De populatie ganzen in delen van Noord-Holland is onbeheersbaar. De provincie is aan zet, roepen belangenbehartigers. Afgesproken doelstellingen worden niet gehaald en telers krijgen de rekening gepresenteerd. Dit moet stoppen. Maar hoe? En als het niet stopt, wat dan?
De klaagzang van agrarische ondernemers over ganzenoverlast in Noord-Holland is inmiddels een terugkerend fenomeen. Belangenbehartigers hebben zich altijd ingezet voor een passend beheerplan en corresponderen met de partij die verantwoordelijk is voor de uitvoering, de provincie.
Maar nu, na tien tot vijftien jaar loze beloften, aldus Vakgroepvoorzitter vollegrondsgroenten Niels Zuurbier, is het vertrouwen gedaald tot nul. Albert Hooijer, melkveehouder in Weesp en portefeuillehouder Fauna LTO Noord Noord-Holland, is tevens bestuurslid van de Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland (FBE NH). Hij zegt op 7 juli zijn laatste brief te hebben geschreven om afspraken in herinnering te brengen.
Ganzenbeheerplan
Het huidige ganzenbeheerplan opgesteld door FBE is dat van 2015-2020. Het is goedgekeurd door alle betrokken partijen, inclusief de provincie. De te nemen maatregelen worden in het plan gekoppeld aan doelstellingen en daar kon iedereen mee leven. Toen al dreigde het gevaar van populatieaanwas, maar ook in dat geval was voorzien in extra maatregelen. Die worden echter niet getroffen, verklaart Hooijer in zijn brief aan Gedeputeerde Staten (GS) en Provinciale Staten (PS). De brief is medeondertekent door de agrarische natuurvereniging en vakbonden.
Situatie verergert
“Het probleem met de ganzen is dit jaar weer erger”, licht Hooijer toe. “Er is een goed plan opgesteld, maar maatregelen kunnen niet worden uitgevoerd omdat er teveel beperkingen op de ontheffingen rusten. De provincie is de bron van al het gezeik.”
Net terug van een werkbezoek kan hij het nauwelijks nog aanzien. “Het is een combinatie van allerlei regels, waardoor we niet verder komen om de populatie echt te verminderen.” Hij ageert tegen aanvullende eisen die worden gesteld, zoals het plaatsen van vlaggetjes of akoestische verjaagmiddelen, die in de praktijk totaal niet werken, en benoemt rechtszaken die zijn aangespannen om ontheffingen aan te pakken en de boel vertragen.
Provincie aan zet
Het is de provincie zelf die nu aan zet is, stelt Hooijer. “Het faunabeleid is een direct gevolg van het natuurbeleid. Op dit moment stijgen de aantallen ver uit boven de draagkracht van de verblijfsgebieden. In het beheerplan is afgesproken dat in een dergelijk geval aanpassingen nodig zijn, zoals bijvoorbeeld het beperken van de winterrust en versoepelen van uitvoeringsvoorwaarden. Maar er gebeurt niets.”
Het faunabeleid is een direct gevolg van het natuurbeleid. Op dit moment stijgen de aantallen ver uit boven de draagkracht van de verblijfsgebieden
Albert Hooijer, melkveehouder in Weesp en portefeuillehouder Fauna LTO Noord Noord-Holland
Ook ontbreekt het volgens de portefeuillehouder nog steeds aan een passende invulling van beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden. Ook daar zijn teveel beperkingen. Daarnaast is de route van vergunningverlening volgens Hooijer praktisch niet uitvoerbaar, terwijl de FBE wel voorstellen heeft gedaan om dit te veranderen.
Procederen
De FBE is verantwoordelijk voor een nieuw beheerplan, maar moet zich richten naar het onlangs voorgestelde uitvoeringsbeleid van de provincie. Daarop kunnen betrokken partijen tot september reageren, waarna het wordt vastgesteld. “Het nieuwe plan is een voortzetting van het oude, daar nemen we geen genoegen mee”, stelt Hooijer.
Daar komt nog bij dat GS voorstelt het eigen risico voor ondernemers te verhogen. “We hebben in juli hierover extra vergaderd met alle partijen van het landelijk gebied, ook de natuurterreinbeheerders.” Hooijer is het brieven schrijven beu en voorspelt dat er een vuist zal worden gemaakt. “De messen worden geslepen”, zegt hij. “Misschien moeten we wel procederen.”
Natte natuur
Piet Dekker is penningmeester van de Wildbeheereenheid (WBE) Het Grootslag, grenzend aan de Vooroever en het IJsselmeer. “Je kunt de ganzen hier van het water rapen”, opent hij het gesprek. Volgens hem ligt een groot deel van de pijn bij de Natura 2000-gebieden en andere natte natuur waarvan Staatsbosbeheer de eigenaar is. “Die willen gewoon geen jacht hebben.”
Bloemkoolteler houdt hart vast
Hij teelt bloemkool op een aangrenzend perceel en houdt zijn hart vast, als het wilddoek eraf gaat. “Er huizen hier groepen van 300 tot 400 ganzen. Knallen mag ik ook niet, want het is stiltegebied. Maar dan hoef ik ook niet bij het Faunafonds (BIJ12; red.) aan te komen voor een schade-uitkering.” In een emotioneel relaas stelt hij vast dat alles krom is en dat ze in Nederland zijn losgeslagen als het gaat om biodiversiteit. “Ondertussen vreten de buizerds de weidevogels op.”
LTO zou een proefproces moeten uitlokken en niet alleen vragen om financiële compensaties
Dekker vindt dat standsorganisaties uit een ander vaatje moeten tappen als overleg niet werkt. “Zet een pop bij Klaver in de tuin, roep om aandacht. Betrek de gemeente en de lokale politiek. LTO zou een proefproces moeten uitlokken en niet alleen vragen om financiële compensaties. Desnoods halen ze de status van Natura 2000 er maar weer vanaf.”
Voorgestelde acties
- De provincie houden aan eerder gemaakt afspraken en doelstellingen middels correspondentie en overleg (FBE);
- De provincie aanzetten tot het aanpassen van procedures voor Natura 2000-gebieden en natte natuur (FBE en natuurterreineigenaren);
- Een (proef)proces aanspannen tegen de provincie (FBE en/of telers);
- Schade blijven melden individueel of door hier als groep iemand voor aan te stellen (telers);
- Uitzoeken wat het effect is van demotiverende behandelbedragen op de representativiteit van gemelde schade (Onderzoek BIJ12);
- Nauw contact met de jager onderhouden (ook i.v.m. schademelding);
- Vaste werknemer voor werkzaamheden om schade te voorkomen;
- Jachtvergunning halen of zelf een jager in dienst nemen;
- Vaker de pers opzoeken met feiten en cijfers.
Te kleine percelen
Sabine van den Berg van Verdonk Broccoli in Wervershoof heeft in het huidige beleid een hard hoofd. “Een oplossing is ver weg, omdat er steeds minder begrip is voor de agrarische sector en er steeds meer gesproken wordt over natuur en biodiversiteit.”
Vorig jaar hebben Verdonk en vijf andere broccolitelers een adviseur ingehuurd om uit te zoeken hoe het melden van schade verbeterd kon worden. “Bij een vergadering van de WBE leerden we dat de ene jager er goed boven op zat, maar de ander naast zijn werk onvoldoende tijd had om actief te jagen. Het melden van schade verliep wel beter nadat we de jagers beter in beeld hadden.”
Relatief kleine percelen
Dat was niet voldoende om schade ook uitgekeerd te krijgen, met uitzondering van twee echt grote gevallen. “Het probleem is dat we in West-Friesland allemaal relatief kleine percelen planten. Dan is de schade per perceel niet voldoende om de drempel van uitbetaling te halen. Dus uiteindelijk heb je op jaarbasis bijvoorbeeld 20% schade, maar dat komt niet in de boeken.”
Theo Vlaar van Gebroeders Vlaar in Andijk sluit zich hierbij aan. “Voor elke planting een nieuw dossier, dat is geen doen. Als het eigen risico omhoog gaat, kunnen we het helemaal wel vergeten.”
Milieuschade
Op beide bedrijven is flink geïnvesteerd in afweermiddelen én in mankracht, al staat daar wel een bepaalde bedrijfsgrootte tegenover. Van den Berg: “Wij hebben op dit moment één persoon die de helft van zijn tijd aan het beregenen is en in de andere helft alle wildafweermiddelen neerzet en ophaalt, zoals lasers, scarey mans, vliegers, wapperlinten aan een stok en zelfs konijnennet om de percelen heen. De moeilijke percelen, toch nog 70 hectare, worden bedekt met acryldoek, micronet of wildnet. Dat is dan wel heel jammer voor de weidevogels die minder plaats hebben om te broeden. De jager wordt gebeld, maar kan vaak door opgelegde beperkingen weinig doen.”
Jacht
Bij Vlaar is broer Hans die over een jachtvergunning beschikt de aangewezen persoon om ganzen te ver- en bejagen. Zowel in de middag als in de avond doet hij zijn ronde. “Maar in de meeste gevallen is het een verplaatsing van het probleem”, stelt hij vast. Daarbij komt het leggen van doek heel nauw. “Het krimpt, dus moet je het na twee jaar vervangen. Laat je een randje open, dan is je kool weg.”
Politieke koers niet begrepen
Omdat telers in West-Friesland niet zonder wilddoek kunnen, kunnen ze niet meer bijdragen aan weidevogelbeheer waar de provincie zo trots op is. Theo Vlaar begrijpt de politieke koers niet. “Die ganzen zijn slecht voor het milieu. De stikstofdepositie is veel hoger bij de waterinlaat, waar ze samenscholen. De jagers hebben het er druk mee, waardoor de populatie van duiven, ratten en kauwen weer toeneemt.”
Die ganzen zijn slecht voor het milieu. De stikstofdepositie is veel hoger bij de waterinlaat, waar ze samenscholen
Theo Vlaar, Gebroeders Vlaar in Andijk
Een jager in dienst
Niels Zuurbier stelde eerder dat de verantwoordelijkheid bij de provincie ligt en dat het tijd is dat die deze taak oppakt. “Dit jaar is de ganzenpopulatie weer toegenomen. Dat is wat jagers me vertellen na de laatste telling van 18 juli. Zelfs natuurterreinbezitters klagen er nu over”, voegt hij toe.
In actievoeren ziet hij geen soelaas. “Dan sta je daar een keer en vervolgens gaat iedereen over tot de orde van de dag. Als je iets wilt, dan moet je vaker de pers halen en dan met feiten en cijfers. Dat zeg ik ook tegen collega’s die het melden beu zijn. Als we het niet via deze route doen, wordt het probleem niet serieus genomen.”
‘Verjagen en afschieten’
De firma Ursem Zuurbier heeft zelf een jager in dienst genomen. “Die is de hele dag bezig met het nemen van voorzorgsmaatregelen, verjagen en afschieten. Hij moet zijn geld terugverdienen, al zijn we ook nu niet schadeloos”, vult hij aan. Een jager in dienst nemen is beter dan wachten op een jager van de WBE. “Zo’n jager heeft niet altijd tijd op het moment dat het nodig is, of hij is toch wat angstig voor de publieke opinie. Daarnaast zitten ook de jagers zelf niet te wachten op de bijbehorende registraties die nodig zijn voor schademeldingen.”