Foto‘s: Zeeuwse suikermais is een mooie nicheteelt

De kolven van de suikermais worden geplukt met een in Amerika gebouwde Oxbo-plukmachine. – Foto’s: Anton Dingemanse

De kolven worden van de stengel gestript en via een vijzel naar de opvoerband gevoerd. De stengel wordt verhakseld. Het enige wat zo van het land komt zijn de kolven en de rest van de plant gaat terug de grond in.

De opvoerband geeft de kolven een flinke zet en zo vliegen ze de bunker in. Om in de ruim twee maanden dat er geoogst wordt er zeker van te zijn dat de mais van de juiste rijpheid is wordt in het voorjaar over eenzelfde periode gezaaid.

Elke maisplant produceert één kolf, soms twee. Twee kolven heeft niet de voorkeur omdat dan de energie van de plant wordt verdeeld over twee kolven met grote kans dat beiden onder de maat zijn.

Suikermais is veel korter dan snijmais waar juist een flinke lengte wordt verlangd.

Na de pluk gaan de wagens met kolven naar Farmpack waar ze via stortbak de verwerking in gaan. De eerste bewerking is het loshalen van de schutbladen op een rollenbaan. Daarna worden de kolven op lengte gesneden. Over het gehele traject wordt het product gelezen en bemonsterd.

Hierna worden de stukken kolf kort geblancheerd en getransporteerd naar de afdeling waar het product in kuubkisten gaat om ingevroren te worden.

De verwerkte suikermais wordt opgeslagen in vriescellen op 20 graden onder nul.

De bevroren suikermais wordt meestal per twee klein verpakt of zoals hier op wens van de afnemer in dozen.

Jos de Regt, oprichter van Farmpack, met enkele kolven van een goed producerend ras. Hij is decennia geleden begonnen met de teelt van suikermais. Later is hij zelf gaan inpakken met als resultaat een bedrijf dat nu jaarlijks ruim 550 hectare suikermais verwerkt.