Traceringsonderzoek van de NVWA bracht recente vondsten actief aan het licht in Nederland en België.
Deze week maakte de NVWA zelf bekend dat een Nederlandse plantenkweker met begeleiding van de NVWA haar ToBRFV-besmetting heeft bestreden. Op twee ‘fytosanitaire eenheden’ van de plantenkweker waren afgelopen najaar besmettingen gevonden. De NVWA heeft het over fytosanitaire eenheden en niet locaties, omdat een locatie uit meerdere eenheden kan bestaan, stelt de woordvoerder. Andersom kunnen ook meerdere locaties tot een fytosanitaire eenheid behoren.
Maatregelen op vier bedrijven
Naar aanleiding van deze besmetting heeft de NVWA vier Nederlandse tomatenbedrijven maatregelen opgelegd, omdat ze planten ontvingen. Ze horen tot de 23 geregistreerde besmette bedrijven in Nederland.
NVWA-spoor naar Belgié
Ook deze week meldde de Belgische plantgezondheidsdienst dat Nederlands traceringsonderzoek tot twee besmettingen in België heeft geleid. Ook hier is dat werk van de NVWA. Een tweede Nederlandse plantenkwekerij is daarbij betrokken, stelt de NVWA. Het gaat niet om het eerder gemelde Nederlandse opkweekbedrijf. Dat eerste bedrijf voerde niet uit naar het buitenland in die fase van het seizoen. De tweede Belgische besmetting volgde ook uit traceringsonderzoek van de NVWA, dit keer van een besmette partij zaad.
Reguliere controle vond niets
Bij de plantenkweker met vier Nederlandse klanten loopt nog onderzoek door de NVWA. Uit reguliere controles was de besmetting namelijk niet gevonden. De kans is zeer gering dat symptomen te zien zijn in heel jonge planten. Elke twee weken is er reguliere visuele controle bij plantenkwekers door Naktuinbouw. De partijen zaad, waaruit de betreffende planten zijn opgekweekt, waren wel getoetst met de voorgeschreven beproefde PCR-methode. “Hierin is tot dusver geen besmetting gevonden,” stelt de NVWA.
Terugherleiden lastig
Waar de NVWA dus wel vondsten doet in de teelt uit besmette planten of zaad, blijkt terug herleiden van besmettingen in teeltbedrijven naar uitgangsmateriaal lastig. Dat is nog niet gelukt in Nederland. Er is soms geen zaad meer voorhanden, of in dat zaad wordt niets aangetoond. Het kan ook een technische oorzaak hebben. Voor een echte DNA-match (sequencing) is een bepaalde hoeveelheid virus-RNA nodig. Bij zaden of een plant met een zware besmetting is dit voldoende voorhanden, bij lichte besmettingen vaak niet. Dan is traceren van de bron dus niet (goed) mogelijk, verklaart de NVWA.
Hercontrole
Op dit moment telt Nederland 23 bedrijven met ToBRFV. Daar zitten de actief door NVWA gevonden bedrijven ook bij. Daarin zijn niet de besmette bedrijven opgenomen die een ander gewas zijn gaan telen. Deze bedrijven blijven wel onder controle als ze weer tomaten gaan telen. Hoeveel dat er zijn is niet duidelijk.