Bedrijfsomzetten groeien, de export zit in de lift en mkb-bedrijven hebben vertrouwen in de toekomst en het aantal banen groeit. Maar daar wringt het, nieuwe mensen vinden is lastig. Food- en agribedrijven moeten alles uit de kast trekken om nieuwe medewerkers aan te trekken.
Van accountant tot monteur en van magazijnmedewerker tot directeur, in zo ongeveer alle functies in de food- en agrisector zijn er wel vacatures. Sla er een willekeurige vacaturewebsite op na en voor elk type functie zijn tientallen tot soms duizenden werkplekken te vinden. Ben je geïnteresseerd om als chauffeur agrarische goederen te transporteren? 191 vacatures staan er op je te wachten op Indeed, de grootste vacaturewebsite in Nederland. De arbeidsmarkt is krap voor werkgevers, of er is genoeg werk voor degene die op zoek is naar een baan, het is maar net hoe je het bekijkt. Feit is dat er talloze vacatures zijn en bedrijven hun best moeten doen om zich in de kijker te spelen van jonge, talentvolle of juist ervaren mensen.
Laten we eerst uitzoomen: landelijk zijn er volgens het CBS meer dan 11 miljoen banen, waarvan zo’n 371.000 openstaande vacatures, gemeten in het derde kwartaal. Een jaar geleden waren dat er 217.000. Deze cijfers zijn gecorrigeerd voor seizoensarbeid, in de zomer is er immers meer werk voor bijvoorbeeld horecapersoneel en in de oogsttijd bij boeren en tuinders.
Tegelijk is ook de werkloosheid laag: 294.000 tegenover een piek van 419.000 vorig jaar. Het aantal vacatures is dus inmiddels hoger dan het aantal mensen dat in theorie die vacatures op zou kunnen vullen. Deze situatie van arbeidskrapte is lang onbekend geweest in het landelijke beeld en de verwachting is dat dit nog wel even zo blijft.
Het UWV ziet voor 67 beroepsgroepen in meer of mindere mate tekorten ontstaan. Daarvan hebben 30 beroepsgroepen een ‘zeer krappe’ arbeidsmarkt. Zo zijn er veel baankansen als lasser en plaatwerker, assemblagemedewerker, transportplanner en verpleegkundige.
Lees verder onder de grafiek.
Lege schappen supermarkten
Internationaal is het arbeidstekort een probleem, waar corona ook voor een deel verantwoordelijk voor was. Uitbraken onder personeel van slachterijen in zowel Nederland als Duitsland zorgden tijdelijk voor een verminderde slachtcapaciteit. In het Verenigd Koninkrijk maakt brexit het nog moeilijker om bijvoorbeeld aan genoeg vrachtwagenchauffeurs en slachterijmedewerkers te komen. De traditionele kerstkalkoen dreigde in het gedrang te komen. Het Britse foodbedrijf 2 Sisters Food Group is er door een tijdelijke visaregeling in geslaagd 900 arbeidskrachten uit een reeks Europese landen aan te trekken.
Ook supermarktschappen bleven soms leeg, terwijl Britse boeren met hun verse producten bleven zitten. De transportsector aldaar verloor 25.000 chauffeurs als gevolg van de brexit en zoekt nu nog zo’n 90.000 mannen en vrouwen met een groot rijbewijs en een werkvergunning.
Vooralsnog zijn zulke problemen nog niet te verwachten in Nederland. Bedrijven vallen (vaker) terug op de flexibele schil van medewerkers of doen vaker een beroep op de diensten van uitzendbureaus. Wel zijn bedrijven bezorgd en doen ze van alles om nieuwe mensen aan te trekken.
Veel vacatures primaire sector
In de primaire sector is het al langer lastig om aan personeel te komen. Het werk is fysiek zwaar en niet altijd onder kantoortijden. In de veehouderij zijn bedrijven op zoek vaak melkers, kippenvangers, of verzorgers van varkens. In de plantaardige sector is het een jaarlijkse zoektocht naar oogstmedewerkers. LTO Nederland ziet dat al jaren en staat boeren bij met raad en daad om aan medewerkers te komen via de Werkgeverslijn. Hans Koehorst, specialist Sociaal Economisch en Fiscaal beleid bij LTO, ziet dat alle boerenbedrijven in dezelfde vijver van werknemers vissen.
Specialistische kennis
Recruiters in de food- en agrisector zien dat het lastiger is dan voorheen om vacatures van opdrachtgevers op te vullen. Met naam reageren willen ze niet, vanwege de vertrouwelijke band met zowel opdrachtgevers als mogelijke kandidaten. Er zijn verschillende bureaus die zich specifiek richten op het vinden van talenten of ervaren mensen die in de food- en agrisector aan de slag willen.
Zulke banen vergen specialistische kennis en vaak dito opleiding. Juist die specialisten zijn lastiger te vinden, terwijl er wel veel vraag is. Die grotere vraag komt onder andere door vergrijzing, bedrijven zoeken vaker ervaren krachten, plekken die lastiger in te vullen zijn omdat mensen met specialistisch werk vaak minder bereid zijn hun huidige werkgever te verlaten, signaleert een recruiter in de food- en agrisector.
Personeel uit het buitenland
Bedrijven in de voedselketen zien dezelfde trends op de arbeidsmarkt als landelijk: voor niet alle starters is het meer vanzelfsprekend om na de studie fulltime te gaan werken. Medewerkers zijn mondiger, weten wat ze willen en zoeken naar werk dat voldoening, uitdaging en toekomstperspectief biedt. Werken moet natuurlijk geld opleveren, maar vooral leuk zijn. En net als in andere sectoren, zijn er steeds meer zzp’ers die hun baan in loondienst inruilen voor meer eigen verantwoordelijkheid en vrijheid. Bedrijven die hogeropgeleiden zoeken voor het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten, halen een deel van hun medewerkers uit het buitenland. Nederlandse universiteiten staan er toch al goed op bij internationale studenten en bedrijven spelen daar op in.
Creatief werven
De foodsector is daarbij aantrekkelijker voor professionals die in een stedelijke omgeving wonen. Plattelandsbewoners, met veelal een wat nauwere band met boerenbedrijven, verkiezen het werk als boerenerfbetreder. Denk hierbij aan banen als veevoeradviseur, dierenarts of bij bedrijven die automatiseringssystemen op het boerenbedrijf ontwikkelen. Monteurs, installateurs en ICT’ers die nodig zijn om al die machines en robots aan de gang houden, zijn helemaal een zeldzaamheid om te vinden. Neem bijvoorbeeld monteurs in de landbouwmechanisatie. “Als je er een hebt, laat het me weten”, grapt een eigenaar van een kleinschalig mechanisatiebedrijf. Ook grotere bedrijven, zoals Abemec, een mechanisatiebedrijf met verschillende vestigingen in Nederland, is naarstig op zoek naar monteurs, voormannen en servicecoördinatoren voor in de werkplaats. Het bedrijf werkt met verschillende grote landbouwmerken als Fendt, Kuhne, Dewulf en Lemken en hoopt daarmee jongeren te trekken. Het probleem begint vooraan: mbo-opleidingen voor dit soort richtingen lopen niet vol.
Dus worden bedrijven creatief: ze bieden leer-werktrajecten aan, maken bedrijfsvideo’s, zetten op alle bedrijfsauto’s dat ze collega’s zoeken en vragen medewerkers om hun eigen netwerk in te zetten om nieuwe mensen te werven, plaatsen vacatures op een van de honderd vacaturebanken. Echt zorgen maken ze zich niet, maar het vergt wel écht veel moeite om goede werknemers te vinden en te houden.
Seizoenswerk steeds lastiger te regelen voor telers
Het oogstseizoen zit er voor de meeste telers weer op, maar het wordt steeds moeilijker om elk jaar weer de ploegen rond te krijgen. Veel van deze medewerkers komen van buiten Nederland en komen om een paar weken te werken. De werkgever is dan ook verantwoordelijk voor huisvesting en kan onder andere daarin het verschil maken.
Buitenlandse werknemers komen minder vaak naar Nederland, naarmate werk in eigen land ook steeds beter verdiend. Nederland raakt langzaam maar zeker uit de gratie bij arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Ook daar slaat de vergrijzing toe en is het niet langer financieel interessant om voor een paar maanden naar Nederland te gaan om te werken.
Uitzendbureau’s en payroll-instanties hebben minder aanbod, terwijl het seizoenswerk er nog niet minder op wordt. Ondernemers die niet op tijd beginnen met het zoeken naar personeel, kunnen nog wel eens bedrogen uitkomen in de toekomstige oogstseizoenen, waarschuwt de Werkgeverslijn van LTO Nederland.