In korte tijd heeft varkenshouder en fruitteler Mark van den Oever grote bekendheid gekregen als voorman van boerenactiegroep Farmers Defence Force. Daarbij zoekt hij bewust af en toe het randje op. “Wie verandering wil, moet druk zetten”, vindt hij.
De laatste tijd is Mark van den Oever naar eigen zeggen ‘te weinig aan het werk’ op het bedrijf. Meerdere dagen per week is hij in touw voor Farmers Defence Force (FDF). De afgelopen weken draaiden voor hem om acties organiseren in Den Haag en recent in zijn thuisprovincie Brabant. Vergaderingen vinden vaak ’s avonds en op ruim een uur rijden vanaf zijn gemengde bedrijf in Sint Hubert plaats.
Media-aandacht
Als voorman van de actiegroep FDF heeft hij verschillende journalisten, fotografen en cameraploegen op het erf gehad. Als voorzitter en initiatiefnemer van de actiegroep ontkomt hij niet aan dit soort interviews en belafspraken. Net als de foto’s die bij een interview horen. “Eerst vond ik het ongemakkelijk, maar nu laat ik het gewoon over me heen komen”, zegt hij als de fotograaf hem positioneert. Armen over elkaar, voor de trekker die hij voor de gelegenheid maar weer uit de schuur heeft gehaald. “Die Claas van mij is inmiddels bekend, op elk filmpje moet ik ’m even starten.” Voor de foto trekt Van den Oever graag zijn FDF-jas aan. Het logo met gekruiste hooivorken op de borst en mouwen, all 4 one staat eronder.
Lees verder onder de foto.
Voedselvoorziening platleggen
Zijn vader zegt, voordat hij naar de boomgaard vertrekt, grappend dat hij inmiddels een ‘Beruchte Boer’ is geworden. Met een kop thee in de hand hangt Mark van den Oever op een oude keukenstoel in de bijkeuken van de bedrijfswoning. “Ik hoef niet zo nodig in de belangstelling te staan. Bovendien zijn er mensen die het allemaal beter kunnen verwoorden dan ik”, vertelt hij met Brabantse tongval.
Tijdens de vergadering van de Provinciale Staten in Brabant viel Van den Oever op, anders dan de belangenbehartigers die spraken over zoeken naar oplossingen en overleggen met de politiek. Heel Brabant hoort Van den Oever stellen dat de boeren harder actie gaan voeren als de Provinciale Staten de bovenwettelijke eisen niet van tafel vegen. Een paar weken eerder liet hij op het Malieveld weten ‘de voedselvoorziening desnoods plat te leggen’ als politiek en beleidsmakers niet aan de eisen tegemoetkomen. Dat standpunt staat nog steeds, wat hem betreft.
Niet iedereen is blij met de toon die je aanhaalt. In het Brabants Dagblad stond een stevige column, waarin actievoerende boeren en jij persoonlijk, werden vergeleken met struikrovers.
“Ja, die ja, ach, dat maakt mij de pis niet lauw. Net als het onderzoek dat het OM deed naar een vraag in onze besloten Facebookgroep. Het was een vraag aan de leden of we actie moesten ondernemen tegen de Statenleden van het CDA, omdat ze ons in de steek lieten. Uit het onderzoek is niks gekomen en dat verbaast me ook niet. Kwalijker vind ik dat de Commissaris van de Koning ons vergelijkt met nazi’s in een tweet. Daar hadden we met FDF ook aangifte van kunnen doen, maar zo flauw zijn we niet.”
Wollige taal hebben boeren al 20 jaar gehoord
Van den Oever: “Ja, ik gebruik harde woorden, maar zo is in ieder geval duidelijk wat we willen. We verkopen geen mooie praatjes. Beleidsmakers zijn de afgelopen jaren over grenzen gegaan. Ze praten mooie woorden, maar beseffen niet wat de harde consequenties zijn voor bedrijven en gezinnen van het beleid dat ze achter hun bureau maken. En ze krijgen er geen cent minder om. Boeren wel, die gaan eraan kapot, zowel financieel als persoonlijk. Ik ken de verhalen. Maar een ambtenaar doet het af als bedrijfsrisico. De overheid verwoest het levenswerk van mensen en moet daarvoor ruimhartig compenseren, vind ik.
Dat hebben we ook wel duidelijk gemaakt de afgelopen weken. Zo’n toon is nodig, we laten niet meer over ons heen lopen. Wollige taal hebben de boeren al 20 jaar gehoord.”
Ben je alweer bezig met nieuwe actieplannen?
“Er moet wel aanleiding zijn om demonstreren. Voorlopig richten we ons op de regio’s, om te zorgen dat de provincies geen bovenwettelijke eisen gaan stellen. Dat doen ze in Brabant natuurlijk wel. Ik vind het de reinste concurrentievervalsing, dat kan echt niet.”
Niet iedereen vindt nog meer acties een goed idee, ze vrezen dat de duimpjes langs de stoet trekkers snel minder zullen worden als trekkers vaker wegen gaan blokkeren. Hoe belangrijk is de sympathie van burgers daarin?
“De publieke opinie is ook niet alles. We voeren actie, dan ga je geen ‘alsjeblieft’ zeggen. Actievoeren is ook een beetje de randjes opzoeken.”
Gaan jullie die randen ook wel eens over?
“Ik denk van niet… Boeren zijn zelfbewust, die laten het niet uit de hand lopen. Bovendien roepen we niet zomaar wat. Dat we bij het RIVM stonden, was omdat we gedegen bezwaren hebben tegen het instituut. We willen verandering, dan moet je druk zetten en die druk ook erop houden.”
Lees verder onder de foto.
Farmers Defence Force is begonnen als Facebookgroep na de stalbezetting in Boxtel, staan die inmiddels 48.000 leden ook helemaal achter jouw lijn?
“Het zijn in ieder geval boer-minded mensen. Mensen die de boer steunen en het terecht vinden dat we actie voeren. Ik plaats regelmatig een poll, dan vraag ik mensen of ze een bepaalde actie een goed idee vinden. Dat gaat ook alleen maar door als de grote meerderheid het ermee eens is. Als maar 60% van de mensen het een goed idee vindt, betekent het dat 40% van de mensen het niet vindt. Dan moet je het ook niet doen. Je moet niet gaan actievoeren om het actievoeren.”
Hoe heb je het organiseren van de acties ervaren?
“Dat ging verbazingwekkend goed. De opkomst was verbluffend. De tweede keer nog meer trekkers dan op 1 oktober. En het verliep allemaal prima. Na de eerste actiedag in Den Haag is het huidige bestuur van FDF gevormd. Ze boden hun hulp spontaan aan of wierpen zich in hun regio op als beheerder. Mensen uit alle hoeken van het land en uit verschillende sectoren. Zo heb je een enorm netwerk en kennis over de praktijk. Dat is heel waardevol. In de regio is het belangrijk dat je hetzelfde dialect spreekt en weet wat er speelt.”
Goed dat LTO er nu bij is
Wat is de rol van het landbouwcollectief hierin?
“Nu is de tijd om als boeren schouder aan schouder te staan. Wij hebben LTO niet nodig om actie te voeren, dat hebben we laten zien. Bij de eerste vergadering is LTO halverwege weggelopen, maar het is goed dat ze er nu toch bij zijn. En het kan ook, want inhoudelijk zijn we het eens. Alleen over de manier van communiceren verschillen de meningen nog wel eens. FDF blijft op dezelfde manier actievoeren, daarvoor zijn we opgericht.”
Je bent strijdvaardig, dat heb je laten zien de afgelopen weken. Waar komt dat vandaan?
“Ik denk dat alle boeren dat zijn. Het vergt best wat lef om nu nog boer te zijn. Maar ik kan gewoon niet tegen onrecht. Wat er gebeurt met ondernemers in de nertsenhouderij, die met een fooi worden weggestuurd, mensen in Groningen die hun huizen kapot zien gaan en er niks voor terug krijgen. Jaren moeten wachten voordat er überhaupt iets gebeurt. Dat vind ik onacceptabel. Het gaat mij dan ook niet om mezelf, ik zit relatief goed met mijn gemengde bedrijf.”
Het kabinet mag wel vallen, slechter kan het niet worden
Verwacht je dat er in de politiek iets gaat veranderen?
“We hebben met minister Carola Schouten gesproken, ze kwam als persoon sympathiek over. Ik hoop nu dat ze ook iets gaat doen met onze inbreng. Dat is afwachten. Ik hoop dat het CDA de rug recht houdt, als boerenpartij. Ook hier in Brabant. Wat mij betreft mag het kabinet wel vallen. Slechter kan het niet worden. Dan staat Nederland stil, maar de koeien worden gemolken en de varkens gevoerd. Er is dan in de sector dan even geen groei mogelijk, maar de boeren gaan wel door. Sowieso denk ik dat de agrarische sector niet meer kan winnen, het is vechten tegen de bierkaai. We kunnen er wel voor zorgen dat we zo min mogelijk verliezen. Dat rechten van stoppende bedrijven beschikbaar blijven, bijvoorbeeld. We willen vanaf nu geen vee meer inleveren. Anders breekt de pleuris uit, dat beloof ik je.”
Wat zijn dan de gevolgen?
“Dat zou jij wel willen weten hè… (lacht) Nee, daar kan ik niks over zeggen, maar het gaat economisch pijn doen, reken daar maar op.”
Niet bang voor toekomst eigen bedrijf
Ondernemer Mark van den Oever heeft een gemengd bedrijf in Sint Hubert. Samen met zijn vader runt hij het bedrijf. Ze telen 36 hectare fruit, 40 hectare kerstbomen en nog 6 hectare suikerbieten. In de stal staan 1.000 vleesvarkens voor het Beter Leven-concept met 1 ster. Op het dak van de loodsen liggen zonnepanelen. Het erf oogt wat rommelig, met stapels pallets, kuubskisten en plastic bakken voor de boomkluiten langs de gebouwen. “De afwisseling vind ik het mooist. Ik zou niet de hele dag alleen maar tussen de varkens willen werken of bomen willen snoeien. En de verschillende markten met hun pieken en dalen kunnen zorgen voor een wat stabieler inkomen”, aldus Van Den Oever.