Met een mix van sla, kruiden en sinds kort ook komkommers en tomaten bewerkt indoor farming-pionier Plantlab een nu nog kleine nichemarkt. De farm in Amsterdam groeit, maar vooral in de VS ziet directeur Michiel Peters groeikansen voor de sector die zeker sinds corona een investeerderslieveling is. Maar hoe ondertussen de energiecrisis door te komen?
Indoor farming is de opstartfase wel ontgroeid. Maar Michiel Peters erkent dat zijn bedrijf nog maar net in de opschaalfase zit. “Pas als we het over tientallen hectares hebben ben je echt aan het opschalen. Zo ver zijn wij nog niet en zo ver is nog niemand.”
Wereldwijd is de belangstelling voor bedekte en gecontroleerde teelten enorm. En wat is er gecontroleerder dan daglichtloos telen in afgesloten emissievrije indoor en vertical farms?
“Deze wereld is enorm actief aan het worden. Zeker in de Covid-tijd is dat alleen maar meer geworden. We krijgen dagelijks verzoeken om informatie, om advies, om samen te werken. Willen we naar Zuid-Afrika komen, willen we naar Australië komen, whatever. Het komt overal vandaan.”
Onderzoek
Niet vreemd dat men aanklopt bij een bedrijf dat al in 2005 begon met een eerste proefopstelling in Den Bosch “Toen was over groenten telen zonder zonlicht nog veel scepsis. Maar we hebben aangetoond dat dat wel kan, onze technieken gepatenteerd en de afgelopen acht jaar ook veel aan contractresearch gedaan. In onze onderzoeksfaciliteiten, toen nieuw gebouwd in Den Bosch op het terrein van de Brabanthallen, hebben we meer dan vijftig PPU’s (teeltkamers; red.). Daarin kunnen we allerlei zaden en gewassen onderzoeken, er het ideale groeirecept voor vaststellen, in opdracht bijvoorbeeld van veredelaars.”
Lees verder onder de foto
Profiel
Michiel Peters (1967) is CEO van Plantlab. Hij studeerde natuurkunde aan de TU Delft en promoveerde aan de TU Eindhoven. Werkte bij onder meer Moba, Stork en McKinsey. In de zogeheten De Gruyter Fabriek pal naast de Brabanthallen doet Plantlab al bijna tien jaar onderzoek naar daglichtloos telen. Teelt- en lichtrecepten die tot een zo volautomatisch mogelijk telen van groenten en kruiden moeten leiden hebben diverse patenten opgeleverd. Plantlab heeft drie eigen farms, in de VS, op de Bahama’s en Plant Paradise in Amsterdam.
Eigen farms in VS
De focus is nu echter meer komen te liggen op onderzoek naar het opschalen van de productie en dan met name voor de eigen farms. Dat is de farm in Amsterdam, de farm op de Bahama’s en die in de Amerikaanse stad Indianapolis, 3 uur rijden onder Chicago.
“We zijn nu bezig met nieuwe extra farms in de VS. Dat doen we naar het zich laat aanzien onder de eigen vlag van Plantlab en Plant Paradise. We zoeken wel altijd een partner in de afzet. We gaan niet produceren voordat we een vaste afnemer hebben gevonden. Daarnaast zijn we druk bezig met verschillende partners in Europa om te bepalen waar we dichter bij huis de volgende farms gaan bouwen.”
Is die afzet nu de beperkende factor?
“We merken een enorme behoefte, bij retailers, groothandelaren – die soms al voor een deel eigen productie hebben – en die op zoek zijn naar nieuwe en betrouwbare bronnen van duurzaam geteelde gewassen. Die partijen kijken een eind vooruit. Die zien de trends van verzilting, van bosbranden zoals in Californië. In de VS is met het klimaat een hoop aan de hand. Partijen denken: als wij over tien jaar ook nog in de markt willen zijn, moeten we dan niet wat gaan doen om ervaring met indoor farming op te doen?”
En aan investeerders ook al geen gebrek …
“Klopt. Ook in de traditionele glastuinbouw trouwens stapt private equity grif in. De langetermijntrends van bevolkingsgroei met nog een paar miljard mensen extra, te weinig landbouwgrond, last van vervuiling en watergebrek. Daarom groeit glastuinbouw hard en onze tak van sport, pas net beginnend, gaat nog veel harder groeien.”
In een gematigd klimaat houdt glastuinbouw altijd een voordeel.
“In ieder geval wel in landen waar de glastuinbouw al sterk aanwezig is. Maar het is zeker niet of-of. Dat alleen in extreme klimaten of op de maan en op Mars indoor farming het als enig alternatief wint. Ook in gematigde klimaten heeft vertical voordelen en zal kunnen bestaan naast de glastuinbouw.”
Die voordelen, die liggen eerder op gebied van marketing dan op efficiëntie?
“Als je alleen over efficiëntie praat, dan doe je alsof het alleen maar over kosten gaat. Dat geloven wij niet. Natuurlijk, je moet je kosten onder controle hebben. Maar consumenten willen ook weten waar hun eten vandaan komt, dat het vers is, zonder pesticiden, geen water is verspild, geen vrachtwagens honderden of duizenden kilometers hebben hoeven rijden of zelfs transport per vliegtuig nodig was. Dat is in de huidige ketens niet allemaal even transparant en ook niet altijd even efficiënt.”
Ons systeem is 100% elektrisch, die omslag hoeven we in elk geval niet te maken. Dat moeten andere sectoren nog maar voor elkaar krijgen
Over kosten gesproken. De dure energie raakt een energie-intensieve sector als indoor farming ook.
“Ja, alleen als je in de open grond zit heb je daar niet zo veel last van. En deze extreme piek in de gas- en stroomprijzen duurt nu wel al een tijd. Maar kijkend naar de langere termijn, wat is dan de echte energieprijs? De duurzame energie, die wij inkopen, groeit knetterhard. Ons systeem is 100% elektrisch, die omslag hoeven we in elk geval niet te maken. Dat moeten andere sectoren nog maar voor elkaar krijgen. Ook is het handig dat je bedrijf goed geïsoleerd is, zonder warmteverliezen. Hebben wij ook goed voor elkaar. Dus voor de langere termijn hebben wij het al goed voor elkaar. Maar op korte termijn hebben we van deze piek last, maar daar gaan we onze strategie niet op aanpassen.”
Denkend vanuit marketing is erkenning van indoor farming als duurzaam ook wat waard. Maar biologisch mag het in de EU niet heten. Hoe staat u in dat debat?
“Als je ernaar kijkt met gewoon boerenverstand, dan zie je: biologischer kan niet. Geen emissies, 100% circulair, geen pesticiden … Het is gewoon behoorlijk perfect. En in het ene land mag dat dan wel biologisch heten en in de EU niet. Dat is best ingewikkeld en ook best vermoeiend, om daar nou heel veel energie in te moeten gaan steken. We hebben genoeg te doen. We hebben geen tijd voor lobbyen.”