Het bestaande verdienmodel voor biologisch biedt volgens Bionext-directeur kansen voor telers die zich willen inzetten voor verduurzaming van de agrarische productie.
Michaël Wilde, directeur van ketenorganisatie Bionext, is in afwachting van het strategisch plan voor biologisch waarmee Den Haag dit najaar komt. Het gaat om een nationale vertaling van de Europese Farm to Fork-strategie waarin biologisch een prominente rol heeft gekregen. Hij verwacht in ieder geval een ambitieus groeipercentage voor de Nederlandse biologische land- en tuinbouw. Niet dat biologisch de enige oplossing is voor de milieu- en klimaatproblematiek waar de wereld voor staat. Samenwerking met andere duurzaamheidsinitiatieven is volgens hem noodzakelijk om tot oplossingen te komen. Tegelijk moet niet worden vergeten dat de biologische sector beschikt over een goed verdienmodel waarin telers een beloning ontvangen voor extra inspanning.
Waarom zet Brussel zo zwaar in op biologisch?
“Het biologische keurmerk is het enige bestaande Europese keurmerk dat de Commissie kan inzetten om haar Farm to Fork-strategie te realiseren. Biologisch past naadloos in de Europese plannen voor verduurzaming van de landbouw. In die zin zie ik het als een logische stap. Er is sprake van strenge controle en certificering en het keurmerk geniet veel vertrouwen van de Europese consument. Belangrijk is ook dat de consument, vanwege het grote vertrouwen, bereid is een meerprijs voor biologische producten te betalen. Vooral in het buitenland, waar biologisch al veel groter is. Nederland loopt wat dat betreft een beetje achteraan.”
Waar komt het Europese streven van 25% biologisch landbouwareaal vandaan?
“Waar dit exacte percentage vandaan komt, weet ik niet. We zien wel dat een aantal landen al redelijk hoog scoort. Zo ligt dit in Oostenrijk al rond de 17%. Opvallend is dat onze Europese koepelorganisatie IFOAM destijds heeft gelobbyd voor 20% biologisch landbouwareaal. In die zin heeft de Commissie onze verwachtingen overtroffen. Het tekent de ambities.”
Het is een streefgetal en niet een hard doel.
“Dat klopt. Maar wel een streefgetal waar zowel de Europese Commissie als het Europese Parlement achter staat. En er is niet voor niets een Organic Action Plan. Er komen middelen vrij voor onderzoek, onderwijs, communicatie, marktbewerking en ga zo maar door.”
Als een teler biologisch werkt, krijgen gangbare collega’s het gevoel dat zij niet duurzaam werken; dat is lang niet altijd het geval
Is Den Haag ook enthousiast?
“Den Haag heeft het woord biologisch heel lang vermeden. Als een teler aangeeft biologisch te werken, krijgen veel gangbare collega’s het gevoel dat zij niet duurzaam werken. Dat is lang niet altijd het geval. Het is een tegenstelling waar ik me verre van wil houden. Den Haag weet ook dat dit sentiment leeft. Als je het dan hebt over kringlooplandbouw of natuur inclusieve landbouw, dan stoot je minder mensen voor het hoofd. Iedereen kan daar z’n eigen definitie aan geven. Biologisch is een goed voorbeeld van natuur inclusieve landbouw waarbij je ook de markt weet te bereiken. Als je de biologische markt laat groeien, kunnen meer telers op deze manier verduurzamen. Dat besef lijkt ook in Den Haag steeds meer door te dringen.”
De overheid komt dit najaar met een strategisch plan voor biologisch. Wat komt daar in te staan?
“Waar ik vooral benieuwd naar ben, is de balans tussen het beoogde percentage en de middelen die ze beschikbaar stellen om dit te realiseren. Als ze de ambitie uitspreken om naar 15 of 20% te gaan, dan hebben we wel wat nodig om dat te kunnen bereiken. Aan de andere kant gaat Farm to Fork niet alleen over biologisch. Het gaat ook over het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest en antibiotica. In de gangbare landbouw gaat dus ook enorm veel veranderen. Initiatieven als On the way to PlanetProof en Beter Leven juich ik van harte toe.”
Op welke manier wil Bionext de markt laten groeien?
“Onze belangrijkste taak als Bionext is om kennis te delen over biologisch. Niet alleen met Den Haag maar ook met maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen, belangenorganisaties en de consument. We willen partijen laten inzien dat het model voor biologisch goed is. Naast de bekende productievoorwaarden horen daar ook basiswaarden als zorg, ecologie, gezondheid en eerlijkheid bij. Die moeten we beter voor het voetlicht krijgen. Niet alleen buiten, maar ook ín de winkel. Samen met Vlaanderen, Finland en Zweden hebben we subsidie aangevraagd voor een meerjarige campagne om de positieve eigenschappen van biologisch in winkels te communiceren.”
Komt er een nieuwe Task Force biologische landbouw?
“Daar hebben we wel voor gepleit, maar we hebben nog geen uitsluitsel gekregen. We hopen dat er in ieder geval een betere vorm van financiering komt voor organisaties als de onze. Wij worden nu voor 15% gefinancierd door onze leden. De rest moeten we ophalen via projecten. Dat maakt het soms lastig. Er wordt ontzettend veel van ons verwacht als ketenorganisatie die opkomt voor de boeren, de handel en de winkels. Een structurele financiering maakt het gemakkelijker onze taken uit te voeren en te helpen met de transitie naar een duurzamere landbouw.”
Hoe kijk je naar het nieuwe GLB dat in 2023 in werking treedt?
“Het geeft me een beetje een dubbel gevoel. Nederland heeft ingezet om 30% van de inkomenssteun afhankelijk te maken van duurzaamheidsprestaties. Dat percentage is met name door de lobby van Zuid-Europa naar 25% gegaan. Gezien de klimaat- en milieuproblemen is dat te weinig. Dat is één kant van het verhaal. De andere kant is dat biologisch wel is erkend als duurzaam. Het is heel positief dat, als je biologisch bent, je waarschijnlijk automatisch in aanmerking komt voor deze 30% inkomenssteun.”
Waar komt dat enthousiasme voor biologisch vandaan?
“Ken je het boek van Roald Dahl, Sjakie en de chocoladefabriek? Het moment dat Sjakie de wikkel van zijn chocoladereep haalt en het gouden ticket voor toegang tot de fabriek vindt. Als je in Nederland wordt geboren heb je, in vergelijking met miljarden anderen, in feite je gouden ticket al te pakken. Dat geeft je, vind ik, een enorme verantwoordelijkheid, om een bijdrage te leveren aan een betere wereld. In mijn vorige baan, bij leverancier van biologisch groente en fruit Eosta, heb ik met eigen ogen gezien hoe je in de landbouw een bijdrage kunt leveren aan het oplossen van de problemen die deze wereld kent. Biologisch kan echt impact hebben op het verbeteren van bodem, biodiversiteit en klimaat.”