Opmerkelijke fraude importpaprika voor rechter

Een importeur van Israëlische paprika’s kan een schadeclaim voor nepfacturen niet verhalen op een oud-medewerker.

Een oud-medewerker van een Nederlandse importeur vervalste in 2015 overeenkomsten, zo staat vast. Het Nederlandse importbedrijf deed daardoor twee betalingen van € 200.000 aan de Israëlische leverancier. De rechter oordeelt dat in deze zaak, ondanks de onrechtmatige daad, geen schade is geleden door de importeur. Deze kon in ieder geval niet aantonen dat hij door de frauduleuze handeling van de eigen medewerker te veel heeft overgemaakt aan de leverancier. De importeur nam op commissiebasis partijen paprika af en wilde de € 400.000 verhalen op de oud-medewerker.

Voelde zich verantwoordelijk

De oud-medewerker erkent vervalsing te hebben gedaan omdat hij zich verantwoordelijk voelde voor betaling van vorderingen van de Israëlische leverancier. Hij had de leverancier binnengehaald. De oud-medewerker van het Nederlandse importbedrijf ontkent dat zijn werkgever daardoor is benadeeld.

Vorderingen

In hoger beroep oordeelt het gerechtshof Den Bosch dat de importeur niet heeft aangetoond dat hij betalingen heeft verricht voor niet-bestaande leveringen. Er is ook niet aangetoond dat door kwaliteitsgebreken de betalingen te hoog waren. Bij commissiehandel wordt vaak achteraf bepaald hoeveel klasse 1-product wordt afgerekend en voor welke prijs is doorverkocht. Het commissiepercentage van de importeur was 8.

De betalingen gaan over boekjaar 2014-’15, waarbij de leverancier met openstaande facturen steeds aanklopte bij de medewerker. De vervalste overeenkomsten waren vooruitbetalingen voor het seizoen 2015-’16, maar dekten daarmee ook de openstaande vorderingen uit dat vorige jaar. In 2017 liep hij daarmee tegen de lamp, maar was toen al niet meer werkzaam bij het importbedrijf.