“Als het de komende periode goed en zonnig weer blijft, zijn we gemiddeld genomen niet ontevreden over de ontwikkeling van de bio-groentegewassen”, zegt teeltmanager Wim van Marrewijk van biologische kwekerij Frank de Koning op Voorne-Putten (Zuid-Holland).
De eerste komkommerplanten zijn in week 17 getopt. Drie weken daarna, in week 20, worden deze planten geruimd en nieuwe geplant. “De teeltwisseling vindt in drie gedeeltes plaats, omdat we productie nodig hebben om de programma’s in te kunnen blijven vullen”, vertelt de teeltmanager. “Wat we nog niet eerder hebben meegemaakt, is dat het zonde is om komkommerplanten te wisselen. Normaal gaan we het gewas ruimen als het langzaam aan z’n einde komt. Jammer dat we nu een heel sterk en productief gewas hebben staan dat we gaan ruimen, maar dat is productietechnisch natuurlijk veel beter. Een tweede komkommerteelt is gewoon noodzakelijk, omdat we het niet met één teelt redden en niet willen wisselen als het heet is.”
Plaagdruk is laag
Op een enkel plekje is spint geconstateerd, maar dat is onder controle. Dat is ook het geval met een plekje met trips. “Ook geen luis en dat is verklaarbaar. De plant kan zijn assimilaten goed kwijt in de vruchten, waardoor het gewas minder aantrekkelijk voor luis is.”
In verband met de (droge) noordoostenwind is de teeltmanager wel met de ventilatie via de luchtramen bezig geweest. “We willen een beperkte hoeveelheid vocht afvoeren, zodat de RV niet te laag wordt.”
Standaard zetten we geen natuurlijke vijanden uit
Ondanks de vertraagde afrijping door de stormschade eind februari is de productie van komkommers niet minder dan vorig jaar. “Het aantal stuks is zelfs iets hoger, omdat we gewoon veel zonlicht hebben gehad. In april was er wel iets minder licht, maar dat heeft geen effect op de productie gehad. De kwaliteit is goed en weinig klasse 2.”
Hoge plantbelasting tomaat
Bij tomaat is er eind april een hoge plantbelasting. Van Marrewijk: “Het trosgewicht is erg hoog en ver boven 500 gram. Dat is zonde, omdat we veel werk aan het inpakken van de 500-grams verpakkingen hebben en we veel gewicht weggeven.” De kwaliteit van de tomaten is goed.
Bij de tomaten heeft het bedrijf last van merels in de kas, die in de rijpe rode tomaten pikken. “Daar is weinig aan te doen, maar zal wel een keer over zijn.”
In cocktailtomaten gaat het bijzonder goed met de productie en kwaliteit. De plant heeft een open structuur en staat er goed op. De teelt loopt goed. Van de kleine snacktomaten is de productie ook losgekomen. De teelt ontwikkelt zich goed, waar de teeltmanager tevreden over is.
Ziekten en plagen
In tomaat is Tuta absoluta eigenlijk nog niet waargenomen. Het aantal witte vliegen is minimaal. Trips en luis zijn geen issue. Van Marrewijk heeft een paar spintplekken gevonden, waar zowel de roofwants Macrolophus pygmaeus als de roofmijt Phytoseiulus persimilis is uitgezet. “Standaard zetten we geen natuurlijke vijanden uit. We sturen op suikers in de plant en wel zodanig dat deze aan het eind van de dag er niet meer zijn, uitgezonderd wat Macrolophus rond week 7. Deze strategie werkt goed. Insecten willen plantensap met suikers. Als dat niveau gedurende de nacht laag is, houdt het op voor de insecten.”
In week 16 is in een trostomatenras wat valse meeldauw aangetroffen. “We proberen dat met klimaatsturing en gerichte plantversterking onder controle te houden.”
Rode perzikluis in aubergine
Aubergine heeft in de weken 15 en 16 een hoge productie gehad. “Hierdoor loopt het gewas enigszins achter met de opname van magnesium, die de plant daardoor uit de oudere bladen heeft getrokken. Dat zijn we aan het bijsturen, omdat magnesium nodig is voor de vorming van chlorofyl”, aldus de teeltmanager. Het gewas is verder gezond.
We moeten nog wel zoeken naar een goede balans tussen groei en vruchten
Hier en daar een plekje met de rode perzikluis, net als vorig jaar. Deze luis wordt bestreden met het uitzetten van lieveheersbeestjes en sluipwespen Aphidius colemani en Aphidius ervi om de plaag onder controle te krijgen. “Als dat niet lukt, moeten we corrigeren, maar dat is niet de verwachting.”
Krachtige paprikaplant
Zowel bij de blok- als puntpaprika is in april het eerste zetsel van goede kwaliteit eraf gekomen. De planten zijn ook volop bezig met het volgende zetsel. Van Marrewijk: “Dat zetsel ziet er goed uit. In week 15 kwam er 1,2 en in week 16 zelfs 1,4 aan nieuwe vruchten bij. De plant weet dus zijn kracht om te zetten in vruchten. Bij de puntpaprika zitten 11 tot 12 vruchten aan de hoofdstengel. Dat zegt genoeg over de kracht van de paprikaplant.”
Het nieuwe paprikaras Rashford doet het boven verwachting goed in de productie. “We moeten nog wel zoeken naar een goede balans tussen groei en vruchten. We moeten ervoor zorgen dat de paprika’s van dit ras op gewicht blijven en niet onder 90 gram vruchtgewicht zakken voor de 2-stuks verpakking van 180 gram.”
Voldoende natuurlijke vijanden
In week 16 zijn er bladrollers in het gewas gekomen. “Na het afoogsten van het eerste zetsel hebben we wat luis in het paprikagewas geconstateerd. Dit kwam doordat de plant dan minder belast was. De luizen zijn daarna weer verdwenen, omdat er geen overtollige suikers in de plant zaten en de bio goed reageerde”, laat de teeltmanager weten.
In de kas zit voldoende biologie. In het begin van de teelt zijn er beperkt natuurlijke vijanden uitgezet tegen luis: 1 tot 2 galmuglarve Aphidoletes aphidimyza per vierkante meter per week; 1 sluipwesp Aphidius colemani en ongeveer een halve 14-stips lieveheersbeestjes per vierkante meter.
Auteur: Harry Stijger