Nederlandse tuinbouwtechniek gaat heel de wereld over. Dat deed het ook tijdens de economische crisis tien jaar geleden én tijdens de coronacrisis. Nu die laatste crisis lijkt teruggedrongen, moet die ‘greenhouse technology sector’, zoals Avag-voorzitter Annie van de Riet het noemt, weer concurreren met andere branches die wel stil vielen. Concurreren om grondstoffen en om personeel.
Voorzitter Annie van de Riet van tuinbouwtechniekkoepel Avag maakte onlangs bekend dat er een haalbaarheidsonderzoek wordt gedaan naar de vorming van een investeringsfonds. De achtergrond daarvan is het feit dat investeerders in grote tuinbouwprojecten steeds vaker aan Avag-leden vragen om ook na oplevering van de kas en de gebouwen betrokken te blijven.
“Vroeger waren het tuinders die een kas lieten bouwen. Ze kochten de kas bij de ene partij, de klimaatcomputer bij een andere partij, het scherm bij een derde partij en zo door. We zien nu dat opdrachtgevers steeds groter worden en niet altijd meer tuinders, maar overheden of grote investeringspartijen zijn, met veel minder kennis van tuinbouw en de techniek in de kassen. Die willen een turnkey-kas met alles erop en eraan én dat al die leveranciers ook bij de operatie betrokken blijven. Dat vraagt kapitaal. Naarmate kassenbouwers en andere leveranciers vaker die vraag krijgen, hebben ze dus meer van dat kapitaal nodig en dat is een investering die niet iedereen zich kan blijven veroorloven. En ook: veel van je kapitaal in één groot project, bijvoorbeeld een kas in het Midden-Oosten, dat is een groot risico. Liever wil je je risico’s spreiden. Dat kan als we met zijn allen zo’n fonds vullen.”
Samen met Rabobank en accountantskantoor PricewaterhouseCoopers wordt nu naar de haalbaarheid van zo’n fonds gekeken. De bij Avag aangesloten techniekbedrijven kunnen inleggen, maar ook derde partijen zouden kunnen aansluiten, zoals banken, ‘family offices’ van vermogende families – binnen of buiten de tuinbouw – of andere grote investeerders.
Tij mee
“We hebben het tij wel mee, want vanwege corona is de belangstelling voor voedsel en voedselzekerheid erg toegenomen. Lege schappen hadden we lang niet gezien, en daar willen overheden beter op voorbereid zijn. Vooral bedekte of gecontroleerde teelten staan in de belangstelling. Ook indoor farming hoort daarbij en wordt daarom bekeken als zakelijke kans. Dat is een teeltmethode die los van de klimatologische omstandigheden buiten overal ter wereld gebruikt kan worden. Op heel veel plekken is het zeker niet de goedkoopste methode, maar soms wil de investeerder per se dáár in investeren. Net zoals sommige mensen voor het boodschappen doen per se toch een Ferrari willen hebben.”
Een rem op de groei wordt nu wel gevreesd door de run op allerlei grondstoffen.
“Op dit moment zijn alle grondstoffen duurder, met tientallen procenten. En soms ís het er ook gewoon niet en dreigen kassen later te worden opgeleverd door vertragingen van leveringen. Wat er toe kan leiden dat de opdrachtgevende tuinders een heel teeltseizoen kunnen missen.”
Dit probleem speelt over de hele economie. De tuinbouw is voor verschillende grondstoffen in de race met andere branches zoals bijvoorbeeld de automobielindustrie. Die hebben tijdens de coronacrisis de productie flink moeten terugschroeven en ook hun leveranciers, van staal, glas en chips hebben pas op de plaats gemaakt. “Nu alles weer op gang komt en branches ook achterstanden willen inlopen is er dat tekort. Dat gaan we nog zeker een aantal maanden voelen. Het is geen tekort aan grondstoffen, maar een tekort aan capaciteit bij de producenten en leveranciers ervan.”
Plantnet International
De lobbykracht van de Avag alleen is niet zo enorm groot. Maar het vorige week gelanceerde PlantNet International, waar Avag samen met onder andere GroentenFruit Huis en Plantum in zit, is al wat minder snel over het hoofd te zien. “Niet helemaal nieuw natuurlijk, want het PlantNet is een voortzetting van Greenport Holland. We stonden voor de keuze: gaan we verder met elkaar en hoe gaan we verder met elkaar. In elk geval met een nieuwe naam dus, om de positionering duidelijker te maken. Als Avag zijn we klein. Niet als sector, want we zijn met onze zeventig leden goed voor € 3 miljard omzet. Maar wel een kleine organisatie met een klein secretariaat. Dan samen in lobby optrekken, dat is alleen maar efficiënt. Heel Plantnet International is goed voor € 30 miljard, omzet gemaakt door ook alle handel- en uitgangsmateriaalbedrijven die via hun organisaties bij PlantNet International zijn aangesloten. We gaan nu veel nadrukkelijker kijken naar de thema’s die voor ons allemaal bovenaan de agenda staan. Bijvoorbeeld handelsbelemmeringen. Zeker in coronatijd hebben we gemerkt hoe enorm wij gebaat zijn bij vlot verkeer van goederen en mensen.”
We zullen ook binnenkort hopelijk met zijn allen weer op handelsmissie naar kansrijke markten in het buitenland kunnen
Ook consortiumvorming kan hieruit voortvloeien?
“Dat is geen vooropgezet doel van een samenwerkingsverband als PlantNet International. Maar naarmate bedrijven in techniek, handel en uitgangsmateriaal meer met elkaar verweven raken, wordt het ook logisch dat de organisaties samen optrekken. We zullen ook binnenkort hopelijk met zijn allen weer op handelsmissie naar kansrijke markten in het buitenland kunnen. We zijn samen met andere organisaties aan het kijken om de Tweede Kamerfracties uit te nodigden voor een soort omgekeerde handelsmissie. Om ze te laten zien waar onder meer onze tuinbouwtechnieksector allemaal mee bezig is. Hoe innovatief en hoe duurzaam en hoe mondiaal we acteren.”
Hoe hard is dat nodig?
“Ik ben zelf sinds ik Avag-voorzitter ben ook heel anders naar een kas gaan kijken. Toen ik nog aan de teeltkant werkte, keek ik in kassen eigenlijk altijd naar het gewas, nu naar al die techniek die om dat gewas heen staat en hangt. De ontdekking die ik zelf nu toch weer heb meegemaakt, de verwondering, die zou ik graag ook op onze nieuwe volksvertegenwoordigers willen overbrengen. Niet alleen vanwege de economische mogelijkheden, maar ook vanwege alle oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken die in de kas bijeen komen, van gezondheid en welzijn tot energie en klimaat.”
Jong talent vinden
Meer naar buiten treden is volgens Van de Riet ook noodzaak om voldoende nieuwe medewerkers te kunnen blijven aantrekken. “In de gesprekken met Avag-bedrijven die ik heb bezocht kwam elke keer naar voren dat het lastig is om goed personeel aan te trekken. Op alle niveaus, van mbo tot universitair. Dat laatste wordt steeds nijpender, omdat onze leden een transformatie doormaken van productiebedrijven met vooral mbo-personeel naar datagedreven bedrijven die personeel van hbo’s en universiteiten nodig hebben waar ze echter niet van oudsher al veel contacten hebben. Daarom zetten we nu een traineeship-programma op. Afgestudeerden stromen veel makkelijker in grote traineeships in bij bedrijven als Unilever of Heineken. Individuele Avag-leden zijn te klein om zo’n programma aan te bieden. Maar met elkaar en met TNO kunnen we nu trainees drie keer acht maanden laten meelopen in onderzoek en in de praktijk, inclusief een management development programma. De hogescholen HAS, InHolland en Aeres liggen dan voor de hand. Wageningen UR ook en met TU Delft worden de banden nu ook aangehaald. Die banden waren al wat hechter geworden door de onderzoeksgelden, die we te besteden hebben, via de door de Avag opgerichte stichting Hortivation, inmiddels toch goed voor zo’n € 2,5 miljoen aan onderzoeksopdrachten per jaar.”
Het is belangrijk dat we samen blijven optrekken, om samen de koppositie in de wereld vast te houden en uit te bouwen
Hoe hecht is de band tussen de erg internationaal georiënteerde Nederlandse tuinbouwtechniekbedrijven en de Nederlandse teeltbedrijven?
“De Nederlandse tuinders en hun bedrijven, dat vormt toch de showcase van de hele tuinbouwsector. Dus het is belangrijk dat we samen blijven optrekken, om samen de koppositie in de wereld vast te houden en uit te bouwen. Ik denk dat de Nederlandse tuinders het wel moeilijk hebben om mee te kunnen blijven doen op de wereldmarkt. Dat is wel een uitdaging. Als we kijken naar wat er nu in Nederland in nieuwbouw wordt geïnvesteerd, dan kun je zien dat niet alle tuinders voldoende ruimte hebben of zien. Dat heeft ook te maken met de stikstofcrisis en met de maatregelen rond klimaat en energie, de ODE. Nederlandse telers kijken ook daarom over de grens. Daar wordt, mede door corona, harder getrokken aan lokale groenteproductie. In Engeland wordt nu, ook vanwege brexit, veel gebouwd. En daar zijn heel vaak ook Nederlandse teeltbedrijven bij betrokken.”
Sommigen zien al dat geïnternationaliseer en gefuseer met lede ogen aan. Wordt het niet te zakelijk en te veel big business?
“Nog maar vijf jaar geleden was 100% van de Nederlandse techniekbedrijven van de Avag 100% familiebedrijf. Nu is minder dan de helft nog 100% familiebedrijf. Er zijn heel veel mengvormen, met allerlei vormen van externe financiering en investeerders, fusies, overnames, management buyouts. Dat is wel een punt van zorg onder onze leden. Maar wat we met zijn allen constateren is dat ondanks die consolidatie die we zien gebeuren de bedrijfscultuur toch die van het familiebedrijf blijft. Dat wil zeggen: nadruk op de langere termijn en niet op het snelle geld, maar op duurzame relaties met klanten, met collega-techniekbedrijven en met personeel.”
“Wat we wél zien is dat die instroom van partijen van buiten de tuinbouw zorgt voor professionalisering. Die investeerders stellen toch andere vragen. Leveren soms een commissaris of een bestuurder, met andere expertise. Maar ze nemen niet de dagelijkse leiding over. Dat staat er wel garant voor dat de ons-kent-ons cultuur van de tuinbouw niet zomaar overboord gaat. ‘We vormen samen een ecosysteem’, stelde op de ledenvergadering een van de leden ook, toen we het hier over hadden. En dat willen we ook koesteren.”
Een nog altijd groeiend ecosysteem, overigens. Want in één jaar tijd zijn er vijf leden bijgekomen. Wat voor bedrijven zijn dat?
“Geen nieuwe kassenbouwers, want die waren allemaal van oudsher al lid, maar wel bedrijven als Letsgrow.com, Aweta en Kind Technologies. Bedrijven die in robotisering, data, sensortechnologie zitten en hun activiteiten niet los kunnen en willen zien van die van de oude kassenbouwkern van de Avag. En ook daar zie je mogelijkheden voor verdere samenwerkingen. Er wérd natuurlijk al heel veel samengewerkt in de sector, doordat de een de leverancier was van de ander. Met die steeds grotere en tuinbouwvreemde opdrachtgevers zul je zelf ook groter en professioneler moeten zijn om een volwaardige tegenspeler te zijn van dit soort partijen. Dan is de logische stap dat je je samenwerkingen structureert in hechtere verbanden. Een voorbeeld daarvan is Atrium Agri, van VB, Havecon, PB Tec en Bom Group, allemaal Avag-leden én het Engelse Cambridge HOK en de VEK Adviesgroep. Een interessante ontwikkeling, die nu ook in het Avag-bestuur is gehaald, met het aantreden van Henk Verbakel als AVAG-bestuurder.”
Avag
De Avag staat van oudsher voor Algemene Vereniging van Aannemers en Installateurs in de Glastuinbouw. Het was jarenlang een echte kassenbouwersclub, maar de nu zeventig leden van deze koepel voor tuinbouwtechniekbedrijven bestrijken met een gezamenlijke omzet van € 3 miljard inmiddels de gehele breedte van wat in de gecontroleerde teelt nodig is aan hard- én software.
Sinds november 2019 is Annie van de Riet voorzitter van de Avag. Zij volgde Harm Maters op. Eerder was Van de Riet werkzaam in de veilingwereld, nog als secretaris van het bestuur van de Barendrechtse veiling CHZ en vervolgens bij The Greenery, onder meer als directeur strategie. Daarna was ze elf jaar lang directeur bij de Nederlandse Vereniging van Makelaars.