Hoe meer water van aardbeitrayvelden zinvol wordt hergebruikt, hoe minder verspilling van en kosten aan nutriënten en (grond)water. Deze voordelen zijn groter naarmate er meer mogelijkheden voor wateropvang- en hergebruik zijn.
In Nederland is er de verplichting, vastgelegd in het Activiteitenbesluit milieubeheer, om minimaal 30 kubieke meter wateropslag per hectare aan te houden: dat is voor de opvang van de eerste 3 millimeter regenwater tijdens en na een regenbui en van overtollig drain- en gietwater. In Vlaanderen is per hectare trayveld minstens 100 m3 wateropslag verplicht.
Een opslag van 30 kubieke meter is niets te ruim, oordeelt gebiedsadviseur René Rijken van waterschap Brabantse Delta, om de emissie van meststoffen en middelresidu echt goed te beperken. Om dat voor elkaar te krijgen, bereik je meer met ruimere opslagvolumes als in Vlaanderen. Hij is er daarom blij mee dat telers bij de aanleg van voorzieningen voor de opvang en hergebruik van water vaak uit eigen beweging kiezen voor zo veel mogelijk volume.
Emissie van stikstof (N) en fosfor (P)
Het effect van zo’n keus is ook werkelijk te vertalen in harde cijfers door te kijken naar de emissie van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen op praktijkbedrijven met aardbeitrayvelden en met uiteenlopende systemen voor wateropvang en hergebruik. Dat is gebeurd als onderdeel van het door de EU gesponsorde project Recupa (Recirculatie zonder uitspoeling en puntlozing van aardbei) in Vlaanderen en Nederland.
In 2019 en 2020 zijn op twee bedrijven in Nederland en twee bedrijven in Vlaanderen wekelijks metingen uitgevoerd, waarbij werd gekeken naar watergebruik, het volume hiervan dat werd geloosd en de hoeveelheden stikstof en fosfaat in dit lozingswater. De eventuele aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen is ook meegenomen. Daarnaast werden de gebruiks- en emissiecijfers van het trayveld op Proefcentrum Hoogstraten (PCH) gevolgd.
Van veel te veel tot bijna niets
Teler 1: had geen enkele vorm van recirculatie. Hij verbruikte 7.500 kubieke meter bronwater per hectare, waarvan het overschot, inclusief regenwateroverschot, direct op een sloot werd geloosd. Tegelijk ging zo 97,5 kilo N en 58 kilo P per hectare verloren.
Teler 2:
verbruik 7.500 kubieke meter hemel- en bronwater per hectare. Hergebruik binnen het bedrijf, maar niet op trayvelden. Geen enkele lozing doordat hij beschikt over een grote opvangvoorziening die fungeert als pompput.
Teler 3: 7.500 kubieke meter hemelwater aangevuld met grondwater. Hergebruik binnen het bedrijf, maar niet op trayvelden. Alleen waterlozing via de overstort op momenten dat de pomp tussen het trayveld en de wateropvang het door regenval niet aankon. N-lozing: 1 kilo per hectare, dat is 1% van de totale drain op dit bedrijf. P-lozing: 7 kilo per hectare, dat was 18% van de totale drain. Deze P-lozing was met name half augustus erg groot.
Teler 4:
7.500 kubieke meter bronwater. Hergebruik binnen het bedrijf, niet op trayvelden. Alleen waterlozing via de overstort op momenten dat de pomp het door regenval niet aankon. De pomp is relatief klein in verhouding tot de grootte van het trayveld. Lozing 4,6 kilo N per hectare (11% van totale drain) en 7,6 kilo P per hectare (11% van totale drain).
PCH: verbruik 9.300 kubieke meter per hectare, (in dit geval is dit verbruik inclusief stekperiode), met volledige waterrecirculatie (na traag zandfilter) op het trayveld. Lozing: 14 kilo N en 2 kilo P per hectare. Waterschapmedewerker Rijken: “De gemeten stikstofemissie is opvallend hoog, waarschijnlijk als gevolg van een foute meting.”
Wateropvang, beter met dan om verlegen
Conclusie is dat met de opvang en het hergebruik binnen het bedrijf een grote vermindering van de emissie van nutriënten haalbaar is, aldus Rijken. Voorwaarde is dat er voldoende opvangruimte is en dat het opgevangen water op een nuttige manier wordt toegepast. Bovendien is bij volledige recirculatie veel te besparen op grondwateronttrekking. Dat is aantrekkelijk, zeker als de kwaliteit van dit water vanwege bicarbonaat en ijzer van onvoldoende kwaliteit is. Daarnaast wordt de besparing van (grond)water komende jaren steeds belangrijker. Het is niet uit te sluiten dat er, net als in Vlaanderen, ook in Nederland een tarief komt voor de onttrekking van grondwater.
Waterzuivering
In het Recupa-project (looptijd 2019-2021) wordt op proefcentrum Hoogstraten een aantal zuiveringssystemen voor van trayvelden afkomstig drainwater beproefd. Standsorganisatie ZLTO werkt een kostenoverzicht uit voor de verschillende technieken voor toepassing in de praktijk. In printuitgave nr. 6 van Groenten & Fruit (11 maart) staat een inventariserend artikel over het onderzoek tot nu toe.