Te gast bij de Koninklijke Nederlandse Plantenziektenkundige Vereniging blikten fabrikanten, beleidsmakers, handhavers, teelt en wetenschap vooruit op de nieuwe Nota Duurzame Gewasbescherming. Vooral voor milieu en gebruiker moet het beter.
Er is een nieuwe Nota Duurzame Gewasbescherming in de maak. De vorige had een looptijd tot en met 2010 en inmiddels zijn nieuwe Europese gewasbeschermingsregels van kracht. Hoewel telers veel inspanningen verrichten, zijn de doelen uit die vorige nota lang niet allemaal gehaald. Verbeterdoelen voor voedselveiligheid (aantal overschrijdingen van de maximale residulimieten) werden ruim gehaald. Daarbij bleef het economisch perspectief (tot 1,5 procent meerkosten door beleidswetgeving) behouden. Wetgeving leverde de grootste bijdrage in het bereiken van de doelen.
Op het gebied van arbeidsveiligheid van middeltoepassingen en bij de ecologische kwaliteit bleef de tuinbouw in gebreke. 65 procent van alle bedrijven heeft een risico-inventarisatie en evaluatie, terwijl het de bedoeling was dat alle bedrijven zo’n plan zouden laten opstellen. En bij bedrijven die er een hebben, blijkt die vaak passief als document ergens op de plank te liggen.
De milieubelasting voor het oppervlaktewater is in de loop der jaren gedaald, maar na 2004 is daarin stagnatie opgetreden. De totale milieubelasting door de landbouw is daardoor met 85 procent gedaald in plaats van de beoogde 95 procent. Op de helft van de meetlocaties in het oppervlaktewater worden nog overschrijdingen van de milieunormen vastgesteld.
2010 gaat voor de nieuwe nota als referentiejaar dienen omdat door evaluaties veel gegevens over de stand van zaken op dat moment bekend zijn. De nota loopt tot 2023, waarbij er in 2018 een tussenevaluatie zal worden uitgevoerd.
Naar 90 procent reductie
Er wordt nog gewerkt aan het concept. Voorlopig is de strategie om meer verantwoordelijkheden voor het bereiken van de doelen bij het bedrijfsleven neer te leggen. De bedoeling is dat alle telers in 2014 geïntegreerde gewasbescherming toepassen. Om dit te kunnen realiseren is een effectief middelenpakket nodig. Daarbij zal bijvoorbeeld de toelating voor kleine gewassen gaan worden gestimuleerd binnen het Expert Centre Specialty Crops.
Omdat de glastuinbouw de meeste overschrijdingen veroorzaakt, zal naast verdere stimulering van geïntegreerde gewasbescherming ook worden ingezet op lozingenbeperking en zuivering van spuiwater. Ook zullen de daadwerkelijke emissiecijfers worden meegenomen in toelatingsbeoordelingen.
De voorlopige doelstelling voor 2018 is dat er 50 procent minder normoverschrijdingen zijn bij de milieu- en waterdoelstellingen. In 2023 moet die reductie zijn opgelopen naar 90 procent. Bij de innamepunten van oppervlaktewater voor drinkwaterdoeleinden is het doel voor 2023 zelfs 95 minder normoverschrijdingen dan in 2010.
Er zal optimalisatie gaan plaatsvinden bij de monitoring en het meetnet van waterkwaliteitbeheerders. Mochten daaruit te grote normoverschrijdingen blijken, dan moeten toelatinghouders van gewasbeschermingsmiddelen een emissiereductieplan opstellen, waarbij ze verantwoordelijk worden voor de uitvoering daarvan. Heeft dat ook onvoldoende resultaat, dan kan de toelating in gevaar komen van middelen die voor de overschrijdingen zorgen.
Voor open teelten is het voorlopig opgestelde doel te komen tot 75 procent reductie over het hele perceel. Een EU-vergoeding zal mogelijkheden bieden om vrijwillig over te gaan tot verbreding van de teeltvrije zone.
De in Nefyto verenigde producenten van gewasbeschermingsmiddelen hebben tot nu toe niet ervaren dat het verkrijgen van toelatingen onder de nieuwe EU-verordeningen moeilijker wordt en het aanbod aan nieuwe middelen zou kunnen opdrogen.
Daarnaast verwacht Nefyto een tendens dat de gewasbescherming steeds meer geïntegreerd aangepakt gaat worden, in samenwerking tussen veredelaars, leveranciers van biologische bestrijders en fabrikanten van chemische gewasbeschermingsmiddelen. En telers, want die moeten het waarmaken.
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Peter Visser