Voor ontheffing van gebruik van kraaienvangkooien in perenpercelen moet Noord-Brabant strengere voorwaarden stellen.
Dat oordeelt de Raad van State in een uitspraak over het gebruik van 3 vangkooien in 2019. Volgens de rechter is niet voldoende bewezen dat de fruitteler in 2017 bijna € 20.000 schade leed door kauwtjes en zwarte kraaien. De aangifte bij het Faunafonds zou daarvoor een bewijsstuk zijn, maar die ontbrak bij de aanvraag in 2019. Het Faunafonds heeft wel verklaard dat sprake is van belangrijke schade. Dat is volgens Noor-Brabant genoeg voor een ontheffing.
Advies niet overgenomen
Daarnaast is volgens de rechter niet voldoende aangetoond dat kraaien voor 80% verantwoordelijk zijn voor de schade. Ook is niet aangetoond dat de inzet van vangkooien voldoende werking heeft, stelt de rechter. Datzelfde adviseerde eerder ook al de provinciale Hoor-en adviescommissie (Hac). De provincie heeft delen van dat advies echter niet overgenomen. Verder stelt de rechter dat de ontheffing geen regels oplegt aan de methode van het doden van de gevangen kraaien. Dat gebeurt in de praktijk met een geweer, maar is niet voorgeschreven.
Alternatief te duur
De provincie dient volgens de rechter vóór een ontheffingsverlening eerst onderzoek te doen naar de kosten en baten van een alternatief voor vangkooien. De provincie stelt dat de kosten voor netten over de percelen te hoog zijn, maar onderbouwt dat niet voldoende, zo stelt de rechter. Daarmee moet de provincie een bezwaar tegen de ontheffing voor 2019 opnieuw behandelen. Zo’n ontheffing is ook voor de afgelopen teelt in 2020 afgegeven overigens.