‘Met een ecoploeg, dat schiet op’

De Limburgse plaats Leunen ligt ver genoeg van de Maas om geen problemen te ondervinden van hoogwater. In de week dat het met de rivier zo fout ging, viel bij venkelteler Joop Litjens nog geen 30 millimeter neerslag. “Een mooie hoeveelheid, niks mis mee.”

Venkelteler Litjens startte op 27 mei met de oogst in het ras Solaris en snijdt sinds vier weken in het ras Dragon. “Die is wat resistenter tegen schot, dat hebben we de afgelopen paar jaar wel ondervonden. Tot nu toe is het vooral een gewone ‘Hollandse’ zomer, maar dat weet je tevoren ook niet. Van schot is nu geen sprake.”

Meer grovere venkel gevraagd

Er was een tijdelijke oogstdip, doordat de overgang van de bedekte naar de onbedekte teelt niet volledig aansloot. Redenen zijn de wisselende weersomstandigheden in de voorbije maanden en de onkruidbestrijding. Die pakte soms wat straffer aan dan gedacht.

We spuiten voorbehoedend om schimmels voor te blijven

Litjens zet zijn producten af via Telerscoöperatie Fossa Eugenia. Hij gaf in zijn vorige bijdrage aan dat zijn producten via de coöperatie in vergelijking met het verleden wat meer worden afgezet op basis van vaste afspraken. De laatste jaren wordt meer gevraagd naar grovere venkel. “Jammer, want kleinere venkel is vaak wat frisser en wat langer houdbaar”, merkt hij als echte tuinder op.

Sclerotinia

Ziekten en plagen doen zich in deze fase amper voor. Wel wordt nu gespoten om te voorkomen dat schimmels onder invloed van het relatief warme weer de kop opsteken. De allervroegste teelt had wat last van Sclerotinia door de weersomstandigheden en doordat toen de handel wat beperkt was. “Blijft het gewas wat langer staan, dan wordt het ook kwetsbaarder.” Luis is geen probleem, ‘dat lossen de lieveheersbeestjes op’.

Sneller, vlakker, makkelijker

Op vrijkomende venkelpercelen volgt meestal een tweede ronde venkel. Om de grond weer plantklaar te leggen, wordt deze bewerkt met een schijveneg en een woelercombinatie. Daarna wordt geploegd, dit jaar voor het eerst met een ecoploeg. Daarmee blijft de werkdiepte beperkt tot 18 centimeter. “Met een werkbreedte van 3 meter, net als de plantmachine, schiet het lekker op. Verder is de grond makkelijker vlak te leggen dan met een gewone ploeg.” De bemesting voor de volgteelt gebeurt op basis van een grondmonster dat in het voorjaar is gestoken.

Auteur: Joost Stallen