Er is een landbouwakkoord nodig voor de versnelling naar een economische, ecologische en sociaal duurzame landbouw. Dat concludeert de SER in haar verkenning voor de mogelijkheden van het vormen van een landbouwakkoord. Glastuinbouw Nederland was ook betrokken bij het overleg.
Het opstellen van een langjarig, voorspelbaar en coherent beleid moet het onderling vertrouwen herstellen en langjarige investeringen mogelijk maken. Een akkoord kan alleen slagen als partijen bereid zijn compromissen te sluiten en zich committeren aan afspraken, concludeert de SER op basis van bijna vijftig gesprekken met betrokken partijen.
Urgentie en hoop
SER-kroonlid Katrien Termeer en voorzitter van de verkenningscommissie concludeert na een reeks gesprekken dat velen een landbouwakkoord zien als een goede mogelijkheid om de gepolariseerde verhoudingen tussen boer, overheid, ketenpartijen en samenleving te verbeteren en gezamenlijk tot een concreet toekomstperspectief te komen.
“De opstelling van veel van de partijen waar wij mee spraken getuigt van zowel urgentie als hoop. De politiek is nu aan zet om de vorm en de randvoorwaarden voor zo’n akkoord te bepalen. Daarbij is het essentieel dat de politiek bij het vaststellen van normen niet de randen van bestaande wettelijke kaders op zoekt en zich niet blind staart op slechts één probleem. Alleen dan is een toekomstbestendig perspectief te ontwikkelen”, aldus Termeer.
Zeven transitiepaden
De commissie adviseert een akkoord te sluiten via zeven transitiepaden: hightech landbouw in gesloten en open systemen, duurzame landbouw, biologische landbouw, maatschappelijke ondernemingen, natuur/landschapsbeheer en het stoppen van het bedrijf. Het verdienvermogen van de boer en de positie en scholing van werknemers binnen de sector verdienen daarbij bijzondere aandacht. De bestaande sectorplannen kunnen daarbij betrokken worden.
Opzet en randvoorwaarden
De SER adviseert bij het opstellen van een akkoord een aantal uitgangspunten te volgen. Zo moeten de regering en het parlement vooraf de opzet en de randvoorwaarden voor een akkoord bepalen. Deelnemers moeten constructief meewerken aan toekomstbestendige handelingsperspectieven en zich committeren aan de opzet en de randvoorwaarden. Ook relevante partijen die niet direct mee onderhandelen worden gehoord. De overheid moet volwaardig deelnemer zijn aan het akkoord en dient voldoende middelen, in de vorm van financiën én regelgeving ter beschikking te stellen om het akkoord ook uit te kunnen voeren.
Brede en diverse vertegenwoordiging
Om tot een akkoord te komen is een brede en diverse vertegenwoordiging van betrokkenen nodig. SER adviseert daarbij een accent te leggen op jonge boeren. Deelnemers moeten voldoende legitimiteit en mandaat bij de achterban hebben. SER adviseert te streven naar een breed akkoord op hoofdlijnen, dat een kader kan vormen voor nadere uitwerking in gebieden en/of sectoren. De partijen die afspraken maken, zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van die afspraken.
Het advies werd gegeven op verzoek van landbouwminister Carola Schouten, nadat de Tweede Kamer hierom had gevraagd.
(Later meer)