Drie jaar geleden verkocht Horticoop zijn groothandelstak en ging zich richten op productie en ontwikkeling. Per 1 december wordt de coöperatie omgevormd tot een investeringscoöperatie. “We kunnen telers dan sneller betrekken bij nieuwe innovaties”, zegt topman Steven van Nieuwenhuijzen.
Horticoop heeft geen glanzend hoofdkantoor op de Klappolder in Bleiswijk, maar is wel een internationale onderneming met wereldwijd 350 werknemers. Het groepsonderdeel Smartcoat heeft bijvoorbeeld eigen vestigingen in Nederland, Frankrijk en Canada. Een andere loot aan het bedrijf is Hort Americas, een toeleverancier voor glastuinbouw aan telers in Canada, de Verenigde Staten en Mexico. In Nederland is Technical Services een bekend bedrijf van Horticoop, net als Lensli en Welkoop.
Steven van Nieuwenhuijzen
Steven van Nieuwenhuijzen (47) is sinds begin dit jaar CEO bij Horticoop, de coöperatie die zich van inkoop verlegt naar een investeringsvehikel. Van Nieuwenhuijzen heeft ervaring als directeur van een groothandel in bloemen en planten en leidinggevende functies in retail en reiswereld.
De geschiedenis van Horticoop start 120 jaar geleden met Lentse tuinders die onder de Gelderse boerenbond samen machines kochten. Via de bond ABTB en aan- en verkoopvereniging CAVV ontwikkelde het bedrijf zich tot het Horticoop van vandaag. Horticoop haalde in 2020 een omzet van € 141 miljoen.
Drie jaar geleden verkocht Horticoop zijn groothandelstak en ging zich richten op productie en ontwikkeling. Vanaf december wordt de coöperatie omgevormd tot een investeringscoöperatie. Steven van Nieuwenhuijzen is de man die Horticoop die nieuwe toekomst in gaat leiden.
Welke band hebben leden nog met Horticoop?
“Aanvankelijk was het lidmaatschap van de coöperatie vooral gekoppeld aan de inkoop via de groothandel. Sinds we de groothandel in 2018 hebben afgestoten, is dat lidmaatschap op een laag pitje komen te staan. Te laag. De groothandel was de verbindende factor, meer dan de coöperatieve gedachte. Eind 2018 zijn we gaan kijken hoe we met leden en bedrijven invulling moeten geven aan de coöperatieve gedachte. Daarvoor hebben we het ledenbestand bevroren en zijn we met de leden in gesprek gegaan. We moesten onszelf opnieuw uitvinden.”
Wie zijn die leden?
“Ons startpunt zijn de ondernemers die tussen 2016 en 2018 lid waren. Dat zijn er ongeveer 400. Met hen pakken we de draad weer op. We hebben heel wat werk te doen om de activiteiten en de meerwaarden van Horticoop op de kaart te zetten en om uit te leggen hoe we samen kunnen ondernemen. De tuinbouw heeft een belangrijke functie in de wereld en samenwerking is dé manier om de ontwikkeling te versnellen.”
De helft van onze omzet is internationaal en ook de groei van de sector is vooral in het buitenland
Wat gaat Horticoop doen?
“We gaan onder meer het vermogen van de coöperatie op naam zetten. Het wordt opgedeeld in participaties, afhankelijk van de betrokkenheid bij de dochtermaatschappijen van de coöperatie, met uitzondering van de Alflora-dochtermaatschappijen. Dat wordt ook de grond voor het verdelen van dividend.”
Trouwe klanten hebben dus meer vermogen op naam?
“Ja. Een andere graadmeter kan ik niet verzinnen.”
U legt veel aandacht bij studiegroepen, overleg en kennis delen.
“Die coöperatieve kennisdeling vinden we heel belangrijk. We zien ook kansen in het samen bewerken van bedrijfsdata. We zijn onze organisatie daarop aan het inrichten door expertise aan te trekken.”
Niet iedereen voelt de behoefte om kennis te delen. Hoe weten jullie of leden daar achter staan?
“Dat weten we niet van alle leden. Er zullen vast leden afhaken en andere bij komen. Dat vind ik niet negatief. Zo kunnen we groeien met een actieve groep van leden die het belang zien van onze nieuwe invulling van de coöperatie.”
Hoe gaat u leden als klant vasthouden?
“Als we het goed doen, gaan ledenvoordeel en succesvolle deelnemingen hand in hand. Daarnaast vragen we onze leden ook om, bij vergelijkbare marktcondities, hun benodigde producten en diensten bij de Horticoop-bedrijven af te nemen.”
Ik geloof dat bedrijven op zichzelf het sterkst zijn
Kunnen ook ondernemers van buiten de tuinbouw lid worden?
“De zeggenschap moet bij de tuinbouwleden blijven. Er komt een mogelijkheid dat niet-tuinders lid kunnen worden, maar met minder zeggenschap.”
En tuinders in het buitenland?
“We hebben al een handjevol Duitse en Belgische leden. De helft van onze omzet is internationaal en ook de groei van de sector is vooral in het buitenland. Het is in de toekomst mogelijk dat Amerikaanse en Canadese telers en afnemers van Hort Americas toetreden. We kijken nu eerst hoe een investeringsfonds eruit kan komen te zien en zoeken daar een partner bij.”
Wat voor investeringen denken jullie aan?
“Het is de kunst om een mix te maken van bedrijven. Dat zullen stabiele en gevestigde bedrijven zijn, maar ook start-ups en scale-ups, waarvan misschien maar de helft succesvol zal worden. In de meer risicovolle bedrijven zullen we bijvoorbeeld maar voor 10% deelnemen. Wij willen ons positioneren als een partij die slim geld inbrengt. Daarin kunnen we bijvoorbeeld samenwerken met een private equity fund, waarbij wij een kleiner deel bijdragen, maar wel veel kennis en markttoegang meenemen.”
We willen initiatieven verder helpen ontwikkelen met financiële bijdragen, kennis en ervaring
Blijven die bedrijven zelfstandig of gaat Horticoop op de directiestoel zitten?
“Op dit moment hebben sommige van onze bedrijven een zelfstandige leiding, andere worden mede geleid door Horticoop. Ik geloof dat bedrijven op zichzelf het sterkst zijn. De leiding van alle bedrijven moet daarom zelfstandig zijn. Dat gaan we volgend jaar doorvoeren.”
Hoe groot is de oorlogskas van uw investeringsfonds?
“We denken in het op te richten investeringsfonds enkele tientallen miljoenen euro’s beschikbaar te stellen. Een deel zijn eigen middelen, een deel is vreemd vermogen.”
Heeft u al bedrijven op het oog?
“We hebben zeker bedrijven op het oog. De duurzame component is daarin heel belangrijk. Dat is een keiharde must. De klanten en de hele sector vragen daarom.”
Op welke innovaties gaan jullie je richten?
“We zullen ons vooral gaan richten op innovaties, zoals robots, sensoren, ledbelichting en autonoom telen. Na de bijeenkomst van de ledenraad vorige maand is ook energie als hoge prioriteit genoemd. We willen deze initiatieven verder helpen ontwikkelen met financiële bijdragen, kennis en ervaring. Stel dat twintig leden interesse hebben in een oogstrobot. Dan investeren we in die innovatie, bieden het bedrijf markttoegang, helpen de tuinbouw vooruit en geven onze leden de mogelijkheid om dicht op de innovaties te zitten. Bovendien delen de leden in het dividend als de ontwikkeling een succes wordt. Tal van voordelen dus, die samen als een vliegwiel kunnen gaan werken.”
Medeauteur:
Joef Sleegers