Ondernemers krijgen uitstel van betaling voor de energiebelasting (EB) of Opslag Duurzame Energie (ODE) en de btw hierover. Het uitstel van betaling voor deze regelingen moet zorgen voor meer liquiditeit bij ondernemers. Dat schrijft staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.
Energieleveranciers zullen voor leveringen in de maanden april, mei en juni 2020 geen EB en ODE, noch de btw hierover, in rekening brengen. In oktober 2020 worden deze belastingen alsnog via een aanvullende factuur in rekening gebracht. Uitstel van betaling voor de periode van voor april is niet mogelijk, aldus Vijlbrief. De regeling moet met name in de glastuinbouw wat lucht geven. Vooral de sierteelt zit in zeer zwaar weer, nu als gevolg van de coronacrisis de vraag naar sierteeltproducten vrijwel helemaal weggevallen is.
Uitstel betaling van veel belastingen ná ontvangst (naheffings)aanslag
Naast uitstel van de energiebelasting biedt het kabinet ondernemers en zzp‘ers ook voor andere belastingen uitstel van betaling. Bedrijven konden al uitstel krijgen voor het betalen van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, loonbelasting en omzetbelasting/btw. Daar komen nu nog zeven belastingen bij waaronder kansspelbelasting, accijns, assurantiebelasting, verbruiksbelasting alcoholvrije dranken en verhuurdersheffing en andere milieubelastingen. Ondernemers hoeven maar één keer uitstel te vragen bij de belastingdienst voor alle regelingen. Ze moeten wel op tijd aangifte doen en kunnen pas uitstel van betaling aanvragen nadat zij een (naheffings)aanslag van de Belastingdienst hebben ontvangen.
Uitstel geldt mogelijk niet voor seizoensbedrijven
De mogelijkheid voor uitstel van belastingen is onderdeel van het totaalpakket aan maatregelen van het kabinet om ondersteuning te bieden aan het bedrijfsleven tijdens de coronacrisis. Voor de zwaar getroffen sierteelt blijken de steunmaatregelen tot nu beperkt. Zo is het maar de vraag of seizoensbedrijven in aanmerking komen voor de Noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW).
Voorwaarde om tegemoetkoming te krijgen voor de loonkosten van personeel is dat een bedrijf minstens 20% omzetverlies moet hebben gedurende drie maanden vanaf 1 maart. Hierbij wordt de omzet vergeleken met een vierde van de jaaromzet van 2019, zonder rekening te houden met seizoensschommelingen. Tulpenbroeiers en perkgoedbedrijven, die in het voorjaar hun piekomzet draaien, komen hierdoor mogelijk niet in aanmerking voor de regeling.
Mogelijkheden om tuinbouwsector te steunen worden onderzocht
Verantwoordelijk minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erkent dat er geen uitzonderingen mogelijk zijn op de regeling. Hij zegt dat de regeling met grote haast gemaakt is om zo snel mogelijk in werking te kunnen treden om ondernemers te ondersteunen. Ook vanuit Brussel is nog geen groen licht voor Europese steunmaatregelen voor de sierteelt. Landbouwminister Carola Schouten kijkt nog naar mogelijkheden om de sector te steunen.