Coronacrisis of niet, duurzaamheid blijft in de aandacht. Bij supermarkten speelt het thema nog, ook al staan ambities van de sector onder druk. De Rabobank wil er over blijven praten met klanten.
De Rabobank komt midden in de coronacrisis met het duurzaamheidsonderzoek Het goed doen, om er telers mee te stimuleren. De timing is toeval. Het rapport stond al lang op de planning.
Duurzaamheid blijft ook in de coronacrisis op het netvlies, stelt senior-analist van de Rabobank, Cindy van Rijswick. Al is verpakking de uitzondering. “De verpakkingsdiscussie speelt nu wat minder. Sommige Duitse supermarkten houden er nog sterk aan vast, maar er zijn toch ook ketens die vanwege hygiëne in deze coronatijd weer meer plastic vragen om hun producten.”
Arbeidsmigranten
Voor andere duurzaamheidsonderwerpen zorgt de coronacrisis niet voor een tijdelijke pauze. Van Rijswick: “Residu-eisen blijven gelden voor groenten en fruit. Ook bij kwaliteit kun je niet de kantjes ervan af lopen. Het is nu even lastig door de coronacrisis, maar we gaan ervan uit dat de bedrijven straks ook weer verder kunnen.” Soms kan een onderwerp door de coronacrisis juist hoger op de agenda komen, zoals het veilig laten werken en wonen van arbeidsmigranten, denkt Van Rijswick.
Lees verder onder de foto.
Tempo verduurzaming
Het valt op dat Rabobank recent via directeur Amsterdam Barbara Baarsma in het nieuws was over de potentiële voordelen van korte ketens. De grote gerichtheid op export is kwetsbaar. Ook Eurocommissaris Frans Timmermans komt met verduurzamingsplannen, de nationale overheid heeft net resultaten van Brede Heroverwegingen gepubliceerd, om een duurzaamheidsomslag te realiseren in land- en tuinbouw. Het lijkt wel alsof de crisis aanleiding is om te versnellen.
Duurzaamheid dreigt een irritatiewoord te worden
Van Rijswick en sectormanager tuinbouw Arne Bac kennen de boodschap van collega Baarsma, maar die staat los van hun tuinbouwrapport. Van Rijswick: “Ons duurzaamheidsrapport focust op de tuinbouwsector, waarbij het vertrekpunt wordt gevormd door de richtingen waarin ondernemers zelf kansen zien voor verduurzaming.” Volgens Bac is verduurzaming geen nieuws. “In elk klantenoverleg bij een spronginvestering praten we hierover met klanten. Dan blijkt dat 9 op de 10 bedrijven voldoen aan de eisen. Bij de bedrijven waar dat moeilijker ligt, willen we net dat laatste zetje geven. We willen hiermee ook niet een verwijzend vingertje heffen. Duurzaamheid dreigt een irritatiewoord te worden, maar we willen het juist dichterbij brengen.”
Radicalere stappen
Toch staat in het rapport Het goed doen dat de tuinbouw aan radicalere wijzigingen moet denken als mogelijk alle kleine verduurzamingsstapjes niet voldoende zijn om bepaalde doelen te halen. Wil de Rabobank dan nu dat de tuinbouw sneller verduurzaamt? Dat is niet het geval, stelt Bac. Achter de schermen wordt voor het tuinbouwakkoord gesproken over verduurzaming. Bac: “We kiezen dezelfde snelheid als het tuinbouwakkoord. Daar wordt aan de tafel plantgezondheid en teeltsystemen juist over dit soort zaken gesproken. Met grotere stappen bedoelen we bijvoorbeeld rassen met natuurlijke resistentie, maar dan kom je weer bij klassieke veredeling, waarbij het lastiger is snelheid te maken. Of de groei van het aantal groene middelen dat te langzaam gaat.”
Lees verder onder de foto.
Ambities sector onder druk
Recent werd bekend dat de tuinbouw in deze crisis zelf alle duurzaamheidsakkoorden gaat herijken en de zwaktes van het huidige model onder de loep neemt. Bac verwacht dat dit zal betekenen dat ambities lager bijgesteld worden. De zwakkere financiële buffers bij vooral sierteeltbedrijven nopen hiertoe. “Dat gaat remmen in het realiseren van de doelen. De grote broer van de voedingstuinbouw heeft daar last van. Samen zitten zij toch in hetzelfde schip.”
Toch verwacht de Rabobank dat de ondernemer zich goed voorbereidt op verdere duurzaamheidsstappen. Telers kunnen zichzelf onder de loep nemen en bedrijven uit hun netwerk kunnen daarbij helpen. Dat moet leiden tot een materialiteitsindex, een modelvorm om snel inzicht te krijgen in welke duurzaamheidsthema’s voor een bedrijf belangrijk zijn.
Klantengesprekken Rabobank
Zo’n oefening zal gevraagd worden in klantengesprekken. Van Rijswick: “Vooropgesteld, bedrijven bepalen zelf wat ze belangrijk vinden. Er zijn bloemenbedrijven die de lat hoog leggen voor sociale issues, anderen weer op energie, weer anderen op verlaging van milieulast van de teelt. Het gaat erom dat je een aantal thema’s uitkiest samen met je stakeholders. Dan blijken energie en water vaak dichter bij het bedrijf te liggen dan verpakking. Dat onderwerp is vaak door media gestuurd, al zijn er natuurlijk echt wel supermarkten mee bezig.”
Certificaten niet onderscheidend
Waar de coronacrisis ook nog een effect kan hebben, is digitalisering. Nu we gewend raken aan online audits en controle op certificaten, is misschien ook de ontwikkeling van certificaten naar ecoscores versneld. Bedrijven kunnen zich dan individueel onderscheiden op hun eigen milieuscores, in plaats van allemaal hetzelfde certificaat. Bac. “Je ziet dat dataversnelling nu op gang komt. Wil je een certificaat, dan moet je data beschikbaar hebben. Bij het sierteeltcertificaat MPS moet je voor het hoogste label Product Proof bijvoorbeeld op dagbasis registreren.” Voor zo’n stap naar ecoscores is nog een lange weg te gaan, al wordt die weg korter als digitale registraties steeds eenvoudiger worden.
Nederland niet altijd zo goed
Het onderzoeksrapport van de Rabobank Het goed doen beschrijft waar Nederlandse producten op sommige duurzaamheidsaspecten slechter scoren dan buitenlandse. Zo wijst Rabobank op het Consumentenbond-onderzoek naar paprika. Nederlandse gangbare paprika legt het qua footprint voor CO2 af tegen het Spaanse product. Alleen met aardwarmte is die footprint lager. In ander duurzaamheidsonderzoek scoort Nederlandse paprika weer beter als ook water en omgang met personeel wordt betrokken. Ook voor verspilling haalt de bank hoge cijfers aan in het rapport, terwijl er ook cijfers zijn waarin Nederland goed scoort. Analist Cindy van Rijswick: “Dat klopt als je breder kijkt, maar we willen toch iedereen aan het denken zetten. Er wordt altijd gezegd dat we in Nederland alles zo duurzaam doen. Maar dat is lang niet altijd zo. Als je dat zegt, wordt je snel zelfgenoegzaam. Er gaat veel goed. Zeker bij glastuinbouw is de impact op milieu hard omlaag gegaan, maar je moet de cijfers er wel bij willen leggen.”