‘Oude komkommergewas eerder verwijderd’

Arthur van Geest in Tinte is al een paar weken bezig in de tweede teelt.

De tweede teelt is een vervolg op een planting van eind december die ongeveer 40 komkommers per vierkante meter heeft opgeleverd. In week 19 legt Van Geest de ranken over de draad. De stam is bijna leeg geoogst. Er worden 12 stammers aangehouden bij de planten die met 16 bladeren naar de draad zijn gegaan.

Oude gewas eerder eruit

Er is tussengeplant. De teeltomstandigheden daarvoor waren goed. “Het was lekker weer. Maar vanwege de lage komkommerprijzen hebben we het oude gewas er toch maar eerder uitgehaald dan gebruikelijk.” De bedoeling was om het oude gewas twee weken tussen de jonge planten te laten staan, maar vanwege de slechte prijstechnische ontwikkelingen is het na tien dagen al verwijderd.

Bij de watergift en bemesting was het opletten dat je voldoende voeding bleef geven om de EC op peil te houden

Bij de start is koel geteeld, met 20,5 graden Celsius dagtemperatuur, een voornacht van 18 graden en een nachttemperatuur van 19 graden. “Bij de watergift en bemesting was het opletten dat je voldoende voeding bleef geven om de EC op peil te houden.”

Latere planting

Op een andere bijgekochte tuin staat een 22 januari-planting. “Het gewas staat er nog mooi op en we snijden elke week best een hoop komkommers. Dan zie je toch wel het verschil tussen zo’n half januari-planting en een al net na de kerst geplant komkommergewas.” De bedoeling is om de teelt 17 juni te wisselen.

Aan temperaturen wordt een voornacht en nanacht van 18,5 en 19,5 graden Celsius aangehouden, gevolgd door een dagtemperatuur van 20,5 tot 21 graden. In het weekend tussen week 18 en 19 is het schermdoek voor het laatst dicht gegaan in de nacht.

Gewas open houden

Naast de standaard werkzaamheden wordt ervoor gezorgd dat het gewas goed open blijft. Op het gebied van plagen is het rustig en houdt de biologie deze plagen onder controle. “Alleen met spint ging het best even hard. Daar hebben we wel even moeten corrigeren met een bespuiting.”

Auteur: Peter Visser