Voor fruitteler Sander Verstegen in Opijnen (Gld.) is 2020 het eerste jaar dat hij deelneemt aan het NPPL-project. Speerpunt voor zijn bedrijf is boomspecifiek wortelsnoeien. Verstegen ziet daar inmiddels de eerste positieve resultaten van.
Het belangrijkste thema in het NPPL-project was voor Sander Verstegen het boomspecifiek wortelsnoeien. Voorafgaand zijn met een dronevlucht in de nazomer van 2019 de verschillen in groei tussen de individuele bomen binnen het pilotperceel Conference in beeld gebracht. Deze beelden zijn verwerkt tot een taakkaart om gericht op GPS te kunnen wortelsnoeien.
Na wintersnoei groei lastig te beoordelen
Als fruitteler wil je dat bomen optimaal groeien. Bij te harde groei is het gebruikelijk om een wortelsnoei toe te passen. Vaak gebeurt dat in de winterperiode, maar als de wintersnoei al gebeurd is, is het lastig om vanaf de trekker met het blote oog nog te beoordelen welke bomen te hard groeien. Dat speelt het sterkste als door verschillen in grondslag, schade door wintervorst aan de perenonderstam of de aftakelingsziekte Pear Decline, grote onderlinge groeiverschillen per boom zichtbaar worden.
Snoeien op basis van taakkaart
Door het natte winterweer en de moeilijke rijomstandigheden was het dit jaar lastig om al vroeg in het seizoen te gaan wortelsnoeien. Pas begin april was het mogelijk om op basis van een taakkaart boomspecifiek te wortelsnoei toe te passen. Daarvoor kon Verstegen niet zijn eigen wortelsnoeier van Boreco gebruiken, maar wel een aangepaste versie van hetzelfde type van een loonwerker uit de buurt.
Eerste resultaten al zichtbaar
Bij het boomspecifiek wortelsnoeien vroeg het extra aandacht om het wortelsnoeimes op exact de juiste plek de grond in te laten gaan. Uiteindelijk is dat in samenwerking met Bert Rijk van Area Imaging met wat schuiven op de taakkaart opgelost. Verder werkte het technisch naar tevredenheid.
Inmiddels zijn er op het einde van het groeiseizoen op het perceel door projectuitvoerder Pieter van Dalfsen waarnemingen uitgevoerd. Het is nog even wachten op de verwerking van de cijfers rond de groeiverschillen, maar voor Verstegen is het al een succes omdat hij ziet dat de groei van de bomen veel uniformer is.
Lees ook: ‘Blad blazen voor vruchtkleuring appels werkt goed’
Aanpassingen wortelsnoeier
Volgend jaar wil Verstegen op een groot deel van zijn bedrijf boomspecifiek gaan wortelsnoeien. Daartoe heeft Area Imaging vóór de pluk met een drone over alle percelen van het fruitteeltbedrijf gevlogen. Het opstellen van een taakkaart is nog een klus voor de komende periode.
In de afgelopen periode is in samenwerking met GPX Solutions zijn eigen wortelsnoeier al deels aangepast voor dit doel. Er zijn nieuwe ventielen voor de hydrauliek op de snijder gezet en er is een extra kastje op de wortelsnoeier geplaatst dat het samenspel tussen taakkaart, GPS-signaal en het wortelsnoeimes goed regelt.
Tekst gaat verder onder de foto
Meer capaciteit
De standaard hydraulische cylinder op de wortelsnijder wordt nog vervangen door een exemplaar met meer capaciteit. Dat is hard nodig om het wortelsnoeimes veel vlotter in en uit de grond te krijgen. Zonder deze extra hydraulische capaciteit is de rijsnelheid slechts 1 tot 1,5 kilometer per uur. Straks kan dat 3 tot 3,5 kilometer per uur zijn en dat komt dicht in de buurt van de normale rijsnelheid bij wortelsnoeien van 4 tot 4,5 kilometer per uur.
Plaatsspecifiek bemesten
Verstegen wilde binnen NPPL ook met het boomspecifiek bemesten gaan starten, met als doel de groei van traag groeiende bomen te stimuleren. Dat gebeurt door rond de bloeiperiode gericht (opgeloste) kunstmest te geven aan alleen de zwakste bomen. De aanpassing van de onkruidspuit voor dit doel kwam te laat, maar is inmiddels wel uitgevoerd. De belangrijkste aanpassing is het kunnen vervangen van de spuitbalk met onkruiddoppen door twee broeskoppen. Deze aanpassing is samen met Hendrik Hol van mechanisatiebedrijf Hol gedaan. Omdat dit meer pompcapaciteit vraagt, is de werking zoals bij de onkruidbestrijdiing niet tweezijdig, maar eenzijdig. Of dit boomspecifiek bemesten tot het gewenste effect leidt, zal in 2021 moeten blijken.
Spuittechniek
Wat betreft spuittechniek heeft Verstegen net als de voorafgaande drie jaren met zijn drierijige HSS-spuit op GPS gespoten. De integratie van de boomgaardspuit met het registratieprogramma Agromanager dat hij sinds dit jaar gebruikt, verloopt vlot. De ontwikkelingen rond de nieuwe PWM-techniek bij vooral zijn NPPL-collega Martijn Slabbekoorn volgt hij goed. Het monitoren van het gewas om veel gerichter te spuiten als er alleen blad voor de spuitdoppen zit, spreekt hem erg aan.
Omdat het bedrijf onlangs met 30 hectare gegroeid is, is het voor hem van nóg groter belang in zo weinig mogelijk tijd alle percelen te kunnen behandelen. In het komende jaar oriënteert hij zich verder of er een tweede drierijige spuit gaat komen of dat het richting een autonoom rijdende enkelrijige boomgaardspuit met PWM-techniek gaat.
Tekst gaat verder onder de foto
Monitoren van de pluk
Voor komende winter staat ook het beter plaatsspecifiek kunnen vastleggen van oogstgegevens tijdens de pluk op het programma. Vorig jaar was het proefdraaien met een systeem waarbij op de pluktreinkarren een weeginstallatie was gemonteerd. Dat werkte wel, maar had ook zijn bezwaren. Allereerst kwamen de voorraadkisten wat hoger te staan, waardoor het direct in de kist plukken lastiger werd. Bovendien kenmerkte de plukperiode in 2019 zich door veel regen en moeilijk kunnen rijden. Dan is het extra gewicht van de weeginstallatie niet gewenst. Het is één van de punten waarmee hij met Area Imaging en de trekkerfabrikant Kubota aan de slag gaat.
Boomspecifiek vruchtdunnen
In 2021 wil Verstegen wel voor het eerst aan de slag met boomspecifiek vruchtdunnen. De oogst van 2020 was bij hem, net als bij veel appeltelers, wat minder en met grote verschillen in dracht per boom. Daar liggen duidelijk kansen voor precisiefruitteelt. In het voorjaar was duidelijk te zien dat de bloei van een deel van de bomen zwaar tegenviel, maar dat er in hetzelfde perceel ook bomen met veel bloemknoppen waren. Ideaal is als de bomen uniform bloeien, want dan is vruchtdunnen het makkelijkste uit te voeren. Maar het ligt voor de hand dat het beeld volgend jaar tegenovergesteld zal zijn aan dit jaar. Alleen staan er dan naar verwachting meer bomen, die zwaar bloeien en minder bomen die tegenvallen in bloei.
Uniforme vruchtdracht
Een meer uniforme bloei en nog belangrijker uniformere vruchtdracht valt te bereiken door de rijkbloeiende bomen in de aanplant vroeger en vaker met dunmiddelen te spuiten dan minder goed of ronduit slecht bloeiende bomen. Zo wil Verstegen het volgend jaar al in de volle bloei de best bloeiende bomen met de meststof ATS spuiten. ATS zorgt dat een deel van de bloemen verbranden en niet meer vrucht zetten. Alleen de vruchten die dan al bestoven zijn groeien nog wel door.
Minder uren handdunnen
Op basis van dronebeelden die de witte kleur van de bloemblaadjes herkennen, kun je de taakkaart vullen met bomen die gericht voor dunning gespoten moeten worden. Dezelfde beelden kunnen ook gebruikt worden voor eventuele latere toepassingen van andere vruchtdunningsmiddelen zoals Brevis. Op deze manier wil Verstegen het aantal uren handdunnen fors terugbrengen. “Je had jaren dat we 200 uur per hectare op dungevoelige rassen zoals Elstar en Kanzi aan het handdunnen waren”, licht hij toe. “Dat willen we terugbrengen naar 50 tot 75 uur.”