Een langjarig programma met harde, wettelijk vastgelegde doelen moet een omslag in de land- en tuinbouw mogelijk maken, stellen diverse organisaties.
Er moet een langjarig integraal uitvoeringsprogramma voor het landelijk gebied komen gericht op een gezonde bodem, een gevarieerd landschap en een rijke biodiversiteit. Die oproep doet een coalitie van vooraanstaande bestuurders uit de agrarische sector, het bedrijfsleven, natuurorganisaties en wetenschappers aan een nieuw kabinet. De kosten van de plannen worden geschat op € 1,5 miljard tot € 2 miljard.
Cees Veerman
Terwijl de SER werkt aan het opstellen van een landbouwakkoord, hebben diverse organisaties, waaronder de Transitiecoalitie Voedsel en de Boerenraad onder leiding van oud-landbouwminister Cees Veerman afgelopen maanden gesproken over een toekomstdocument voor de landbouw.
“Willen we handelingsperspectief bieden aan boeren, burgers, natuur en economie dan zijn van het kabinet dringend visie, maatregelen en regie nodig”, vinden de initiatiefnemers. De overheid moet volgens hen hard ingrijpen door wettelijk doelen vast te leggen op het gebied van klimaat, biodiversiteit, lucht, stikstof, bodemgezondheid, water en landschap.
Stikstoffonds
Door doelen wettelijk vast te leggen, moet worden afgestapt van het huidige middelgerichte beleid. Via een stikstoffonds met financiële middelen van de overheid en bedrijfsleven moeten maatregelen genomen worden om de belasting van Natura 2000-gebieden te verminderen. Een grondbank moet helpen om boeren te verplaatsen of te extensiveren en een krediet- en garantieregeling moet boeren ondersteunen bij het verduurzamen.
Ook wordt een systeem van beloningen en heffingen voorgesteld voor boeren en andere ketenpartijen voor hun bijdrage aan de gestelde doelen, zoals CO2. Met een stelsel van Kritische Prestatie Indicatoren moeten ketenpartijen hun prestaties onderbouwen. Ook zijn de initiatiefnemers voorstander van het verschuiven van belastingen van arbeid naar consumptie, om milieu- en gezondheidseffecten mee te kunnen wegen en duurzame consumptie te stimuleren.
Minister voor ruimte, landbouw en natuur
Om de plannen uit te kunnen voeren moet het nieuwe kabinet een coördinerend minister aanstellen voor het beleid op het gebied van ruimte, landbouw en natuur. Daarnaast moet er een krachtige uitvoeringsorganisatie komen en een landschapscommissaris, zoals de Deltacommissaris, met voldoende middelen om de omslag in de landbouw de komende 20 tot 30 jaar mogelijk te maken.
Het document is ondertekend door onder andere bestuurders van FrieslandCampina, Rabobank, Natuur&Milieu, Natuurmonumenten, Agractie en diverse wetenschappers waaronder stikstofdeskundige Jan Willem Erisman, econoom Herman Wijffels en voorzitter Louise Vet van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.
Ook oud-LTO bestuurders Albert Jan Maat en Hans Huijbers hebben het document ondertekend. Opvallende afwezige in de lijst zijn de huidige LTO-bestuurders en de landbouwvakbonden. Volgens Veerman is er te veel weerstand bij LTO.
LTO: Grondvisie leidend
LTO Nederland bevestigt dat ze het document op dit moment nog niet hebben ondertekend, mede omdat ze recent zelf een Grondvisie hebben vastgesteld. “Die is voor ons leidend”, aldus een woordvoerder van LTO. De belangenorganisatie vindt tevens dat er in het gepresenteerde document onvoldoende focus en aandacht ligt op het verdienvermogen van boeren en tuinders, wat een belangrijke speerpunt voor LTO is. “We benaderen het stuk overigens niet negatief. Sterker nog; we gaan er het gesprek graag nader over aan met zowel initiatiefnemers alsook met onze eigen leden”, aldus een woordvoerder van LTO.
Agractie is het overigens niet met het hele document eens. “We missen onder meer concrete voorstellen om het verdienvermogen van boeren op een reëel niveau te brengen. Dit staat al vele jaren zwaar onder druk in verschillende sectoren en de afhankelijkheid van externe factoren is te groot”, aldus Agractie.
Krimp veestapel
In de plannen staat niets expliciets over krimp van de veestapel. Wel geeft Veerman aan dat de landbouw af moet van het sturen op zo hoog mogelijke productie. De maatregelen moeten bovendien een gewaardeerde en betrokken rol van boeren in de samenleving ondersteunen. “En dat is cruciaal, want zonder boeren gaat deze door de samenleving gewenste omslag niet lukken.”
Rabobank gaf afgelopen vrijdag aan dat generieke krimp geen oplossing is voor problemen. “Doel moet zijn dat er een lange-termijnstip op de horizon staat, waarbij duidelijk is hoe het systeem eruit gaat zien”, reageert Carin van Huët van Rabobank. “We hebben 50 jaar aan een systeem gewerkt van meer productie en goedkoop voedsel. Als de maatschappelijke wensen nu veranderen, moet je het systeem aanpassen met een duidelijke plaats voor de beloning van de agrariër. Er moet een verdienmodel zijn. Met zicht op een goed verdienmodel zijn aantallen ondergeschikt.”
Van Huët wijst erop dat de productiemiddelen in Nederland duur zijn. “Hierdoor kan extensivering alleen wanneer maatschappelijke diensten ook verwaard en betaald worden.”