Lars van den Broek heeft in de VS zowat alles gevonden waarnaar hij op zoek was: vrijheid, ruimte en uitdaging. Als stagiair ging hij er kijken, nu heeft hij 13 hectare aardbeien onder zijn hoede. Een echte kennisbrenger, die er overigens ook wat wist halen.
De stem van Lars van den Broek klinkt spatzuiver, alsof hij 2 meter verderop zit. In werkelijkheid is de afstand ruim 6.000 kilometer, overbrugd met een mobiel whatsApp-lijntje. Van den Broek zit aan de oostkant van de Verenigde Staten, het is er 7 uur in de ochtend.
Vanuit uit zijn woonplaats Sylvan Beach in de staat New York is hij is in zijn Toyota pick-up net vertrokken naar Wapakoneta in de staat Ohio. Wapakoneta ligt 800 kilometer oostelijker, maanwandelaar Neil Amstrong is er geboren én Janessa, zijn half Amerikaans-half Dominicaanse vriendin. “Het mooiste van twee werelden. Ik maak dit ritje een paar keer per jaar, maar ik zie mijn vriendin maandelijks.”
Ik ben er echt blij mee dat ik hier in Amerika zit, met de verantwoordelijkheid die ik nu heb. Daarvoor zou ik in Nederland misschien nog jaren moeten wachten
Teeltbegeleider op glasaardbeibedrijf van 13 hectare
Hij kwam begin dit jaar tijdelijk in Wapakoneta terecht, direct nadat zijn werkvergunning rond was. Afgelopen augustus verkaste hij naar zijn huidige woonplaats Sylvan Beach om daar aan de slag te gaan als teeltbegeleider op een glasaardbeibedrijf van 13 hectare van het teelt- en handelsbedrijf Mastronardi. Daarnaast neemt hij voor het Canadese moederbedrijf de aanbesteding van de aardbeienplanten voor de in totaal drie teeltlocaties (in New York, Michigan en Ohio) voor zijn rekening. “Ik ben er echt blij mee dat ik hier in Amerika zit, met de verantwoordelijkheid die ik nu heb. Daarvoor zou ik in Nederland misschien nog jaren moeten wachten.”
Begin Amerika-avontuur
Het Amerika-avontuur begon enkele jaren geleden met een vraag aan de teeltvoorlichter op het ouderlijk bedrijf in Sprundel (N.-Br.). Of hij misschien een goede plek wist voor een twintig-wekenstage voor een HAS-student in de afrondingsfase van zijn studie. Die voorlichter was Rien van den Bighelaar, hij deed indertijd ook advieswerk voor Mastronardi in de VS.
Glasbedrijf in Michigan
Het kostte enkele mailtjes om de vraag van Lars van den Broek om te zetten naar een concrete toezegging: Van den Broek kon naar de VS om op een glasbedrijf met 1 hectare aardbei en 20 hectare tomaat teeltonderzoek te doen. Dat was in Coldwater in de staat Michigan, op dat moment de enige kas van Mastronardi met aardbeien.
‘Bijzaak werd mijn hoofdzaak’
Het viel zijn Amerikaanse medewerkers al snel op dat de ‘man from Holland’ meer dan gemiddeld handig was met de Priva-klimaatcomputer en dat hij wist hoe je aardbeien moest telen. Of hij de teelt mee wilde begeleiden? “Ja, dus. Ik ben een halfjaar gebleven, aardbeien was er bijzaak, voor mij werd het hoofdzaak.”
We hebben bijna allemaal een tuindersachtergrond en passie voor het vak. Wie wil, krijgt hier de kans er iets van te maken
Amerikaanse aanpak is anders
De kennisachtergrond van Van den Broek leek perfect, want net als op het bedrijf thuis richt Mastronardi zich op aardbeien doortelen. Wel met wat verschillen: gangbaar in West-Europa zijn junidragende rassen die in de winter in rust worden gebracht als er weinig lichtinstraling is. De Amerikaanse aanpak is anders: met doordragers die in de winter in het licht gezet worden om voldoende daglengte te creëren. Dat gebeurt met Son-T-lampen in 1.000 watt-armaturen. “De warmte die daarvan afkomt is welkom, want het kan tot wel 25 graden vriezen. Branden de lampen, dan hoef je vaak bijna niet bij te stoken.”
Zijn stagebaas ter plekke was Antoine Janssen, ook een Nederlander. “Hij bracht zijn kennis en ervaring in met de belichte teelt van tomaat, ik wist wat van aardbeien. Dat vulde elkaar mooi aan.”
Aardbeienteelt op sleeptouw
De volgende stap diende zich aan. Op het Canadese hoofdkantoor van Mastronardi kreeg Van den Broek, toen nog student, de vraag of hij de aardbeienteelt op sleeptouw wilde nemen. Het bedrijf had plannen de productie in de VS uit te breiden en er lag een handelssamenwerking in het verschiet met het van oorsprong Britse zachtfruitbedrijf Berry World (met het Europese hoofdkantoor in Made (N.-Br.)).
Wonen en werken in Amerika
Een uitgelezen aanbod, maar Van den Broek moest nog wel even afstuderen, en er lag het nodige aanvraagwerk om in Amerika te mogen wonen en werken. Zijn werkgever ging ondertussen door, met de aankoop en aanpassing van een voormalige tomatenkas voor 3,5 hectare aardbeien in Wapakoneta in Ohio. “De eerste planten gingen er in september 2018 op de goten, mijn werkvisum kreeg ik afgelopen januari pas. In die tussenliggende periode vloog ik elke maand voor een week naar Ohio om de teelt te begeleiden.” Hij vervolgt: “En kwam ik mijn vriendin tegen.”
Zowel de aardbeien als de komkommers zijn voor de lokale markt. “Lokaal is overal waar je in 10 uur met de auto kunt komen
Hagelnieuw en hypermodern
Mastronardi startte afgelopen zomer een derde aardbeienlocatie in Oneida, in de buurt van Van den Broeks huidige woonplaats Sylvan Beach. De 13 hectare grote (Nederlandse) kas is hagelnieuw, met 7,5 meter poothoogte, een hogedruk-vernevelsysteem en ook weer met Son-T lampen. “Hypermodern, zonder tierelantijnen, maar met een goede klimaatsturing en arbeidsregistratie. Ook van Priva. Niet op mijn verzoek, maar ik ben er blij mee. Ik ben hier van 120 mannen en vrouwen zowat de enige met ervaring in aardbeien. Dat betekent veel uitleggen, over afranken, takken doorhalen, oogsten en alles wat ertussen zit.”
Aardbeien en komkommers voor lokale markt
De doordragerpluk start in oktober, vier weken nadat de trayplanten op de goten zijn gegaan. De laatste pluk is eind april. “Daarna ga je vanwege oplopende nachttemperaturen te veel kleintjes plukken.” Nog een reden om in april te stoppen is dat er ruimte gemaakt moet worden voor een komkommerteelt, die duurt tot begin september. Daarvoor worden de teeltgoten met twee stuks aan elkaar gekoppeld en 30 centimeter lager gehangen. Zowel de aardbeien als de komkommers zijn voor de lokale markt. “Lokaal is overal waar je in 10 uur met de auto kunt komen.”
Meer dan de helft Nederlanders
“Over vijf jaar, waar ik dan zit? Ik zou het niet weten, ik kan hoogstens een jaar vooruit kijken. Ik wist ook pas drie maanden voor mijn stage dat ik naar Amerika kon. Wat ik wel weet, is dat je hier veel ontplooiingskansen hebt. We hebben in Canada en in de VS acht teeltbedrijven met tien, twaalf bedrijfsleiders. Meer dan de helft daarvan zijn Nederlanders, ook mijn huidige chef Gert van Straelen. We hebben bijna allemaal een tuindersachtergrond en passie voor het vak. Wie wil, krijgt hier de kans er iets van te maken.”