Bij Dave van der Ploeg in Nootdorp is op 17 april de tweede teelt komkommers geplant.
De afgelopen eerste is teelttechnisch naar tevredenheid verlopen. “Tot het einde toe hebben we geen last gehad van plagen. En door het vele licht dat we hadden, waren de producties hoog. Proloog is een komkommerras dat veel kan geven bij veel licht.”
Ondanks zonnige periodes is er geen instraling weggeschermd. “Het gewas kon het hebben, en we zagen ook geen zonnebrand op de vruchten. Wel hebben we af en toe de daksproeiers aangezet.”
Kleine plant
In tegenstelling tot de productie, viel de prijsvorming bij komkommers de laatste weken zwaar tegen, mede door de effecten van de coronamaatregelen. “Het was daardoor niet zo erg om te gaan wisselen. Met die lage prijzen liet je aan geld niet zo veel liggen.”
Er is vrijdag 17 april gestart met een iets kleinere 22-daagse plant van het ras Lausanne, waar voorgaande jaren meestal met een 23-daagse plant werd gewerkt. “Maar de tuin lag er klaar voor, en door het mooie weer ging het hard bij de plantenkweker. Met een kleine plant werkt het makkelijk en is de kans op schade kleiner. Dat is beter dan dat we op zaterdag juist een grote plant hadden moeten neerzetten.”
Iets koeler telen
Er is qua klimaatinstellingen gestart met iets koeler telen, met 21 graden overdag en 19,5 graden in de nacht. “Door het warmere weer haalde je de etmaaltemperaturen toch wel.”
Inmiddels zijn de planten iets groter, en mogen ze overdag en in de nacht een halve graad hogere temperatuur hebben. “Om er tempo op te houden, en om te zorgen dat er niet te veel dubbele vruchten op staan. Anders moet je die er later weer gaan uitpluizen.”
Het schermdoek gaat onder de 12 graden dicht, wat erop neerkomt dat het scherm iedere avond meestal rond 20.00 uur of 21.00 uur dicht gaat en rond 08.00 uur weer open.
Overdag worden de planten beschermd tegen overtollige zon door het schermdoek boven de 450 watt instraling voor 75% dicht te laten lopen.
Gewas ‘eet veel’
Bij de watergift wordt naar een drainpercentage van 30% toegewerkt. “Iedere dag stel je nu de stralingsstarts wat lager in, zodat de planten bij een lagere stralingssom al weer een beurt krijgen.” Er wordt een EC van 3,6 meegegeven. “De vruchten beginnen nu te trekken. Je merkt dat het gewas ‘veel eet’.”
Preventieve inzet biologie
Hoewel plagen niet of niet noemenswaardig aanwezig zijn, wordt preventief wel alvast de nodige biologie ingezet. In week 17 is er een zakje cucumeris opgehangen per mat, en in week 18 komt daar een zakje montdorensis bij.
Lees verder onder de foto.
Alle stamvruchten aanhouden
De standaard gewaswerkzaamheden van deze periode zijn het indraaien van het gewas, pluizen van overtollige vruchtaanleg, en het onderin wegknippen van blad. Van der Ploeg verwacht dat het gewas eind week 18 aan de draad is. Hij wil alle vruchten aanhouden. Dat zullen er vijftien of zestien worden.
Om de plantbelasting niet te hoog op te laten lopen, haalt hij mogelijke dubbele vruchten er wel uit, om de planten enkelvruchtig te laten blijven.
“En als het nodig is, mogen het ook 35‘ers worden. We gaan zeven dagen in de week rond met oogsten, zodat we er kort op kunnen blijven zitten.”
Voldoende arbeidskrachten
Waar de coronamaatregelen soms extra moeite opleveren met de seizoensarbeidsvoorziening, hoeft Van der Ploeg zich daar gelukkig geen zorgen over te maken. Er zijn voldoende scholieren beschikbaar. En er zijn uitzendkrachten uit de sierteelt, waar een deel van het werk helaas voor die telers is weggevallen.
Auteur: Peter Visser