“Alles is weer schoon en staat weer groen, ik heb weer zin in een nieuw seizoen”, rijmt Paul van Schie in Kwintsheul. Tijdens de teeltwisseling heeft hij alles uit de kast gehaald om van ‘overmatige wortelgroei’ af te komen.
“Al het water dat we tijdens de teeltwisseling de kas ingebracht hebben, is ontsmet met waterstofperoxide. De gekke wortels hebben me aan het einde van de teelt nog veel te veel geld gekost.” Hij heeft eerst de hele kas grondig schoon gemaakt: de goten, de sleepdoeken, de opstallen. Het glas is ingespoten met fluor. Alles is afgespoten met een oplossing van 5 procent waterstofperoxide. Het drainsysteem en de watersilo’s zijn ook leeggehaald en helemaal ontsmet: eerst met salpeterzuur en daarna met peroxide. Hij heeft de druppelaars vervangen omdat ze vervuild waren en de membranen wit uitgeslagen waren. “Voor we de stekers op de matten zetten hebben we ze nog even gedoopt om ze te ontsmetten.”
In januari op het plantgat
Halverwege vorige week zijn de matten volgedruppeld met een ec van 3,8 en pH van 5,2. Daarnaast heeft hij een hogere concentratie van Freebac meegegeven via een doseerpomp in de aanvoerleiding. “De matten worden pas in de kerstvakantie gedraineerd door scholieren. We blijven ook daarna het hele jaar waterstofperoxide meedruppelen.” De op 1 november gezaaide planten (losse tomaat van het ras Arvento) zijn vorige week vrijdag gearriveerd. Het duurt nog tot januari voor ze op het plantgat gezet worden. “De tweede tros moet tegen de bloei aanzitten. Ze zijn nu pas 12 centimeter hoog en door het 1-op-1 enten komt de eerste tros ook later.”
‘Foliescherm hoort er gewoon bij’
Begin vorige week is het foliescherm in de kas getrokken. “Bij ons bedrijf hoort dat er gewoon bij. We willen zoveel mogelijk warmte van de WKK gebruiken en de capaciteit is met 1,6 MW vrij klein voor een oppervlakte van 3,3 hectare. De teelt is onder dubbel scherm altijd goed gegaan en je hebt meer zekerheid dat je de temperatuur weet te halen zonder de ketel veel aan te zetten.”
Op de dag van het planten hield Van Schie nog een kastemperatuur aan van 17 tot 18 graden. Daarna in principe 20 graden overdag en 18 graden ’s nachts, afhankelijk van de hoeveelheid licht. “Bij veel zon wil ik wel even 20-20 stoken om snelheid te maken met deze kleine plant. Bij donker weer prikkel ik hem alleen even overdag.”
Chemische start
De kans is groot dat Van Schie eerst chemische middelen als Vertimec en Fame gaat gebruiken voor de natuurlijke vijanden erin gaan. “We zijn geëindigd met veel motten, dus waarschijnlijk zijn er toch heel wat poppen overgebleven ondanks het gebruik van Nomolt. Bovendien had ik vorig jaar al vroeg Tuta en zag je die het hele jaar op beperkte schaal, doordat je zo weinig spuit.” Een goede populatie Macrolophus heeft ervoor gezorgd dat de Tuta-populatie beperkt bleef. Maar vroeg beginnen met Macrolophus en bijvoeren ziet hij niet zitten. “Ik zet een kleine basis uit en wacht tot er wat haardjes wittevlieg zijn en dan zet ik op die plekken wat meer Macrolophus in.”