2 januari. Het jaar is in ieder geval goed begonnen. Niet alleen privé, maar ook zakelijk is het op dit moment rustig.
Ik hoef me nog geen illusies te maken over eventuele investeringen, maar ik heb ook geen stapel onbetaalde facturen liggen. Ik ervaar zulke tijden als een soort koorddansen. Je valt er niet af, je houdt de boel in evenwicht, maar het is opletten geblazen. Snel bijsturen en schakelen, anders val je er alsnog af.
Daarmee bevind ik mij in een luxe positie, dat realiseer ik me maar al te goed. In het Noord-Hollands Dagblad zei Fred van Heiningen van Rabobank Westland hoe hij met zijn adem in dit nieuwe jaar ingaat. Veel glastuinbouwbedrijven zijn financieel gezien helemaal uitgehold en als er geen echte prijsverbetering optreedt, dan zullen er veel bedrijven failliet gaan. De leegstaande bedrijven moeten dan gesloopt worden om het aanbod structureel te verlagen. Daarmee is het cirkeltje weer rond.
Toen er in de Wieringermeer zeer grote bedrijven gebouwd werden, vroeg ik me af wat de gevolgen daarvan waren voor de sector. Nam het aanbod toe of verdwenen er voor iedere gigant evenredig veel kleinere bedrijven? Ik schreef een artikel ‘De valkuilen van de schaalvergroting’. Daarbij was voor mij persoonlijk een vraag “Wat is de lol van zo’n groot bedrijf?” Volgens Robin Berendse van Elsman Consultants lag dat toch voornamelijk in het alfamannetjes-gevoel: “ik ben de grootste en de sterkste!”. Robin werkt trouwens nu voor Rabobank Bijzonder Beheer. Ik weet zeker dat hij daar goed werk kan doen. Hij kan keihard maar heel zuiver de beweegredenen van ondernemers verwoorden en ons daarmee confronteren. Ik heb veel van hem geleerd. Soms is een spiegel niet leuk, maar wel effectief.
Maar nu verder met ons bedrijf. Ik ga dus niet voor schaalvergroting. Niemand, denk ik, op dit moment. Als ik geld over zou houden, dan zou ik eerst het erf verharden. Dat levert niks op, behalve droge schoenen als het geregend heeft. En een goed humeur, dat is ook wat waard!