Voor het eerst is ten noorden van de Alpen een exemplaar van de gevaarlijke Japankever gevangen.
In Zwitserland is in de regio Basel een exemplaar van de Popillia japonica, beter bekend als de Japankever, aangetroffen. Dit meldt het Duitse Julius Kühn Institut, die met het aantreffen van deze kever boven de Alpen de alarmbellen laat rinkelen. Medewerkers van de Zwitserse Eidgenössische Pflanzenschutzdienst (EPSD) vingen een mannelijk exemplaar van de kever in een insectenval. De kever heeft in de EU de status van quarantaine-organisme, waarvoor een meldingsplicht bestaat. Mocht de kever in een EU-staat gemeld worden dan zijn maatregelen om het insect te bestrijden en te monitoren verplicht.
In Zuid-Europa al schadelijk
Onder de Alpen komt de uit Azië afkomstige kever al een aantal jaren voor en wordt schade vastgesteld in de druiventeelt. De Japankever kan zich prima in Europa handhaven en heeft er een natuurlijke vijanden. De volwassen kever voedt zich met bladeren, bloemen en vruchten van ruim 300 loofgewassen en is komt voor op een grote reeks van land- en tuinbouwgewassen, zoals mais, aardappelen, tomaten, asperges, bonen, appels, kersen, druiven, diverse bessensoorten en siergewassen. De schade bestaat uit de vraat, waardoor bladeren ‘geskeletteerd’ worden. Het bladgroen wordt tussen de nerven weggevreten.
Goudgroene glans en plukjes haar
Volwassen Popillia japonica zijn 8 tot 11 millimeter lang en lijken op de inheemse rozenkever (Phyllopertha horticola). Het halsschild van de Japanse kever heeft echter een opvallende goudgroene glans. Aan elke kant van het lichaam, onder de vleugelbedekking, maar duidelijk zichtbaar, zitten vijf witte plukjes haar en nog eens twee plukjes op het laatste segment van het lichaam. De kever vertoont een bijzonder alarmgedrag. Bij gevaar spreidt hij een paar poten opzij, waardoor hij ook makkelijk te onderscheiden is van andere kevers.