Als Perry Verbruggen vertelt over zijn bedrijf en machines bouwen, spat de gedrevenheid er vanaf. Natuurlijk, ze bouwen ook machines in serie, maar het specifiek bouwen of aanpassen van machines naar klantwens geeft toch de ultieme kick. “Moeilijk’ is voor mij ‘volledig ja’.”
Als iets als ‘moeilijk om te maken’ of ‘zal niet gaan’ wordt bestempeld, is dat voor Perry Verbruggen het sein om er volledig voor te gaan. Dat betekent niet dat Verbruggen Mechanisatie in het Noord-Brabantse Erp alles wat er gevraagd wordt ook direct gaat bouwen, maar wel bíjna alles.
“Je kunt soms tot de conclusie komen dat je een werktuig, machine of hulpmiddel wel kunt maken, maar dat het zo specifiek is dat het ontwikkelen heel veel geld gaat kosten. Zelfs zodanig veel dat het risico voor die klant te groot wordt. Dan adviseren we een meer standaard machine die we, als het misgaat, elders kunnen inzetten. Maar nu hebben we het echt over uitzonderingen. In de meeste gevallen adviseren we klanten hun wensen te verwerken in een deels of geheel al uitgewerkte machine.”
Artikel gaat verder onder de foto
Aanpak in stappen
Het inspirerende van machines bouwen vindt Verbruggen de uitdaging een oplossing te bieden die verder gaat dan de eerste klantwens. “Mensen komen bij ons en we gaan in gesprek. Zo kom je tot ideeën en krijg je snel inzicht of je aan de wens kunt voldoen, en hoe je tot een passende oplossing kunt komen. We werken die ideeën vervolgens met een team uit.” Dat gaat in stappen, aldus Verbruggen.
“Als je bijvoorbeeld een machine wilt ontwikkelen voor de broccoli-oogst, moet je eerst kijken of je het scherm automatisch van de stam kunt snijden. Lukt dat al niet, dan kun je stoppen. Lukt dat wel, dan kun je naar stap twee: de grootte, ontbladeren en sorteren. Als dat lukt, kijk je verder naar de manier van verpakken. Uiteindelijk kom je tot het gewenste resultaat, met zo min mogelijk handjes die daarvoor nodig zijn. Dat is ook de grote lijn van alles wat we doen, een product zo snel mogelijk en liefst automatisch op werkhoogte zien te krijgen en het vervolgens met zo min mogelijk handelingen tot het gewenste eindresultaat zien te brengen.”
Het thema van het laatste magazine van dit jaar is inspiratie. Lees ook: Kloostertuin waar hemel en aarde elkaar raken
24/7 techniek
Eigenlijk is Verbruggen bijna 24/7 met techniek bezig. “Als ik ergens iets zie, wil ik weten hoe het gebouwd is of hoe een constructie bedacht is. Als ik in mijn auto zit en ik rijd bijvoorbeeld achter een vrachtauto met een torenkraan, dan kan ik er een poos achter blijven rijden totdat ik de details heb gezien en denk ‘wat zijn het toch slimme mensen die dit bedenken’. Als ergens op een veld een machine rijd die ik niet ken, ga ik het liefst kijken hoe die werkt.” En wat vinden zijn echtgenote en twee kinderen daarvan? “Die vinden er niets van en hebben er niets mee. Maar het is nou ook weer niet zo dat ik aan niets anders denk dan techniek.”
De eerste machine die ik bouwde was volgens mij een getrokken smalspoor veldspuit, gemaakt om onkruid te verdelgen tussen de ruggen van mijn vaders’ snijbonen.
Van veredelde dorpssmid naar een professioneel mechanisatiebedrijf
Verbruggen studeerde in 1997 in Roermond op zijn 20ste af als eerste monteur landbouwmechanisatie. Hij werkte daarna zes jaar in een werkplaats bij een loonwerker, maar de tuinbouw en het vollegrondsgroentebedrijf van zijn ouders bleven hem trekken. Daarom ging hij in 2003 in de maatschap van zijn ouders. Het bedrijf had ook een kleine werkplaats voor onderhoud en verbeteren van de eigen machines. Verbruggen kreeg daarnaast steeds vaker vragen van collega’s om hun machines en werktuigen aan te passen. In 2010 nam hij het bedrijf van zijn ouders over. “Dat was eigenlijk het begin, we veranderden van een veredelde dorpssmid in een professioneel mechanisatiebedrijf. De mechanisatie won het van het telen en buiten zijn.”
Artikel gaat verder onder de foto
Van den Beucken Machinebouw
In datzelfde jaar werd ook Van den Beucken Machinebouw in Belfeld onderdeel van Verbruggen Mechanisatie. “We hebben die stap gezet vanwege de specifieke kennis die ze daar hadden en vanwege de kwaliteit van hun plant- en oogstmachines. Al snel bleken beide bedrijven nog beter bij elkaar te passen dan we vooraf al dachten.”
In de huidige situatie worden de meeste plant- en oogstmachines in serie gebouwd. “Die zorgen voor omzet, waarvan je een deel kunt investeren in het ontwikkelen van specifieke machines. Dat geeft een mooie balans in het bedrijf. Daarnaast leveren we veel sorteer-, snij- en verwerkingsmachines aan champignonbedrijven die voor de verwerkende industrie telen.”
Trots gevoel
Inmiddels werken er 22 mensen bij Verbruggen. Deed hij het tekenen in het begin nog zelf en op papier, anno 2020 heeft hij vier tekenaars fulltime in dienst en maken ze 3D-tekeningen. “Eigenlijk is iedereen binnen ons bedrijf continu met mechanisatie bezig. Dat stralen we ook uit. Dat ik daar met ons team voor gezorgd heb, geeft me wel een trots gevoel. Ook als er over nieuwe machines van ons in vakbladen geschreven wordt, vind ik dat een eer. Het inspireert mij om bij nieuwe vragen opnieuw naar die gepaste oplossing te zoeken.”
Brede klantenkring
Het scala aan machines dat inmiddels van Verbruggen/Van den Beucken rondrijdt, is groot. Niet de minste bedrijven behoren tot zijn Nederlandse klantenkring. Verder lopen er machines in vrijwel heel West-Europa en enkele in Oost-Europa. Maar wat was nou de allereerste machine die hij als jochie bouwde? “Dat is een goede vraag, daar moet ik even over nadenken. Volgens mij was het een getrokken smalspoor veldspuit, gemaakt om onkruid te verdelgen tussen de ruggen van mijn vaders’ snijbonen.”
IJsbergsla oogsten
Ondanks alle geavanceerde oplossingen die Verbruggen bedacht, is de oogst van bijvoorbeeld ijsbergsla nog steeds handwerk, uitgevoerd door personeel dat in de huif van de oogst- en verwerkingsmachine op hun knieën moet werken. “Dat klopt, maar ook dat gaat veranderen, want het is steeds moeilijker om die mensen nog te vinden. Het is niet makkelijk om over zo’n grote werkbreedte over meerdere bedden mechanisch te snijden, maar met de huidige technieken moet dat technisch kunnen.”
Ook hier gaat het in stappen. “Eerst de krop vinden, dan iedere krop op de juiste hoogte snijden en als dat lukt, komt het vervolg. Zo’n machine moet je ontwikkelen met mensen uit de praktijk. Die weten hoe een krop in de grond staat en hoe die groeit. Ik zeg je, die ontwikkeling komt er, ook al is het moeilijk.” Opnieuw het sein dat Verbruggen er met een ‘volledig ja’ helemaal voor gaat …