Van de 150 hectare in de Wieringermeer, bekend om ‘bonte’ grond, heeft akkerbouwer Bart van Loon 100 hectare gescand. Wat precisielandbouw betreft stuurt hij vooralsnog op de samenstelling van de bodem. Dit doet hij bij toepassing van bodemherbiciden in ui en nu dus ook met het zaaien van peen.
Variabel bodemherbiciden spuiten voor en na opkomst in de teelt van uien deed Van Loon dit jaar al voor de derde keer. Variabel peen zaaien deed hij vorig jaar voor het eerst in een proef. Helaas werd het proefperceel getroffen door hevige regenval, waardoor veel zaad wegspoelde en het resultaat onbetrouwbaar werd.
Nieuwe poging
In de week van 4 mei probeerde hij het opnieuw. Op basis van gegevens uit de bodemscan maakte Sander Dekker van CAV Agrotheek een taakkaart. Op zwaardere plekken, het lutumgehalte varieert van 5 tot 17%, wordt 10% meer gezaaid en op de lichtere plekken 10% minder. Dit gaat in stappen van 5% (5% lutum = 90%; 8% lutum = 95%; 11% lutum = 100%; 14% lutum = 105% en 17% lutum = 110%). 100% staat voor 900.000 zaden per ha met de rassen Blanes en Xela voor C/D peen. Een deel van het perceel wordt niet variabel gezaaid ter vergelijking.
Besturingstechniek
Variabel zaaien is mogelijk gemaakt door Raven RCM te koppelen aan het Trimble GFX-scherm. Hiermee kan via een taakkaart de hydromotor op de zaaimachine worden aangestuurd op snelheid. Behalve variabel zaaien zijn er met deze besturingstechniek nog twee andere werkgangen tegelijkertijd variabel uitvoerbaar.
Doel: meer uniforme peen
Het doel is uniformere peen te rooien. Van Loon: “De zwaardere grond, waar het lutumgehalte hoger is, is korreliger. Sommige zaadjes kiemen niet en dus zaai ik hier meer. Het formaat peen heeft dus niet met concurrentie om voeding te maken maar meer met plantopkomst. Dat wisten we eerst ook niet.”
Het is volgens Van Loon niet mogelijk om via opbrengstmeting de resultaten van de proef te meten. Dit komt omdat opbrengst tijdens het rooien wordt gewogen en er bij peen teveel tarra meekomt. Wat wel mogelijk is, is het tellen van het aantal planten. Dit zal dan ook op diverse plaatsen gebeuren.
Andere precisietoepassingen
Voorop de machine zit een tankje met vloeibare fosfaat. Dit wordt toegediend in de zaairij. Dat is al een precisietoepassing. Hoewel variabel bemesten in de rij technisch mogelijk is, biedt dit geen perspectief en wordt het dus niet uitgevoerd. Volgens Van Loon zou het rendement hiervan nihil zijn.
Beregenen
Na het zaaien wordt beregend en twee dagen later nog eens. “Voorwaarde daarbij is wel dat het niet hard waait, anders waait het maar weg en krijg je korstvorming”, aldus de akkerbouwer.
Later in het seizoen gaat Van Loon wel over op variabel beregenen. “Hier staan drie vochtsensoren van Geo-bas (Agrometius) in het perceel. We meten zuigspanning en bodemtemperatuur op 10 en 30 cm. Mooie grafiekjes die ik in beeld krijg op mijn mobiel. Per gewas is wel bekend wat de zuigspanning maximaal mag zijn om nog goed bij het water te komen. Dan weet je wanneer je moet ingrijpen.”
Ook bovengrens
Volgens de akkerbouwer is er ook een bovengrens. “Vorig jaar hadden we in een perceel aardappelen lange tijd een zuigspanning van 0 mPa. Dat is ook niet goed. Dan vormt het gewas geen wortels en geen nakomelingen. Een beetje stress is nodig.”
Sneller starten
Van Loon liep vorig jaar als nieuwe deelnemer van het project NPPL nog geregeld tegen problemen aan. De uitspraak ‘Het is nog geen plug en play’, was wel op hem van toepassing. Nu heeft alles al eens gedraaid en kan hij sneller van start.
Een toekomstige toepassing is wellicht variabel stikstof en fosfaat (de basisgift) toedienen tijdens het zaaien. Maar dan wil hij eerst meer duidelijkheid zien te krijgen op welke delen van het perceel gewassen het best groeien.
Geen satelliet- of dronebeelden
Helemaal uitgaan van de bodemscan wil hij niet. Variabel bijbemesten op basis van andere data (satelliet- en/of dronebeelden) zal hij niet doen. Hij heeft geen geloof in de betrouwbaarheid van de beelden op dit moment en bovendien heeft hij er de kunstmeststrooier niet voor.