We moeten nu op afstand zaken doen. Dat heeft ook zo zijn voordelen. Maar als dat nou de toekomst is…
Op allerlei terreinen is de coronacrisis één groot experiment: medisch natuurlijk, maar ook sociologisch, politiek, economisch, technologisch én communicatietechnisch. Dat laatste ervaart iedereen die meedoet aan internetvergaderingen.
Nu heel de wereld, elk kantoor, elke school, elk bedrijf en elk instituut digitaal communiceert, valt pas echt op hoe krakkemikkig dat er vaak aan toe gaat. Als dat privé voor de aardigheid is, dan is het al vervelend als de verbinding kraakt, piept, bibbert en wegvalt. Maar als er zwaarwegende bedrijfsbelangen op het spel staan, dan snappen we nu toch allemaal wel dat dat beter moet.
Fysiek de wereld rond
De tuinbouw is in toenemende mate een internationale big business. Om in die wereld te scoren, was het tot op heden zaak om ook fysiek de wereld rond te reizen, vliegtuig in, vliegtuig uit, hotels, beurzen, restaurants, meetings, borrels, seminars. Dat blijkt, nu het moet, ook vanuit eigen land en sterker nog, zelfs vanuit eigen huis te kunnen.
Techniek beter, kwaliteit blijft achter
Dat we dat communiceren op afstand tot nog toe nog niet ten volle hadden omarmd, komt deels omdat het niet zo lekker werkt. Maar andersom heeft die tegenzin om digitaal te gaan er ook voor gezorgd dat onze techniek ook niet echt is verbeterd. Telfort maakte in 1999 al reclame dat dat allemaal wel wat beter kon. Nu, twintig jaar later is videoconferencing wel eenvoudiger geworden. Je hoeft alleen nog maar je laptop open te klappen, op de link voor Zoom of Teams of Webex te klikken en daar gaan we. Maar wat je dan ziet is nog net zo houterig en de kwaliteit van beeld en verbinding vaak nog net zo instabiel.
Pratende hoofdjes in rechthoekjes
Als de complotdenkers nou met hun vingers van de 5G-zendmasten afblijven en we allemaal nieuwere kabels en routers in huis halen is aan dat laatste misschien wat te doen. Maar dat houterige en blikkerige, de fantasieloze decors waar we voor zitten (of juist weer iets te lollige achtergrondjes die we downloaden), de moeizame dynamiek in hoe we bijeenkomsten en webinars interessant willen maken en houden, dát kun je aan techneuten en computers niet overlaten. Om aan pratende hoofdjes in rechthoekige kadertjes multimediaal meerwaarde toe te voegen, dat is nog steeds mensenwerk.
En als we dát eenmaal goed in de vingers krijgen, dan wíllen we ons huis ook helemaal niet meer uit.