Syngenta stapt in Samen Tegen Voedselverspilling

Het doel van de beweging Samen Tegen Voedselverspilling is om voor 2030 de voedselverspilling gehalveerd te hebben. Daarbij gaat het om jaarlijks 1 miljard kilo meer goed voedsel binnen de voedselketen te houden. Syngenta wil daartoe een bijdrage leveren door groente eigenschappen mee te geven waarmee bijvoorbeeld oogst- en snijverlies worden voorkomen en de houdbaarheid wordt verlengd.

Sjaak van der Ploeg (l) van Syngenta en Toine Timmermans van Samen Tegen Voedselverspilling – Foto: Syngenta Seeds.

Dunne broccolisteeltjes

Een voorbeeld van het voorkomen van snijverliezen is de ‘hamburgersla’. Daarvan passen alle blaadjes perfect op een hamburgerbroodje. Ook een minibloemkool met de doorsnede van een bloemkoolroosje en een broccoli met kleine schermpjes op dunne steeltjes dragen bij aan minder voedselverspilling, omdat de porties kleiner zijn en omdat de dunne broccoli steeltjes uitnodigen deze ook op te eten. De gebruikelijke dikke ‘broccolistammen’ zijn ook eetbaar, maar komen meestal bij het gft-afval terecht.

Top 3 voedselverspilling

Naar schatting gaat een derde van al het voedsel dat wereldwijd wordt geproduceerd verloren of wordt verspild voordat het op tafel komt. Voedselverspilling vindt plaats in de hele keten: op het veld als gevolg van insecten, ziekten, onkruid of arbeidstekorten. In de opslag door bederf of tijdens transport door schade of vertragingen. Ook gaat veel verloren in winkels, in restaurants en thuis. Volgens de stichting Samen Tegen Voedselverspilling staat in Nederland groente, samen met brood en fruit, in de verspillings-top 3.

Weerbaarder tegen belagers

Sjaak van de Ploeg, Hoofd Groentezaden ontwikkeling van de regio Europa, Afrika en het Midden-Oosten: “Met gerichte veredeling kan Syngenta verspilling van groente tegengaan van grond tot mond. Zo voorkomen we bij de teler oogstverlies door groente weerbaar te maken tegen ziektes en extreme weersomstandigheden. Bij verwerkers treedt vaak snijverlies op, ook daar bieden we oplossingen voor.”