Wim van den Eertwegh in Kessel zit eind april vol op stoom met de oogst van Chinese kool uit de kas. “We begonnen 19 april en gaan nog door tot rond 10 mei”, geeft Van den Eertwegh aan.
De teelt onder glas verliep tot nu toe uitermate voorspoedig. Dat was mede te danken aan het mooie voorjaarsweer in maart. De vele instraling zorgde volgens de Limburger voor een snelle begin- en doorontwikkeling van het gewas. “Er was geen sprake van stress en dus ook niet van schot. En het feit dat het de afgelopen weken weer wat kouder was, is ook een voordeel. Wordt het in deze periode te warm in de kas, dan kan dat namelijk funest zijn voor het gewas. Wat dat betreft hebben we dit voorjaar echt het juiste weer op het juiste moment. De teelt verloopt uitermate voorspoedig en de kwaliteit is prima.”
Lagere marge
In de kas teelt Van den Eertwegh vooral Manoko, daarnaast doet hij een proef met het ras Bruce van Wing Seed. “Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, we hebben nog slechts een paar kroppen geoogst. Maar het lijkt er wel op dat Bruce enkele groeidagen extra nodig heeft voor een goede kropvorming. Daar staat tegenover dat het eindgewicht waarschijnlijk iets hoger uitkomt. En hij lijkt ook heel schottolerant.”
Van den Eertwegh, die zijn product afzet via ZON fruit & vegetables, beurt op dit moment goede prijzen: de Chinese kool levert ruim een euro per stuk op. Desondanks is de marge lager dan andere jaren. “De kostprijs is immers ook fors gestegen; alles is duurder geworden. Planten, kunstmest, diesel. Per saldo gaan we erop achteruit.”
Ook een tekort aan personeel speelt hem momenteel parten. Vier Poolse arbeidskrachten lieten om diverse redenen verstek gaan. “Dat betekent dat we nu extra lange dagen moeten maken; het is namelijk ook druk in de asperges en de rabarber. En als het echt niet anders kan, zullen we prioriteiten moeten gaan stellen.”
Nog alle kanten op
Wanneer alle Chinese kool uit de kas is geoogst, gaat Van den Eertwegh verder met de oogst van het product onder vliesdoek. Hij startte in week 11 met planten. Buiten plant hij in eerste instantie de rassen Manoko, daarna volgen Orient Surprise en Emiko. “Inmiddels is 2,5 hectare onder vliesdoek geplant. Het gewas heeft nog even meegeprofiteerd van het mooie voorjaarsweer in maart, maar daarna kwam er al snel 40 millimeter regen en een portie kou overheen. Desondanks is de groei vergelijkbaar met andere jaren. Het kan ook nog alle kanten op. Eigenlijk kun je pas op het moment van oogsten echt de balans opmaken.”
Over een week of drie wordt het ook spannend qua ziekte- en plaagdruk. “Wanneer de temperatuur omhoog gaat, dienen zich weer bladluizen en koolvliegen aan. Wat dat betreft zijn we heel alert en monitoren we intensief. Twee jaar geleden ging onze hele Chinese kool-oogst verloren door een virus dat was overgebracht door bladluizen.”
Afwikkeling hoogwaterschade
Ook de afwikkeling van de schade als gevolg van de overstromingen van de Maas, in juli vorig jaar, houdt Van den Eertwegh nog bezig. 52 hectare van zijn gewassen ging hierbij verloren. “Laat ik het zo zeggen: het is een traag en taai proces. Inmiddels zijn de taxaties uitgevoerd, nu zijn we bezig met de afwikkeling. Heikel punt is onder meer dat de schade aan meerjarige gewassen niet wordt vergoed. Wij hadden onze rabarber al geoogst voordat het water kwam, dus van oogstschade was geen sprake. Maar feit is wel dat we nog een aantal jaren hadden kunnen oogsten van deze planten. Die inkomsten zijn ons door de neus geboord. Volgens de WTS-regeling valt dit namelijk onder omzetschade en die wordt niet vergoed. Daar gaan wij niet zomaar mee akkoord; het gaat immers om serieuze bedragen. Kortom: het laatste woord is hierover nog niet gezegd.”
Auteur: Ank van Lier