Wim van Marrewijk zet zich met veel passie in voor de biologische en biologisch-dynamische glasteelten in binnen- en buitenland. Naast een behoorlijk aantal bestuursfuncties om zaken in gang te zetten, is hij zelf ondernemer om zijn kennis en kunde in de praktijk te brengen.
“Als ondernemer sta ik met mijn poten in de klei”, opent Wim van Marrewijk het gesprek. “Daarnaast weet ik door mijn brede interesses en enorme netwerk en contacten in Europa al in een heel vroeg stadium wat voor ontwikkelingen er zijn. Graag zet ik zelf ook nieuwe ontwikkelingen in gang.”
De ondernemer is ook bestuurder die de biologische sector vertegenwoordigt en daarin diverse activiteiten in ontplooit. De bestuursfuncties doet hij in het belang van de tuinbouwsector. “Er moeten mensen met kennis zijn, die ook mee kunnen praten om beleid daadwerkelijk vorm te geven en ontwikkelingen in gang zetten. De een is een bestuurder, de ander een doener. Ik probeer deze twee dingen met elkaar te combineren.”
Wim van Marrewijk Wim van Marrewijk (59) is sinds november 2015 directeur bij Sustainable Botanics, dat telers begeleidt bij en in hun omschakelingsproces naar biologische teelt. Sinds januari 2017 is hij operationeel directeur bij Tuinbouwbedrijf Frank de Koning. In september 2019 wordt Van Marrewijk eigenaar-directeur van veredelingsbedrijf Allura Ornamental Breeding, gespecialiseerd in veredeling van zoete aardappelen en kruiden. Vorig jaar heeft hij het bedrijf Vena Vitea Benelux opgericht om bouwstenen te leveren aan telers, zodat ze op een betere manier met hun teelt, zowel bodem als gewassen, bezig kunnen zijn. Op 1 januari is de ondernemer ook eigenaar van Biological Youngplants geworden. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de opkweek van gecertificeerd uitgangsmateriaal voor zowel de kruidenteelt alsook zoete aardappelen. |
Toen Van Marrewijk in 2017 bij biologisch Tuinbouwbedrijf Frank de Koning begon, heeft hij in Groenten&Fruit een opmerking gemaakt dat veel biotelers in zijn optiek substraattelers in de grond waren. “Daar ben ik door de nodige mensen op aangevallen, maar steeds meer mensen begrijpen wat ik daarmee bedoeld heb. Je ziet nu ook dat op een andere wijze omgaan met bodem en bemesting uiteindelijk een veel beter resultaat geeft dan alleen maar rücksichtslos compost de kas inrijden en met B-meststoffen aan de gang gaan.”
Grenzen verleggen
De ondernemer ziet de biologisch teelt onder glas niet als de enige toekomst, maar een wijze van telen waar behoefte aan is in de markt. “In Nederland zijn we met de conventionele teelt ook zeker goed bezig qua duurzaamheid en milieu. Alleen het interessante is dat we binnen de biologische teelt juist veel meer grenzen aan het verleggen zijn, omdat deze teeltwijze niet de mogelijkheden van de conventionele teelt heeft. Daardoor moeten we veel inventiever onze systemen bouwen, de gewassen monitoren en out of the box denken. De conventionele teelt kan momenteel veel leren van de biologische teelt, omdat wij toch wel een aantal stappen maken qua plantweerbaarheid, bemesting en gewasbescherming. Wij denken in systemen en oplossingen.
Biosector in buitenland groeit sneller
Belangrijk is echter dat we de laatste jaren in de biologische teelt heel duidelijk hebben laten zien dat in deze teelt, wanneer je op een goede manier met de bodem werkt, producties echt niet zo ver achterblijven bij conventionele teelt, wat altijd wordt gezegd.”
Bijdrage aan gezondheid
“Een bioproduct draagt daadwerkelijk bij aan de menselijke gezondheid, in die zin dat onderzoeken hebben aangetoond dat de darmflora van mensen die biologisch eten, veel gevarieerder is dan van mensen die conventioneel geteeld product consumeren. Dat is goed te begrijpen, want de plant is niet veel anders dan de mens op het moment dat je een geneesmiddel in handen hebt om een probleem te herstellen. Zowel de plant als de mens heeft dan niet meer de behoefte en noodzaak om tegen een ziekte zelf weerstand te bieden, want daar wordt de oplossing al voor geboden. Zolang een gewas zelf een probleem moet oplossen, wordt het eigen weerbaarheidssysteem aangesproken. Op het moment dat een plant een gewasbeschermingsmiddel krijgt toegediend, gaan de gehaltes aan salvestrolen naar beneden. Met als gevolg dat de plant uiteindelijk dat gewasbeschermingsmiddel ook nodig heeft om te overleven.”
Salvestrolen zijn planteigenstoffen die in staat zijn om zieke cellen in te kapselen en af te doden, zodat de systemen gezond blijven.
Markt complex
Volgens Van Marrewijk heeft het areaal van de biologische tuinbouw in Nederland de laatste zes tot zeven jaar min of meer stilgestaan. “Er haken wel wat nieuwe kwekers aan, maar de markt is nog wel redelijk gecompliceerd. De autonome groei in de biosector en bij de bioproductiebedrijven in het buitenland gaat sneller en is groter dan in Nederland. Onze focus komt meer en meer op de afzet in eigen land te liggen en wij zijn veel minder een speler van formaat in het buitenland. In Nederland zijn we de laatste jaren verworden tot een leverancier van de binnenlandse retail en minder export. In het buitenland is er juist een sterkere expansie, waardoor de landen steeds meer zelfvoorzienend worden, mede door een ‘interchain relationship’ tussen retailers en lokale producenten. Wij zijn vooral aanvullend geworden en niet meer zozeer leidend.”
Totaalconcept
Met de verschillende bedrijven waarin Van Marrewijk onderneemt, brengt hij allerlei expertises voor de vorming van systemen bijeen. Door deze aan elkaar te koppelen, ontstaat er een totaalconcept voor de biotelers.
“In consultancy zien we naast de behoefte aan kennis ook de behoefte aan producten om de bodem te verbeteren en tegelijkertijd de beschikbaarheid van geschikt uitgangsmateriaal. Bij het uitgangsmateriaal is altijd onze eerste stap de veredeling geweest, omdat we over heel veel rassen praten. De meeste rassen in de kruidenteelt zijn botanische species, die allemaal hun sterktes en zwaktes hebben. Op basis van een probleemanalyse naar wat het ideale product onder een bepaalde omstandigheid is, zijn we daar gericht op gaan veredelen. Dat heeft bijvoorbeeld bij rozemarijn, basilicum en muntsoorten ertoe geleid dat het product in de plastic hoes bij de retail niet meer geel wordt, bij rozemarijnvariëteiten die onder lage-lichtomstandigheden door blijven groeien of basilicum waarvan de consument de koppen er afplukt en een aantal weken later opnieuw kan oogsten. Dat heeft meerwaarde voor bioteler en consument en is veel duurzamer dan de pot met kiemplantjes die na het oogsten wordt weggegooid.”
Zolang je werk je passie is, doe je het met plezier
Met het recent overgenomen Biological Youngplants brengt de ondernemer een aantal disciplines samen. “Aan de ene kant het veredelingsgebeuren en aan de andere kant de bouwstenen die we via Vena Vitea in de markt zetten, waarmee we ervoor zorgen dat onze gewassen veel weerbaarder en minder ziektegevoelig zijn. Dat zien we ook terug in de uitzonderlijk lage plaagdruk en de minimale inzet van natuurlijke bestrijders, omdat de plant door hoe wij werken zichzelf uiteindelijk wapent tegen insecten, waardoor de plaagdruk gewoon tot een minimum wordt gereduceerd.”
‘Geen wereldverbetraar’
Van Marrewijk: “Ik ben geen wereldverbeteraar, maar denk wel dat we met z’n allen veel verder kunnen komen door kennis te delen. Vroeger hadden we een studieclub waarin veel uitwisseling van kennis was. Vandaag de dag is het allemaal veel individualistischer geworden en is iedereen elke keer opnieuw het wiel aan het uitvinden. Om onze sector sterk te houden, is het van groot belang dat we kennis delen, zeker als het gaat om de biologische teelt. Deze teeltwijze is ons eigenlijk allemaal vreemd, omdat we allemaal mensen van de NPK-generatie zijn. Wij hebben allemaal geleerd om voedingsschema’s te berekenen en steenwol was de toekomst. Terwijl we nu in een situatie terecht zijn gekomen waarin we praten over duurzaam, milieuvriendelijk en cyclische teelten. Daarvoor ontbreekt het bij veel mensen aan basiskennis. Zelfs als ik kijk naar jongeren die nu afstuderen en hen vragen stel over bodemsystemen en -biologie dan komt het voor dat ze nog steeds geen flauw idee hebben waarover ze praten. Dat is ook mijn drive waarom ik in al die commissies en besturen zit, omdat ik denk dat het zeker van belang is om met elkaar de juiste afwegingen en stappen te maken om dit hele proces verder te ontwikkelen. In dat opzicht zie ik dat we met elkaar al stappen aan het maken zijn.”
Onderzoeksresultaten delen
Binnen het tuinbouwbedrijf Frank de Koning vindt veel onderzoek plaats. De resultaten worden met collega-biotelers van glasgroenten gedeeld. “We houden dat niet voor onszelf, omdat wij het heilige geloof hebben dat kennis delen je sterker maakt! Want zolang jij dingen weet en je collega’s daarmee kan helpen, betekent dit dat de sector sterker wordt. Als sector moeten we een passend antwoord hebben op de vraag vanuit de consument. Op het moment dat we allemaal kleine eilandjes zijn, hebben we een probleem met belevering van de retail en hebben we in de markt niet de juiste spreekbuis. Inmiddels is de bioteelt een behoorlijk volwassen tak van sport in de glastuinbouw en de manier waarop we de laatste jaren met onze kennis omgaan, geeft aan dat we daar verder komen dan de conventionele tuinbouw nu is.”