‘Geen belangrijkste gewas, we telen wat onze klanten vragen’
Gert en Arjan van Vugt in Achthuizen zitten jaarrond in de bladgewassen, jaarrond onder glas (5 hectare) en op 16 hectare vollegrond. Achthuizen ligt aan de oostkant van Goeree-Overflakkee, op klei met 30 tot 35 procent afslibbare delen. De watervoorziening is hier geen enkel probleem.
Telen wat klanten vragen
Buiten en binnen telen ze lollo rossa, lollo bionda en eikenbladsla in perspotten, en buiten babyleaf, rucola en red chard (rode bietenblad) als zaaigewassen. Daarnaast hebben ze kropsla, alleen in de kas. Het zaaien gaat met een bostelmachine met 15 rijtjes op een bed van 1,60 meter, daar horen trekkers op 2 meter spoorbreedte. Het plantwerk gaat met een Basrijs.
Een ‘belangrijkste’ gewas, is er niet, aldus Gert van Vugt op donderdag 12 april. “We proberen overal wat aan te verdienen, we telen wat onze klanten vragen. Wat betekent dat het aandeel van de verschillende teelten zich weleens wijzigt. We hebben een aantal snijderijen en daarnaast een aantal particuliere afnemers.”
Geen last van hazen
De grond moet voor een bewerking of teelt wel voldoende droog zijn. Dit voorjaar was dat rond 15 maart het geval, toen zijn meteen de eerste zaaisels en plantingen de grond in gegaan, en afgedekt met vliesdoek. “Wat we in week 14 hebben geplant en gezaaid is niet meer afgedekt.” Wild komt er echter niet op af. “We hebben wel eens last van hazen, maar dat valt mee. We mogen tot nu toe niet klagen.” Zelfs ganzen laten de bladgewassen links liggen, die hebben nu meer voorkeur voor wintertarwe.
Afgestemde bemesting
Gemiddeld zijn in een seizoen in de vollegrond 2 tot 3 teeltrondes mogelijk, met een daarop afgestemde uitgevoerde bemesting. Voorafgaand aan de eerste teelt gaat er een korrelvormige blend op die wordt samengesteld op basis van een grondmonsteranalyse. Deze mineralenvoorraad is ook toereikend voor de tweede teelt. Voor de derde ronde wordt naar behoefte bemest, ook met een blend. Indien nodig kan worden bijbemest met kalksalpeter, dan met een rijenbemester. Voor de buitenteelten wordt regelmatig gewisseld met grond van een buurman, die daar dan graan op teelt.
Lintzaag presteert meer
Normaal kan buiten in de tweede week van mei gestart worden met oogsten. Het snijden van de kroppen gaat op de knietjes, dat werkt het flexibelst. “De ene afnemer wil er een zakje om, de volgende kiest voor dozen, en de derde wil kilo’s in poolbakken.” Voor de oogst van de zaaigewassen wordt in de kas een machine met maaischijven gebruikt, en buiten een lintzaagmachine. Als het gereedschap goed scherp is, is er geen verschil in de kwaliteit van het werk tussen het ene of andere maaisysteem, constateert van Vugt. “Wel ligt de capaciteit van een lintzaag wat hoger.”
Bron: Groenten&Fruit – Auteur: Joost Stallen