Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI) trekt 250.000 euro uit om te investeren in een betere exportpositie voor Nederland in Zuid-Duitsland.
Staatssecretaris Henk Bleker oordeelt dat er veel kansen liggen in het gebied. ”Duitsland is de belangrijkste exportbestemming voor agrarische producten uit Nederland, maar de producten worden hoofdzakelijk in het noordwesten van het land afgezet. Naar Zuid-Duitse deelstaten als Beieren en Thüringen wordt bijna niet geëxporteerd”, legt Bleker uit. Dat was reden genoeg om eens onderzoek te laten doen naar de marktkansen in het gebied.
Het ministerie wil het komende jaar 250.000 euro investeren in een betere exportpositie in Zuid-Duitsland. Verwacht wordt dat het bedrijfsleven zelf een vergelijkbaar bedrag investeert in verbetering van de exportpositie in het gebied. ”Zuid-Duitsland is geen makkelijk gebied. De regio kent heel nadrukkelijk zijn eigen cultuur en zijn eigen trots. Het is niet een kwestie van Nederlandse productie daar afleveren en daarmee klaar. Om succesvol te exporteren moet je echt samenwerking aangaan met lokale bedrijven uit het gebied”, voorziet Bleker.
Met de samenwerking met lokale ondernemers moet het product de lokale trots blijven uitstralen. Bovenal moet het echt gaan om een kwaliteitsproduct. De doorgaans koopkrachtige Zuid-Duitse consumenten kiezen heel nadrukkelijk voor kwaliteit.
De kansen voor export naar het gebied, waar 27 miljoen mensen wonen, liggen vooral in de agrofoodsector en de tuinbouw. Uit het onderzoek van het ministerie blijkt dat de land- en tuinbouw in Zuid-Duitsland kleinschalig en traditioneel is. De consument in het gebied heeft weinig kennis over het Nederlandse landbouwproduct. ”Het beeld dat er is van Nederlandse landbouw is deels positief, maar ook negatief omdat ze vinden dat de landbouw te intensief is en te ver van de natuur staat”, aldus het onderzoek.
Bron: Groenten & Fruit – Brammert Waagmeester