Tomatentelers die cross-protectie toepassen via zwakke stammen van het ToBRFV-virus brengen andere telers in gevaar.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) waarschuwt telers geen zwakke ToBRFV-stammen in te zetten om agressieve virusvarianten te beteugelen. De NVWA heeft aanwijzingen dat enkele Nederlandse tomatenbedrijven opzettelijk planten infecteren met een milde variant van ToBRFV. Deze variant verloopt niet altijd met milde symptomen, stelt NVWA, en verspreidt zich waarschijnlijk naar andere bedrijven.
Milde variant gevonden na inval
De NVWA heeft deze milde variant gevonden in een strafrechtelijk onderzoek na inval in september bij twee bedrijven. Een van de twee bedrijven wordt door NVWA gezien als vermoedelijke leverancier van de zwakke stam (cross-protectiemiddel).
Deze cross-protectie is verboden, omdat ToBRFV een quarantainestatus heeft. Daardoor is het in de EU niet toegestaan ToBRFV-virus voorhanden te hebben of te vermeerderen, dus ook niet zwakke stammen van dat virus.
Q-status ter discussie
De NVWA pleit in Europa voor het schrappen van de quarantainestatus. Ook zonder die status is het verboden cross-protectie toe te passen, zonder toelating als gewasbeschermingsmiddel. Als de status van het virus afgeschaald wordt, kan officieel onderzoek naar zwakke stammen overigens wel opstarten.
Gelijkenissen met pepiono-mozaiekvirus
De situatie bij ToBRFV vertoont parallellen met het pepino-mozaiekvirus begin deze eeuw. Er wordt onderzocht hoe het gebruik van zwakke stammen bij pepino-mozaiekvirus zonder toelating kon plaatsvinden rond en voor 2010.
De NVWA heeft aanwijzingen dat de illegaal ingezette variant zich inmiddels langs natuurlijke weg verspreid heeft naar meerdere andere teeltbedrijven. Ook dat gebeurde bij toepassing van zwakke stammen van het pepino-mozaiekvirus, laten deskundigen weten. Daar nam het gebruik van zwakke stammen grote vormen aan. De NVWA wil dat dit keer uitdrukkelijk voorkomen.