De Europese Commissie bereidt soepeler regels voor om meer biologische groenterassen op de markt te krijgen.
Voor de versoepeling wordt een experiment opgetuigd dat zeven jaar zal duren en waaraan Nederlandse partijen als de Raad voor Plantenrassen, het Louis Bolk Instituut en Naktuinbouw bijdragen. Het gaat vooral om aangepaste regels bij het eigenschappenonderzoek voor nieuwe rassen, blijkt uit verslagen van de Europese werkgroep. Zogenaamd DUS-onderzoek richt zich op het onderscheid van het voorgestelde nieuw ras. Met name hier zouden versoepelingen nodig zijn om dit voor biologische rassen te stimuleren.
Biologische groentetelers hebben snel meer rassen nodig die geschikt zijn voor biologische teelt. Daarom moet meer materiaal onderzocht worden op eigenschappen die belangrijk zijn voor biologische productie en vermarkting.
Referentierassen voor kleine markt
Voor biologische rassen is er een tekort aan biologische proefvelden en zijn de uniformiteitseisen vaak te strikt. Bovendien zijn er te weinig referentierassen om te vergelijken in eigenschappenonderzoek. Er is geen zekerheid dat nieuwe rassen worden opgenomen op de markt en daardoor zijn de kosten voor registratie vaak te hoog.
Voor koolrabi en wortelen heeft de Europese Commissie voorstellen gehad om de toelatingsonderzoeken aan te passen op de biologische markt. Daarvoor is budget vrijgemaakt door de Raad voor Plantenrassen.
Naast biologische groenten is een prioriteitenlijst voor dit experiment opgesteld voor graan, mais, aardappel en uien.