‘Rabarberstengels perfect op kleur’

“De top van de oogst in onze tweede ronde vervroegde rabarber hebben we wel achter de rug”, stelt Niek Gielens van Niek Gielens Rabarber in het Limburgse Venray-Heide op 20 februari vast.

“De productie van deze ronde zit weer op het gemiddelde.” Dit in tegenstelling tot de eerste ronde, die maar 60 tot 70% haalde. “Het zijn planten van hetzelfde perceel, alleen deze hebben we niet hoeven klepelen, waardoor ze meer kans gehad hebben om de reservestoffen uit de stengels weer in de wortels op te slaan. De kwaliteit is prima, de stengels zijn mooi rood. “We kregen zelfs een berichtje van onze afnemer dat ze perfect waren. Zo’n berichtje krijg je niet vaak.”

Luchtvochtigheid soms hoog

Ondanks de relatief hoge buitentemperaturen is het klimaat in de oude kippenstal goed in de hand te houden. “Qua temperatuur is er geen probleem, de luchtvochtigheid is soms wel vrij hoog. Dan ontstaat her en der toch wat smet. Ik lucht dan wat meer en zet de kachel tijdelijk wat hoger om de boel weer droog te stoken. Dat lukt redelijk goed.”

De eerste oogst viel op carnavalszondag. “Dat was niet ideaal, want ik ben adjudant van de prins”

Natuurlijke koude

De derde ronde werd eind januari ingezet en de eerste oogst viel op carnavalszondag. “Dat was niet ideaal, want ik ben adjudant van de prins, maar dit kwam zondagmorgen wel goed.” De koude-eenheden sprokkelden de planten moeizaam bijeen. “Uiteindelijk hebben deze planten wel voldoende natuurlijke koude gehad.”

Oogst op schema

De oogst van de tweede en derde ronde lopen mooi in elkaar over. Bij het einde van de oogst van de derde ronde zal zo’n beetje eind maart zijn. “Zo hebben we het ook gepland, want dan komt de eerste vervroegde rabarber uit de tunnels alweer op de markt.”

Stekken maken

Stekken maken en een nieuw veld aanleggen zijn andere bezigheden op dit moment. “In principe zijn die bedoeld om volgend jaar buiten te oogsten. Een deel zouden we kunnen gebruiken om te vervroegen eind 2021/begin 2022. Maar eerst maar eens zien hoe ze zich ontwikkelen in het komende jaar.”

Auteur Stan Verstegen