De telersstem komt in teeltcertificaat On the way to PlanetProof van de teelttechnische werkgroep. Zij waken over haalbaarheid, ook in de huidige herzieningprocedure. Dat vergt laveren met de kostenstijgingen, GLB-eisen en de opstelling van milieuclubs.
Gesprekken over herziening van het certificaat On the way to PlanetProof zijn gestart. Na een jaar zonder echte wijzigingen voor telers in 2022 wordt nu al gesproken over teelteisen in 2023. Wat is de ruimte voor wijzigingen? Is er wel ruimte voor verzwaringen, gezien de scherpe kostenstijgingen voor de bedrijven? Wat komt er met het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) in 2023 al op de bedrijven af?
Niels Zuurbier en Marco Hanemaaijer gaan de komende maanden voorstellen die zijn ingediend voor herziening van het teeltschema PlanetProof toetsen. Iedereen kon ze sturen in dit democratische, transparante model. Dat leidde dit jaar tot veel voorstellen.
Niels Zuurbier en Marco Hanemaaijer zijn lid van de Technische Telerswerkgroep (TTW). Met de andere werkgroepleden zijn zij de stem van de telers. Hanemaaijer toetst voor glasgroenten, Zuurbier voor vollegrondsgroenten. Voegen wijzigingsvoorstellen echt iets toe voor verduurzaming van teelten? Is het werkbaar en haalbaar? Een advies van de werkgroep is meestal unaniem, maar er zijn wel eens onthoudingen.
Hanemaaijer is ketenmanager voor coöperatie Harvest House. Via een werkgroep in GroentenFruit Huis staat hij ook in contact met andere telersverenigingen. Zuurbier is vicevoorzitter van de vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroenten van LTO. Hij wordt gevoed via gewasgroepen.
Systeem werkt op zich
Vooropgesteld: beiden zijn positief kritisch over hoe On the way to PlanetProof zich ontwikkelde de laatste jaren. Zuurbier: “Op zich werkt het systeem. Het heeft zich aangepast aan onze punten. We hebben als telers toch ook onze invloed, Stichting Milieukeur doet er alles aan om onze inbreng goed over te brengen, maar we blijven ook kritisch. Als het certificaat te lastig wordt, kunnen telers andere keuzes maken. Er zijn vijftien boerenkooltelers in Nederland. Wat als zij allemaal zeggen, we stoppen ermee?”
De gemiddelde burger laat groenten liggen als ze te duur zijn
Hanemaaijer bevestigt dat de telers inbreng hebben. “Eerst was het certificaat gesplitst met één voor Noord-Europa en één voor Zuid-Europa. Telers wilden een gelijk speelveld. Dat is er gekomen met één teeltschema voor Europa.”
TTW is dus een toetsingsinstrument. Om het makkelijker te begrijpen voor buitenstaanders: als je het vergelijkt met de landelijke politiek, is die werkgroep dan de Eerste Kamer? Zuurbier: “Nee, wij zijn dan eerder de Raad van State. We rekenen de voorstellen door op haalbaarheid.”
Na een ‘tussenjaar’ wordt nu dus opnieuw gesproken over herziening van de certificaateisen. Eerst was dat proces jaarlijks, omdat het certificaat in ontwikkeling is. De telersvertegenwoordigers denken dat herziening elke drie of vijf jaar voldoende is. Dat is immers ook de frequentie waarop het voedselveiligheidscertificaat GlobalGap wordt herzien, zegt Hanemaaijer. Die frequentie doorvoeren, zou stabiliteit brengen bij telers.
Inbreng milieuorganisaties
Beiden hebben juist een pakket ontvangen met de recent ingestuurde voorstellen voor herziening van PlanetProof. De reactietermijn is net voorbij. Die voorstellen komen van adviseurs en telers. Vaak zijn het ook maatschappelijke organisaties die aanscherpingen willen. TTW gaat bij die voorstellen een advies verwoorden. “Of de voorstellen verwerpen”, grapt Zuurbier. Het is een kwinkslag. Hij begrijpt goed hoe het spel met milieuorganisaties bij inspraak gespeeld wordt. Dat Greenpeace via Pesticide Action Network (PAN) ook weer voorstellen zal doen, daar twijfelen ze niet aan. PAN kreeg recent veel aandacht in de media met een rapport waaruit blijkt dat resten van zwaardere middelen vaker op groenten voorkomen.
Als wijzigingen gepaard gaan met zware investeringen, adviseren we negatief
Eigenaar van het keurmerk, Stichting Milieukeur, vindt dat On the way to PlanetProof moet weergeven wat de maatschappij wil. Dat is een stelling waar beiden even over nadenken en dan toch kanttekeningen bij plaatsen. Hanemaaijer: “Er wordt al heel duurzaam geproduceerd. PlanetProof is een manier om dat transparant te maken.” Dat beaamt Zuurbier. Wat hem wel frustreert, is dat partijen als Greenpeace misschien alleen de meest radicale consumenten vertegenwoordigt, niet de gemiddelde consument. “Zij vertegenwoordigen misschien 10%. De gemiddelde burger laat groenten liggen als ze te duur zijn. Die Jan met de pet zit helaas niet aan tafel voor PlanetProof.”
De adviezen van de telerswerkgroep gaan naar het College van Deskundigen, dat besluit over de voorstellen. Dat college bestaat uit bestuurders, zogenoemde generalisten, die de maatschappelijke belangen afwegen tegen die van telers. Ook LTO en GroentenFruit Huis zijn erin vertegenwoordigd. Dat college is een machtiger orgaan, erkent Zuurbier, maar de teelttechnische werkgroep wordt steeds belangrijker, tenminste als ze slim zijn bij het College van Deskundigen. Wij praten met de telers en zij leveren toch de grootste inspanningen en betalen het hele proces.”
Geen zware wijzigingen accepteren
Zowel Hanemaaijer als Zuurbier zal terughoudendheid adviseren op wijzigingsvoorstellen voor 2023. Geen grote stappen of aanscherpingen voor telers, omdat ze al zuchten onder grote kostenstijgingen. Hanemaaijer: “We beoordelen de voorstellen op de haalbaarheid en werkbaarheid. Als wijzigingen gepaard gaan met zware investeringen, adviseren we negatief, omdat het terugverdienmodel ontbreekt.” Hij doelt ook op het ontbreken van een meerprijs voor PlanetProof. “De markt is de markt, er wordt wel over kostprijs gesproken, maar vraag en aanbod bepalen toch de prijs. Dat geldt ook voor PlanetProof. Dat is een heel lastige discussie.”
Als PlanetProof toch automatisch toegang biedt tot GLB-gelden, zit er wel een schaduwkant aan
Dat ontbreken van een meerprijs is ook de reden voor het opstappen van de NFO Fruit- en akkerbouwvertegenwoordiger uit de technische werkgroep. Die lacune is opgevuld met vertegenwoordigers van FruitMasters (fruit) en Zuurbier zelf. De meerprijsdiscussie is lastig, erkent ook Zuurbier. “Vroeger kon je zeggen, doe maar een paar cent meer als je PlanetProof had, maar het is nu niet meer onderscheidend. Klanten eisen het, er is geen onderscheid meer.”
Boterbriefje
Welke rol speelt het certficaat PlanetProof in de toekomst? Zijn er onvoorziene voordelen? In 2023 komt een nieuw Europees landbouwbeleid (GLB) in werking. Meer dan 95% van de vollegrondsgroentetelers zit in dat GLB-stelsel. Er lopen gesprekken om telers met een PlanetProof-certificaat automatisch toe te laten tot bepaalde GLB-gelden.
Zuurbier: “De precieze eisen voor GLB zijn nog niet duidelijk. Als PlanetProof een soort boterbriefje wordt, zou dat een aanbeveling zijn.” Dat GLB wordt administratief ingewikkeld voor telers. Zuurbier: “Het nieuwe GLB-stelsel zou praktischer moeten zijn, maar als je ziet wat voor GLB-eisen er zijn voor verschillende niveaus van goud, zilver en brons moet je welhaast een adviseur in dienst nemen om aanspraak te maken.”
Zijn persoonlijke mening over GLB is niet al te rooskleurig. Het is verstorend. Zo werkt het voor pachtland tot een verkapte pachtverhoging, omdat de verpachter de gelden wil opstrijken. Als PlanetProof toch automatisch toegang biedt tot GLB-gelden, zit er wel een schaduwkant aan. Zuurbier: “Dan krijgt Stichting Milieukeur wel veel macht, ik denk dat het dan lastig wordt nog goed samen te werken. Het zou misschien wel kunnen wanneer er keuze is uit meerdere certificaten die toegang bieden tot GLB-gelden.”
In elkaar schuiven
Dat brengt ons op de wildgroei aan milieucertificaten in de wereld. Is het niet zaak die beter op elkaar af te stemmen, misschien met wederzijdse erkenning? Hanemaaijer ziet niet direct mogelijkheden. De overlap van PlanetProof met GlobalGap is beperkt. De opbouw van PlanetProof zit wederzijdse erkenning met buitenlandse milieucertificaten in de weg. Zo kent het certificaat een bonus-malussysteem rond werkzame stoffen in PlanetProof. De keuze van middelen wordt met een puntensysteem gestuurd.
Hanemaaijer: “Andere keurmerken hebben dat niet, maar al jaren wordt in Nederland gesproken over het vervangen van de maximale hoeveelheid werkzame stof en het bonus-malussysteem door de milieu-indicator. Die laatste kijkt naar de milieulast in plaats van het effect van stoffen zonder nuance op te tellen. Ik ben benieuwd hoe het met die voortgang staat.”