Een telersvereniging mag een constructie toepassen met huur van koelhuizen op het adres van ledenbedrijven.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft een telersvereniging in het gelijk gesteld in een geschil over toepassing van de GMO-regels. De rechter oordeelt dat een sanctie onterecht is opgelegd en dat een constructie wel degelijk volgens de regels is uitgevoerd.
Het gaat om de constructie waarbij koelinstallaties worden gehuurd van ondernemingen die op percelen van aangesloten leden zijn geplaatst. Daarop is subsidie aangevraagd. De constructie werd later afgekeurd toen uit adresgegevens op facturen bleek dat het om huur gaat van koelhuizen van collegatelers. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit keurde de regeling af omdat feitelijk bij collegatelers wordt gehuurd. De afsplitsing in een apart bedrijf maakt daarin geen onderscheid.
Rechter wijst sanctie af
De rechter oordeelt dat de regels van de GMO-verordening daarvoor niet voldoende steun geven. Economisch verweven bedrijven zijn geen ledenbedrijven, oordeelt de rechter.
De rechter wijst ook de sanctie af. Die sanctie wordt opgelegd als meer dan 3% verschil zit tussen het bedrag dat is aangevraagd en het bedrag dat na onderzoek is goedgekeurd. Het gaat om boekjaar 2017. Daarover moet uitvoeringsinstantie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) alsnog een nabetaling doen.