Corona bewijst hoe overheden en burgers radicaal kunnen samenwerken. Zo zou ook een transformatie van het platteland kunnen verlopen, meent Rem Koolhaas.
Rem Koolhaas is als het om de land- en tuinbouw gaat nog altijd een outsider te noemen. Maar de toparchitect is wel een outsider van wereldnaam en -faam, die geïntrigeerd raakte door de streek, die vlak naast zijn stad Rotterdam zorgt voor gezond voedsel.
Gisteren trapte Koolhaas samen met de Wageningse filosoof Clemens Driessen af in de tiendelige webinarreeks Eat This van Stichting Nethwork en het World Horti Center in Naaldwijk. Een overweldigende hoeveelheid van meer dan 750 aanmeldingen zorgde ervoor dat het platform van Citrix overbelast raakte. Het toont het gewicht dat wordt toegekend aan de mening van de man die het platteland naar het centrum van de metropool New York bracht in de nu stilliggende, maar tot janauri 2021 verlengde tentoonstelling ‘Countryside – The Future’ in het Guggenheim Museum.
Curious how Rem Koolhaas looks at the production of food and the way in which horticulture approaches it in relation to climate change, energy, sustainability?
Watch the broadcast of yesterday’s webinar EAT THIS! Rem Koolhaas, via this link: https://t.co/SgDPZSPdjQ pic.twitter.com/E8Vy9Gsnvk
— World Horti Center (@WorldHortiCentr) May 7, 2020
‘10 kilometer verderop een nieuwe wereld’
“Ik vond het schokkend te ontdekken dat er zoiets radicaals als het Westland bestond vlak om de hoek bij ons”, zegt Koolhaas vanuit zijn thuiskantoor in Amsterdam. “Dat 10 kilometer van ons kantoor een compleet nieuwe wereld was ontstaan. En die wereld is een vreemde wereld, die elementen van traditie en typisch Nederlandse dorpsomgeving combineert met radicaal moderne techniek.”
Koolhaas trekt vergelijkingen tussen satellietfoto’s van de Westlandse kassen en de bedrijfslandschappen van Silicon Valley en andere internetbedrijven in de VS, die ook lukraak in het landschap lijken te zijn geworpen. Die schijnbaar organische vorming van een kunstmatig landschap is overigens ook elders te zien. Maar ook is Koolhaas op zijn rondreis langs agrarische landschappen in de wereld de laatste jaren andere modellen tegen gekomen. Zoals een Chinees modeldorp waar de dorpsbebouwing is vervangen door hoogbouw. Daar wonen de boeren die werken in de kassen rondom het dorp.
Van bovenaf gestuurd
Dat laatste lijkt sowieso niet de manier waarop de tuinbouw in Nederland zich zou kunnen transformeren. Te zeer van bovenaf gestuurd. Want ook al was Holland in de 17de eeuw wereldleider in het planmatig en rationeel denken – met voorop filosofen als Spinoza en de naar hier uitgeweken Fransman Descartes, maar ook wetenschappers als Huygens en ingenieurs als Leeghwater en Stevin – de laatste 40 jaar is ons land gevolgd in de voetstappen van Reagan en Thatcher en is de rol van de overheid in zoiets als ruimtelijke ordening er vooral een van reageren op wat de markt vraagt.
Westland en Wageningen prachtige fenomenen
Toch ziet Koolhaas wel degelijk perspectief voor een meer gecoördineerde vormgeving van het platteland, ook in Nederland. “Westland en Wageningen zijn allebei prachtige fenomenen, ongelofelijk intelligent en met ongelofelijke hoeveelheden kennis. Maar in termen van duurzaamheid en van het definiëren wat goed is voor de mensheid en daaraan bijdragen, staan ze eerlijk gezegd nog maar pas aan het begin.”
Uit zijn ervaring uit deelname aan brainstormsessies over de toekomst van het Westland maakt hij op dat er vanuit de tuinbouw nog wel wat ruimer gekeken kan worden, naar veel meer aspecten dan teelt, handel en logistiek. “We kunnen niet eenvoudig doorgaan as usual en proberen te optimaliseren wat er al is. Ik denk dat veel sterkere coalities gevormd moeten worden. En dat er een drastische samenwerking nodig is tussen overheid en bedrijven voor productievere én meer leefbare uitkomsten.”
Weg vooruit vanuit coronacrisis
De coronacrisis en hoe overheden en burgers daarop reageren, toont volgens Koolhaas aan dat er een weg vooruit is. “Als je de ongelofelijke hoeveelheden geld ziet die hierin zijn gestoken en de geweldige veranderingen waar de mensen mee moeten omgaan, dan is het ook kennelijk mogelijk dat een actieve overheid zijn rol speelt en aanwezig is in een dagelijkse interactie in het leven van burgers. Het is niet vreemd om te denken dat een deel van dat geld wordt ingezet voor meer duurzaamheid en meer internationale samenhang op dat vlak.”