedrijf uit Ens.
Flevo Berry is in 2014 ontstaan uit Flevoplant. De veredelingsactiviteiten zijn verkocht voor € 2,5 miljoen plus een korting op licentiegelden tot een bedrijf van opgeteld € 1,5 miljoen. Via aandelen bleef de eigenaar van Flevoplant nog wel bestuurder bij Flevo Berry, maar de belangen tussen veredeling en vermeerdering liepen steeds verder uit elkaar. Een hoger tempo aan nieuwe rassen maakt het lastiger voor vermeerderaars om licenties terug te verdienen. Ook werd het lastiger contracten met andere vermeerderaars te sluiten.
Ontvlechting
Bij de ontwikkeling van het veredelingsbedrijf is Flevo Berry steeds losser komen staan van de vermeerderaar Flevoplant. In 2015 was de vermeerderaar uit Ens nog de veruit grootste afnemer van Flevo Berry. De relatieve positie daalde van 89% in 2015 naar 45% in 2019. Flevo Berry wilde als veredelaar bovendien onafhankelijker worden door meer licenties af te geven. Dat kon door bijvoorbeeld eigen moederplanten te gaan produceren na nieuwbouw. Door problemen tussen de eigenaren is die ontwikkeling stil gevallen.
De grondlegger van het veredelingsbedrijf stelt dat de eigenaar van Flevoplant die ontwikkeling geremd heeft en ook door zich als mede-eigenaar ook uit te spreken tegen licenties aan concurrenten. Dat dit stelselmatig gebeurde ontkent Flevoplant overigens. Verder had hij eerder al aangegeven zijn positie als bestuurder van Flevo Berry op te geven voor een aangewezen bestuurder. Dat werd destijds afgewezen door de grondlegger van het veredelingsbedrijf.
Verbetering
De Ondernemingskamer stelt beide eigenaren van Flevo Berry vrijwel gelijk verantwoordelijk voor het wanbeleid dat is gevoerd de laatste jaren. De Ondernemingskamer beslist dat de benoeming van een onafhankelijk bestuurder (Hussen) al tot verbetering heeft geleid het laatste halfjaar en benoemt haar voor nog twee jaar. Verdergaande ingrepen laat de rechter vooralsnog achterwege.