De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt bedreigd door sporen van gewasbeschermingsmiddelen.
Dan is het op het eerste gezicht terecht dat hier kritisch naar gekeken wordt, en dat de sector wordt aangespoord om de hierdoor veroorzaakte milieubelasting terug te dringen. Er zitten echter acht keer zoveel restsporen van medicijnen in het oppervlaktewater dan van gewasbeschermingsmiddelen. Dat is opmerkelijk want gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet op enorme oppervlaktes landbouwgrond die veelal in de buurt van oppervlaktewater liggen. Medicijnen moeten daarentegen via het riool een bijzonder grote omweg maken alvorens in het oppervlaktewater te belanden.
Zijn de aangetroffen gewasbeschermingsmiddelen misschien ook via deze route van de bebouwde omgeving in het oppervlaktewater gekomen? Heeft het dan wel zin met nog verdergaande technische maatregelen en fysieke beperkingen als spuitvrije zones de emissie terug te dringen? Ondertussen voltrekt zich in India een uitstervingsgolf onder roofvogels door vergiftiging met diclofenac-, een medicijn dat ook in ons oppervlaktewater wordt aangetroffen.
Hoge kosten vervangen zuiveringstechnieken
We blijven te veel hangen in het wijzen naar gewasbeschermingsmiddelen als oorzaak van alle problemen. Recent kwam ik er achter dat waterschapsbesturen heel goed weten wat er feitelijk speelt, maar dat de huidige zuiveringstechnieken – die grotendeels al meer dan een eeuw in gebruik zijn (u leest het goed) – niet worden vervangen door nieuwe en betere technieken. Reden zijn de hoge kosten die dat met zich meebrengt.
‘Oppervlaktewater bevat acht keer meer medicijnen’
Emissiereducties
Dat is wel een buitengewoon schrijnende vaststelling voor een boer of tuinder die niet alleen de publieke woede over zich heen krijgt, maar ook tot inmiddels vergaande emissiereducties wordt gedwongen die al miljoeneninvesteringen hebben gevergd. Ook als het gaat over nitraat in oppervlaktewater of de onttrekking van (oppervlakte)water blijkt het wel heel gemakkelijk om met de beschuldigende vinger naar onze sector te wijzen, veelal in buitengewoon kwetsende bewoordingen.
In plaats van problemen eens bij de bron aan te pakken en boeren en tuinders een pluim op de hoed te steken voor al de geleverde inspanningen, zijn we alweer een felle politieke discussie aan het voeren of we bij de waterschappen de geborgde zetels moeten afschaffen. Het is typerend voor de huidige staat van het landbestuur.