De zetting is door minder zonlicht iets minder geweest en de paprika’s kleuren wat langzamer door.
“Het gewas staat er netjes bij en de plantbelasting is goed. Ook de kwaliteit van de paprika’s is goed. En we hopen dat dit door de hittegolf goed blijft”, zegt Arie Jongeleen in Dongen. “Op het kasdek ligt een diffuse coating, waarmee we het in de kas enkele graden lager proberen te houden. Bij extreme warmte luchten we ’s morgens vlotter om het koel te houden. Afhankelijk van de buitentemperatuur knijpen we in de avond op tijd het luchtraam. Alleen als het buiten vochtig is, mogen de luchtramen langer open blijven liggen.”
Als het schraler weer is, doet de paprikateler de ramen ’s avonds eerder dichter om vocht in de kas te krijgen. “De planten hoeven dan minder te verdampen en krijgen het makkelijker. De plant koelt met zijn verdamping de kas onder de buitentemperatuur.”
In een lijn opstoken
De temperatuur van de voornacht staat ingesteld op 16 graden Celsius. De dagtemperatuur is 21 graden. “De voornacht gaat om 19.15 uur in. En om 0.30 uur gaan we vanuit de voornacht in één lijn opstoken naar de dagtemperatuur, die bij zonsopgang ingaat. Vlak erboven staat de iets hogere luchtingstemperatuur.”
Met het watergeven wordt er 1,9 EC meegedruppeld. In de mat wordt 2,7 EC gemeten. Regelmatig plukt de paprikateler bladeren voor de plantsap-analyse. Hiermee past hij naar behoefte van de plant de bemestingselement aan voor een gezonder en vitaler gewas.
Geen rupsenstront
De ziekten en plagen zijn allemaal onder controle. “De insectendruk is heel laag. Ook de rupsen zijn na een bespuiting in week 24 onder controle, waardoor we voorkomen dat er rupsenstront op de vruchten komt of dat ze aan de kroon gaan vreten.”
Nog iedere week worden sluipwespen Aphidius colemani uitgezet tegen bladluizen.
Auteur: Harry Stijger