In 2030 moeten land- en tuinbouw beschikken over weerbare planten en teeltsystemen, waarvoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tot het uiterste minimum wordt beperkt.
Dat is de kern van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 dat maandag 28 september in een select gezelschap in Dronten is gepresenteerd.
Landbouwminister Carola Schouten heeft €12 miljoen voor de jaren 2020, 2021 en 2022 uitgetrokken om het bedrijfsleven te helpen bij de uitvoering van de plannen. Tien verschillende partijen in de land- en tuinbouw, de overheid, de gewasbeschermingsmiddelenhandel, natuur- en milieubeweging, waterbedrijven en waterschappen hebben hun handtekening gezet onder het programma.
Lees verder onder foto
Teler moet centraal staan
Portefeuillehouder Plantgezondheid Joris Baecke van LTO Nederland zei maandag bij de presentatie van het programma dat het cruciaal is dat de teler centraal staat. Volgens hem is het nodig dat er een omslag wordt gemaakt, maar dat kan alleen als er economisch perspectief is en blijft voor boeren en tuinders. Telers moeten kunnen rekenen op een gelijk speelveld in wet- en regelgeving binnen de Europese Unie, vindt Baecke. Tegelijk moeten er geen producten op de markt komen die niet aan de hoge eisen voldoen.
Toelating moet plaatshebben op basis van wetenschappelijke onderbouwd onderzoek en daarbij is geen ruimte voor politiek
Carlos Nijenhuis, Nefyto
Fruitteler Leander Vereecken, op wiens bedrijf het uitvoeringsprogramma werd gepresenteerd, gaf aan de hand van een praktijkvoorbeeld aan dat het nog heel normaal is dat afnemers uitwijken naar goedkopere, maar minder duurzaam geteelde producten uit het buitenland.
Het ontbreekt – ook in Nederland – aan de snelle toelating van duurzame gewasbeschermingsmiddelen. Volgens Carlos Neijenhuis van Nefyto, de koepel van producenten van gewasbeschermingsmiddelen, is dat een van de kritische succesfactoren bij het maandag gepresenteerde programma. “Toelating moet plaatshebben op basis van wetenschappelijke onderbouwd onderzoek en daarbij is geen ruimte voor politiek”, aldus Neijenhuis. Tegelijk moet er ook ruimte zijn voor nieuwe veredelingstechnieken, benadrukt Ronald Driessen van Plantum, die de organisatie van verdelingsbedrijven in Nederland vertegenwoordigt. Natuur en Milieu en Vewin leggen de nadruk op de vermindering van de overschrijding van de emissienormen in het oppervlaktewater. “Een doel voor 2030 is mooi, maar we moeten ook nog doelen halen in 2023 en 2027”, aldus Hans de Groene van de Vewin.
Tel de verhoudingen in het parlement. De discussie wordt echt niet gemakkelijker, ook niet in Europa
Minister Carola Schouten
Landbouwminister Carola Schouten prijst de samenwerking tussen de partijen. “Luisteren naar wat de ander zegt, dat is de kracht van dit programma”, aldus de minister. Volgens Schouten biedt het uitvoeringsprogramma de teler mogelijkheden. Aan de andere kant verwacht ze niet dat met dit programma de politieke discussie over gewasbescherming verstomd zal zijn. “Tel de verhoudingen in het parlement. De discussie wordt echt niet gemakkelijker, ook niet in Europa.”
Ambities Europese Commissie
Schouten zei dat ze met dit uitvoeringsprogramma in Europa durft aan te komen, ook gezien de ambities van de Europese Commissie voor de verduurzaming van de land- en tuinbouw. “U wacht niet op de zaken die op ons afkomen, maar u denkt vooruit”, aldus de minister. “Wij kunnen bewijzen dat het kan.”