Tripsplaag reden voor rechtszaak tussen teler en zaadbedrijf

Is bij zaadproductie voor sla en spinazie een tripsplaag overgeslagen naar een naburige kas? De rechter wil daarvoor meer bewijzen.

Dat blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Den Haag. Een kweker claimt schade door onzorgvuldigheid bij zaadproductie voor sla en spinazie in de zomer van 2019. De schade zou meer dan € 90.000 bedragen.

In augustus 2019 ontdekte de kweker op de vangplaten plotseling enkele tientallen trips, die schade veroorzaakten aan het gewas. De kweker denkt dat door het trekken van de spinazie de trips zijn verstoord en door de wind zijn meegevoerd zijn kas in. De kweker liet in de zaak ook foto’s zien van aangetaste slaplanten die hij had gefotografeerd. Die aangetaste slaplanten worden door de zaadteler en het zaadbedrijf uitgelegd als sporen van bestrijdingsmiddelen.

Kweker moet bewijs leveren

Het zaadbedrijf wijst erop dat gecontracteerde telers strenge hygiënevoorschriften hebben voor zaadproductie. De controle daarop was voldoende, stelt Rijk Zwaan. De teler en Rijk Zwaan spreken tegen dat een tripsplaag in de kas aanwezig was op dat moment in augustus.

De rechter stelt de kweker voor een lastige bewijsopdracht. Deze moet met bewijzen komen dat een tripsplaag aanwezig was in de kas van de spinaziezaadteler. Ook moet de teler bewijzen dat het trekken van de planten heeft geleid tot het opvliegen van de tripsen.