Tuindersproject warmte struikelt

Vergoeding voor warmtetransport in een netwerk blijkt een struikelblok in een aanvraag voor een warmteproject voor zeven telers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat uitvoerder RVO in 2020 juist gehandeld heeft door de subsidieaanvraag voor een warmtenetwerk deels te weigeren. Het voorschot werd teruggevorderd.

Het project draait om biomassawarmte, waarvoor de financiële investeringsafspraken formeel niet geheel pasten in de regeling ‘Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie’. Voor de projectkosten van ruim € 5 miljoen werd aanvankelijk een bedrag van € 3 miljoen subsidie gevraagd.

Gebruikskosten

Een groep Brabantse telers zou het eigen vermogen voor de investering bij elkaar brengen. Zij zouden daardoor risico lopen. Daardoor hoefden zij ook niet nog eens een vergoeding voor gebruik van het netwerk te betalen. Die informatie over gebruikskosten werd in tweede instantie ingediend bij RVO. In de aanvraag ontstond verder discussie over het opvoeren van afschrijvingskosten.

De regeling Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie is er voor projecten die ‘investeren in apparaten, systemen of technieken die broeikasgasemissies reduceren’. Volgens de uitvoerder moet een investering in lokale infrastructuur (zoals een warmteleiding) openstaan voor andere deelnemers. Dat is realiseerbaar als voor gebruik een marktconforme prijs wordt gevraagd. In de aanvraag is dat niet geregeld, waardoor deze niet kan worden gehonoreerd, oordeelt ook het college.