Doorgaan naar artikel

Roemer: ‘Iedereen voelt urgentie bescherming arbeidsmigrant’

In de eerste week van mei kreeg Emile Roemer van het kabinet de leiding over het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. Het betekent een terugkeer van de oud SP-voorman naar Den Haag. En toch ook niet, want veel van de beleidsadviezen zijn gericht op de 380 Nederlandse gemeenten.

De veiligheidsrisico’s door het coronavirus vormden de aanleiding. En daarmee mogelijk een breekijzer voor al veel langer woekerende problemen. De opdracht voor Emile Roemer en zijn Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten is er niet alleen voor de korte termijn. De naar schatting 400.000 arbeidsmigranten die in Nederland werken, waarvan meer dan een derde in de land- en tuinbouw en aanverwante bedrijven, zijn al te vaak onderwerp van fraude, uitbuiting en meer onderbetaling.

Binnen vijf weken lag er een eerste advies, over problemen die al spelen sinds 15 jaar geleden de Polen en masse in Nederland kwamen werken en sinds 25 jaar geleden de uitzendbranche in één klap gedereguleerd werd.

Profiel Emile Roemer

Emile Roemer (1962) was van 2007 tot en met 2017 lid van de Tweede Kamer namens de Socialistische Partij en van 2020 tot zijn afscheid van de Kamer ook fractievoorzitter en drie keer achterelkaar lijsttrekker van de SP. Sinds maart 2018 is hij waarnemend burgemeester van Heerlen.

Emile Roemer. - Foto: ANP

Emile Roemer. – Foto: ANP

Op 4 mei stelde minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Roemer aan als voorzitter van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. Het team is samengesteld met medewerkers van vijf verschillende ministeries, de Inspectie SZW, de veiligheidsregio’s en het Openbaar Ministerie. Het spreekt iedere twee weken met een begeleidingsgroep, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van sociale partners, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Dat is best snel, vijf weken. Lag het stuk al klaar?

“Nee hoor. We zaten echt tegenover een lege bladzijde. Maar ik heb een buitengewoon sterk team tot mijn beschikking gekregen”, zegt Roemer op een Haags terras na een vroege ochtendvergadering. Voordat hij zich weer naar de collegevergadering in Heerlen spoedt (om overigens dezelfde avond weer in Hilversum aan te schuiven bij Op1), neemt hij een half uurtje de tijd voor dit interview.

“En ik heb in mijn vorige baan zelf ook wel genoeg over deze problematiek opgesnoven. Wat me de afgelopen vijf weken wel opviel, was het gevoel van urgentie. Dat er nu bij iedereen een algemene bereidheid is om stappen te zetten. Zoals het nu gaat, is het niet goed, maar we hebben de kans er nu snel wat aan te doen. Het is vergelijkbaar met wat ik een ziekenhuisdirecteur bij mij in Heerlen hoorde zeggen: ‘Ik heb nu een oplossing in een kwartier, waar ik er voorheen vier jaar over moest debatteren.’ Dat gevoel.”

Coronabesmettingen bespoedigen aanpak arbeidsmigranten

Dat gevoel van urgentie is met name aangejaagd door de coronacrisis. Bij het uitbreken daarvan in Europa was in de land- en tuinbouw de hamvraag of het werk wel gedaan kon worden als binnengrenzen in de EU dicht zouden gaan. Maar al gauw verschoof de aandacht naar arbeidsmigranten en gezondheidsrisico’s.

Op de dag dat Roemer werd aangesteld was ook net het eerste nieuws bekend dat het coronavirus om zich heen greep onder personeel van slachterijen. En later bleken ook op twee grote bedrijven in de fruitketen arbeidsmigranten elkaar te hebben aangestoken. Daarbij is moeilijk te bewijzen of dat gebeurt op de werkplek, in de door de werkgever geregelde huisvesting of tijdens het transport daartussen. Voor alle drie de situaties doet Roemer aanbevelingen.

Roemer: één persoon per kamer, het kan

Een opvallende: in de huisvesting nog maar maximaal één persoon per kamer, met in een overgangstermijn eerst nog twee, maar bij inleners met een hoger risico (in het advies worden in dat kader alleen de slachterijen specifiek genoemd) al per direct nog maar een. Opvallend, omdat daar direct verzet op kwam van de werkgevers. Want er is al een tekort aan huisvesting en dat wordt zo alleen maar groter.”

“Toch zie ik dat iedereen bereid is om stappen te zetten. Ook al zijn die stappen uitdagend. Die aanbeveling van één persoon per kamer, dat ís zo’n uitdaging. En voor degenen die zich afvragen waarom dat ook na corona nog zou moeten? Dat is een kwestie van de menselijke maat. Wat zou u zelf willen? U wilt toch ook een fatsoenlijk dak boven uw hoofd? U wilt ook privacy. En ik heb ook bij heel veel werkgevers gezien dat ze het allang goed op orde hebben, met dezelfde uitgangspunten als die wij in ons advies aangeven. Dus het kán.”

Meer adviezen van aanjaagteam Emile Roemer

  • Neem in de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19, een daarop gebaseerde regeling of een soortgelijke wet de verplichting voor inleners en uitzendbureaus op direct de beschikking te hebben over het BSN-nummer, woonadres en telefoonnummer of e-mailadres van de arbeidsmigranten die voor de inlener/het detacherings- of het uitzendbureau werken.
  • Maak met inachtneming van relevante Europese regels werk van een complete en actuele registratie van arbeidsmigranten in de Basis Registratie Personen (BRP), zodat de arbeidsmigrant achterhaalbaar en traceerbaar is en leg de verplichting daartoe vast in de gemeentelijke woonverordening. Creëer bovendien prikkels voor werkgevers om arbeidsmigranten zich goed te laten registreren.
  • Voer maatregelen in om het moeilijker te maken met verkeerde intenties een uitzendbureau op te starten, en om malafide uitzendbureaus te stoppen. Betrek daarbij ook de mogelijkheid voor een verplichte waarborgsom voor uitzendbureaus en maatregelen om malafide bestuurders van uitzendbureaus en turboliquidaties effectiever tegen te gaan, zoals het ontwikkelen van bestuursrechtelijke maatregelen in aanvulling op strafrechtelijke.
  • Ontwikkel op basis van een probleemanalyse een centraal informatieknooppunt dat (in stappen) eventueel uitgebreid kan worden tot één centraal meldpunt, waar arbeidsmigranten liefst in hun eigen taal terecht kunnen.

Om alle werkgevers en huisvesters aan boord te krijgen legt u de bal vooral bij de plaatselijke overheid.

“Ik ben er erg voor dat alle gemeentes in Nederland een visie gaan maken over huisvesting arbeidsmigranten. Sommige lopen daar al in voorop. Sommigen zeggen: ik heb er nooit iets mee van doen gehad, waarom moet ik dat doen? Ik pleit ervoor dat elke gemeente die kijkt naar een vergunning voor een bedrijf dat zich wil vestigen of dat wil uitbreiden ook vraagt ‘hoe ga je om met de huisvesting van je arbeidsmigranten?’ Het kan niet zo zijn dat een gemeente wel graag bedrijven binnenhaalt, maar het probleem van die huisvesting bij een buurgemeente op het bordje gooit.”

Je kunt het bestuurlijk en politiek wel eens worden, maar er moet ook draagvlak zijn bij de burger.

“Ik denk daarom dat het heel verstandig is om die visie op de huisvesting van arbeidsmigranten in te bedden in een bredere visie op wonen. We hebben sowieso in Nederland een probleem met voldoende woonruimte voor iedereen. Jonge gezinnen die moeten wachten, we hebben het eerder gezien met het opvangen van vluchtelingen.”

“In de gesprekken die ik voer, merk ik wel degelijk draagvlak voor de notie dat wij in een beschaafd land een norm stellen voor wonen en werken. Wat ik wil is elke gemeente stevige handvatten geven voor strakker beleid om die norm waar te maken. En mooie good practices uit vooroplopende gemeenten, zodat andere gemeenten kunnen zien wat er goed werkt. Het ministerie van buitenlandse zaken heeft € 50 miljoen extra budget beschikbaar gesteld voor huisvesting van kwetsbare groepen. Daar kun je heel wat mee ontwikkelen.”

We weten gewoon niet waar de mensen werken en wonen

Gemeentes moeten ook aan de bak met de registratie van de arbeidsmigranten.

“En dat moet heel snel. Het is echt een omissie. Ik heb onlangs een toelichting gegeven aan het Veiligheidsberaad, de 25 burgemeesters die de Veiligheidsregio’s voorzitten. Mijn eerste punt was dat de registratie niet op orde is. We weten gewoon niet waar de mensen werken en wonen. En ik zag in een keer 25 burgemeesters instemmend knikken, zo van ‘hè hè, laten we daar nou eindelijk eens wat aan doen’. En die herkenning is er ook in het hele veld bij de belangenorganisaties en branches.”

Zoals de afgelopen twintig jaar ook al heel vaak is bepleit, adviseert u nu ook weer: reguleer de uitzendbranche. Dat dat moet, daarover lijkt brede overeenstemming. Iets minder over het hoe.

“We hebben allerlei mogelijkheden al voorbij horen komen. In de kamer is gesproken over een vorm van vergunningplicht. Of over het storten van een waarborgsom. Of een verplichte kwaliteitsnormering waar bureaus aan moeten voldoen. Elke vorm van regulering heeft wel zijn voor- en tegenstanders, maar die bezwaren hebben vaak praktische redenen. Bijvoorbeeld dat het kostenverhogend zou zijn of te veel bureaucratie zou geven. Nu alle betrokken departementen bijeen zitten in dit aanjaagteam, moeten we daar uit kunnen komen.”

Lees verder onder de foto

Emile Roemer op werkbezoek in de Betuwe: ”Een persoon per kamer gaat ook over de menselijke maat.” - Foto: ANP

Emile Roemer op werkbezoek in de Betuwe: ”Een persoon per kamer gaat ook over de menselijke maat.” – Foto: ANP

In uw advies gaat het niet over financiële bescherming van arbeidsmigranten. Kan het weren van malafide bureaus daar een antwoord op zijn?

“Je ontkomt er niet aan dat bij het uitwerken van deze adviezen ook wordt gekeken naar tijdelijk werk door arbeidsmigranten als verdienmodel. Als je het hebt over de menselijke maat en over een level playing field, dan gaat het ook over een eerlijk loon versus vormen van uitbuiting. Dat heeft te maken met arbeidsvoorwaarden, wel of niet verbindend verklaren van een cao. Waar gaat dat nou mis, wanneer gaat het mis en door wie? Ik zie ook heel veel bedrijven die dat keurig op orde hebben, die doorbetalen bij ziekte, die de zorgverzekering op orde hebben en houden, ook nog voor een periode nadat het arbeidscontract afloopt. Laten we daar nou samen de norm van maken.”

Het klinkt heel logisch en veel van de aanbevelingen zijn ook al eerder gedaan door commissies en ministers. Waarom zou het nu ook echt gaan gebeuren?

“Soms heb je momentum nodig. Misschien dat de coronacrisis daar nu voor kan zorgen. Er wordt al heel lang over gesproken inderdaad, veel rapporten zijn er over geschreven, maar nu heeft iedereen wel het gevoel dat we moeten doorpakken. De tijd van praten is voorbij.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin