Arie Jongeleen in Dongen is tevreden over hoe de teelt van de rode en groene paprika’s verloopt.
Het gewas is goed door de eerdere hele warme dagen heen gekomen. “Al loop je best wel een enkel brandvlekje en neusje op.” Maar hij is blij met de bescherming van de diffuse coating op het kasdek. “Bij de groene paprika helpt dat ook tegen het te snel doorkleuren.”
De productie gaat goed door, met een gewenste sortering vruchten. De bekende uitdrukking ziet hij weer bewaarheid worden: “Geen betere maat dan regelmaat.”
Gewas koelt zichzelf
Jongeleen hoopt dat de ingestelde nacht- en dagtemperaturen van 16 en 21 graden Celsius zo veel mogelijk gerealiseerd kunnen worden. “Maar als het buiten ’s nachts 19 graden blijft, dan snapt iedereen wel dat je die ingestelde waarde niet gaat halen.” Met heel warm, zonnig weer loopt de kastemperatuur in de middag ook flink mee op. “Als het buiten naar de 30 graden gaat, dan gaat het in de kas ook die kant op. Als je aan het eind van de dag het vocht terug krijgt in de kas, dan gaat het gewas zichzelf wel weer koelen. Maar je kunt de luchtramen ook weer niet te vroeg dicht gaan doen om dat te bereiken.”
Voldoende water blijven geven
Begin week 25 was er net sprake van een omslag naar koeler en vochtiger weer. “Toen heb ik de luchtingstemperatuur voor overdag maar even uit de instellingen gehaald.” Als een donkerder dag direct volgt op een dag met heel scherpe weersomstandigheden, is het opletten dat er voldoende water gegeven blijft worden. “Dan hebben de planten toch nog steeds wel dorst.” In het deel van de kas waar de vruchten aan het uitdikken zijn, is te merken dat de EC aan het oplopen is. “Maar die daalt wel weer als de groei daarna terug komt.”
De roofmijten lopen goed, de degenerans doet het goed en de Orius en Macrolophus zie je ook zitten
Luis heel beheersbaar
Alle ziekten en plagen zijn onder controle. Luis is heel beheersbaar, met rupsen is het rustig, en spint is geen probleem. “Al vond ik de spint pas wel even oplopen. Toen heb ik een correctie uitgevoerd. Maar nu houdt de biologie het weer bij. De roofmijten lopen goed, de degenerans doet het goed en de Orius en Macrolophus zie je ook zitten.”
Auteur: Peter Visser