In de dagen van februari met sneeuw en vorst zijn de ingestelde temperaturen niet altijd gehaald bij VW Tuinderijen in Loenhout.
Teeltmanager Lynn Vermeiren: “De tomatenplant heeft daardoor niet al zijn assimilaten kunnen omzetten, waardoor we te veel paarse kleur in de kop terugzagen. Maar de week nadien was dit door de hogere buitentemperatuur en instraling weer positief terug veranderd.”
Sneeuw
Op de kas met de onbelichte teelt bleef de sneeuw langer liggen dan in de belichte teelt. Dit ondanks dat het scherm geopend was en de verwarmingsbuizen een hoge temperatuur tot 65 graden hadden. Bij de belichte teelt was de sneeuw snel van het kasdek af door de extra warmte van de Son-T belichting.
Op bepaalde dagen was de gemiddelde temperatuur 1 tot 2 graden lager dan de ingestelde stooklijn. In de nacht was het 15,5 graden, wat dicht bij de ingestelde 16 graden kwam. Vermeiren: “Normaal belichten we 19 uur per dag. Tijdens de sneeuwperiode hebben we 19,5 uur belicht, om de planten voldoende licht en warmte te geven en om het sneeuw goed van de kas te krijgen.”
De week met vorst is gevolgd door een lenteachtige week met gemiddeld bijna 1.000 Joules lichtinstraling per dag. Vermeiren: “De nachten waren wel koud, maar dat was geen probleem voor de plant. Bij de onbelichte teelt kwam er veel kracht in de kop.”
Goed in de kop
De planten in de belichte teelt staan mooi te groeien en spontaan in de kop. De gemiddelde etmaaltemperatuur ligt tussen de 18,8 en 19,0 graden. “We zijn lang bezig geweest om Portento en Sevance generatief weg te zetten en in balans te krijgen. Nu is het oppassen om niet door te schieten en te generatief te gaan. Daarom zijn we twee weken geleden een beetje rustiger aan gaan doen. We hebben de dagtemperatuur een graad verlaagd en de nachttemperatuur een graad verhoogd om een kleiner dag-nachtverschil te hebben. Hierdoor sturen we minder generatief, zodat plant goed in balans blijft. Want hoe generatiever je stuurt, hoe meer energie je in de vruchten gaat steken en hoe minder in het gewas.”
We proberen niet boven de 25 graden te komen, aangezien Portento gevoelig is voor neusrot
De plant staat goed in balans voor wat betreft de bladlengte, kopdikte, bloeihoogte en het vruchtgewicht. “En dat willen we zo houden. Want als we te generatief gaan sturen, kan het zijn dat de plant minder gaat investeren in het blad en dat de bladlengte gaat afnemen. Als dat met de hogere instraling en het branden van de lampen gaat gebeuren, kan het zijn dat de luchtvochtigheid in de kas onderuitgaat. Het vocht wordt dan te veel weggestookt.”
Op de dagen met hoge instraling (800 tot 1.000 Joules), worden de lampen bij 350 Watt/m2 uitgeschakeld. “We proberen niet boven de 25 graden te komen, aangezien Portento gevoelig is voor neusrot.”
Hogere productie
In de belichte teelt komt de productie goed op gang. In week 10 was de weekproductie 1,3 kg/m2 bij zowel de Portento als Sevance.
“Behalve voor neusrot is Portento ook gevoelig voor blotchy (vlekkerigheid), maar dat is nu minder en de doorkleuring van de vruchten is goed. Sevance kleurt ook goed door, maar door enkele kniktrossen blijft het gemiddeld vruchtgewicht aan de lage kant. Deze trossen worden nu geoogst. Dat wordt de komende weken minder, waardoor de vruchten weer grover zullen worden.”
Vanwege bladranden in Sevance is de belichting al eerder teruggeschroefd. De belichting start om 01.00 uur en stopt afhankelijk van de dag om 17.00 uur of 18.00 uur. Hierdoor zijn er nog maar weinig bladranden. Portento kan langere belichting wel aan, maar wordt mee afgeschakeld met de Sevance.
De belichte teelt staat eerder op eindafstand dan afgelopen jaren omwille van een korte teelt. Bij Portento is de eindafstand normaal 4,16 stengels/m2, maar in week 9 is al naar 4,4 gegaan. Bij Sevance is de normale eindafstand 3,98 stengels/m2 en heeft nu ook 4,4 stengels/m2.
Natuurlijke vijanden
Op 15 januari zijn Macrolophussen uitgezet en vanaf dat moment zijn er ook 10 weken sluipwespen uitgehangen. “Nu zien we een beetje witte vlieg opkomen. Macrolophus komt goed op gang en we zien ook parasitering van de sluipwespen. De balans komt goed. Ook zijn er enkele rupsen gezien. Het zijn er te weinig om er nu al iets tegen te doen en een Macrolophus ruimt ook kleine rupsjes op.” Bij de belichte teelt is er iets meer witte vlieg, omdat het warmer is, en in de onbelichte teelt minder.
Focussen op lengtegroei
“De Romindoplant in de onbelichte teelt staat hard te groeien met gemiddeld tussen de 25 en 30 centimeter per week in de laatste paar weken. We focussen ons op groei, want het ras is van nature een generatief gewas dat echt op zijn vruchten stuurt. Daar hoeven we niet op in te zetten, daarom proberen we om het verschil tussen dag- en nachttemperatuur zo laag mogelijk te houden. Het vruchtgewicht komt bij dit ras vanzelf goed. Bij te generatief sturen, krijg je anders te dikke vruchten.”
Bij de watergift is het streven naar 3 cc per Joules. Sommige dagen is het iets meer dan 3 cc per Joules en andere dagen iets minder. In de onbelichte teelt is momenteel het streven naar een intering van tussen de 12 en 13%.
Trossnoei
De plant groeit goed en de bloeihoogte zit laag in de plant. In week 4 is het aantal stengels/m2 van 2,2 naar 3,33 gegaan en in week 9 al naar 4,44 stengels/m2.
Tot week 10 zijn de trossen op 5 gesnoeid en vanaf week 11 op 6 stuks. “Het kan zijn dat we de laatste 3 tot 4 trossen niet snoeien. In week 18 worden alle planten getopt, ook van de belichte teelt.”
In week 11 is de eerste losse oogst gestart met mooie vruchten. “Ze zijn iets aan de grove kant (120 gram), maar hebben wel een mooie doorkleuring.”
Auteur: Harry Stijger