Bayer wil verduurzamen. Het bedrijf ziet dat de tijd van zoveel mogelijk middelen verkopen voorbij is. De focus verschuift naar een totaaloplossing.
Chemiereus Bayer worstelt met verduurzaming. Het bedrijf stelt concrete duurzaamheidsdoelen op en zegt dat de tijd van zo veel mogelijk chemische middelen verkopen voorbij is. Volgens het chemiebedrijf kunnen klimaatverandering en teruggang van biodiversiteit niet langer genegeerd worden. Tegelijkertijd zegt Bayer zich verantwoordelijk te voelen voor het verhogen van gewasopbrengsten om een groeiende wereldpopulatie te voeden. “We moeten iedereen kunnen voeden, zonder de aarde uit te hongeren”, zo klonk het onlangs tijdens Bayers jaarlijkse Future of Farming Dialogue evenement.
Alternatieven voor bestrijding onkruid
Minder middelen verkopen, maar tegelijkertijd het bedrijf winstgevend houden en boeren helpen met het verhogen van hun opbrengsten. Dan rijst de vraag: wat gaat Bayer dan doen? Het bedrijf wil boeren meer opties bieden om beter te boeren. De opties moeten gezocht worden in resistente zaden, nieuwe plantvariëteiten, biologische middelen en digitale oplossingen. Het bedrijf trekt een bedrag van € 5 miljard uit om de komende jaren onderzoek te doen naar alternatieven voor de bestrijding van onkruid. In totaal geeft Bayer de komende tien jaar € 25 miljard uit aan onderzoek binnen haar Crop Science divisie. Het bedrijf benadrukt dat dit niet betekent dat er alternatieven worden gezocht voor glyfosaat, het product dat wereldwijd ter discussie staat, of dat chemische middelen niet meer nodig zijn. “Glyfosaat is onderdeel van de oplossing”, aldus Bayer.
“The number one challenge the world is facing is feeding the planet in a sustainable manner.” -Liam Condon, President of Bayer Crop Science at #YouthAgSummit. ”Find your purpose & focus on what gives you energy – that’s how you can help make the world a better place.” pic.twitter.com/jgt0Sa2UXK
— Bayer Crop Science (@Bayer4Crops) November 4, 2019
Biologische middelen
De overstap naar biologische middelen is volgens de chemiereus niet de uitkomst. “We moeten het over biologische middelen hebben, maar het is geen discussie over óf biologische middelen óf chemische middelen. Biologisch betekent niet automatisch beter en chemisch betekent niet automatisch slechter. We moeten kijken naar de eigenschappen, naar de specificaties van ieder middel”, aldus Klaus Kunz, hoofd duurzaamheid en bedrijfsrentmeesterschap bij Bayer, in gesprek met Boerderij. Hij zette zijn argument kracht bij door te verwijzen naar de natuur waarin de meest giftige stoffen ter wereld voorkomen. Volgens hem betekent het maken van een middel in een laboratorium niet dat het per definitie slechter of gevaarlijker is.
Doelen op gebied van duurzaamheid
Tijdens het evenement presenteerde Bayer de eerste concrete doelen op het gebied van duurzaamheid. Eind van dit jaar moet de volledige strategie staan. Het chemiebedrijf wil de milieu-impact van gewasbescherming voor 2030 met 30% terugbrengen. Daarnaast wil het de uitstoot van broeikasgassen van de meest uitstotende teeltsystemen verminderen met 30%. “De wetenschap is duidelijk: er is een verlies aan biodiversiteit, klimaatverandering en een groeiende wereldbevolking. We moeten de ongemakkelijke waarheid omarmen en niet in onze eigen bubbel blijven”, aldus Matthias Berninger, hoofd publieke relaties en duurzaamheid. Hij is door Bayer aangesteld om een nieuwe duurzaamheidsstrategie te ontwikkelen. Volgens Berninger, voormalig Duits politicus voor de Groenen, kan Bayer een belangrijke rol spelen in verduurzaming. “Dat hoeft niets af te doen aan de winstgevendheid van Bayer. Het realiseren van winst en betrokkenheid bij maatschappij en milieu gaan prima samen”, aldus Berninger.
Korte maisplanten
Nieuwe producten en nieuwe verdienmodellen moeten daarvoor zorgen. Als voorbeeld van de voortgang hiervan werd de ontwikkeling van een korte maisplant genoemd. “Bayer werkt aan maisplanten die korter zijn dan andere maisrassen. Die zijn sterker en knakken minder snel om, maar hebben wel dezelfde opbrengst als lange planten”, aldus topman van de Crop Science divisie Liam Condon. Volgens Bayer kan er door de korte planten veel langer in het groeiseizoen gespoten worden met trekkers, in plaats van met vliegtuigen zoals buiten Europa gebeurt wanneer er niet meer op het land gereden kan worden. “Op die manier is voor langere tijd in de groei preciezere toepassing van middelen mogelijk.” Het gewas wordt op zowel de traditionele als biotech manier veredeld. Hierdoor is introductie in Europa op termijn ook mogelijk, aldus Bayer. Een Amerikaanse boer die aanwezig was op het evenement merkte op dat hij van een concurrent al langer een korter maisras teelt. Het bracht hem goede opbrengsten, maar de stengel en wortels braken niet meer goed af in de bodem, waardoor hij van no-till (geen diepe grondbewerking) naar till (grondbewerking) over moest stappen. Bayer reageerde met de opmerking dat het bedrijf een voorstander is van no-till, dus dat dat mogelijk moet blijven met de nieuwe maisplant, ‘anders brengen we het niet op de markt’.
Prijs op basis van data
Dat de tijd van zo veel mogelijk middelen verkopen voorbij is, blijkt uit de ontwikkeling van een model waarbij data de prijs van middelen bepalen. Dit betekent dat Bayer op basis van data een voorspelling doet van de opbrengst en daarop de prijs voor de middelen baseert. Als de opbrengst beter uitvalt, moet de boer een hogere prijs betalen. Als de opbrengst lager is, krijgt de boer geld terug. Het model wordt op dit moment getest in de Verenigde Staten en “ziet er veelbelovend uit. We kunnen een stuk risico voor de boer wegnemen. We verwachten dat de gehele industrie deze richting op gaat bewegen”, aldus Condon.
‘We moeten dat wat we hebben aan middelen blijven verdedigen’ Frank Terhorst van Bayer ziet dat glyfosaat de discussie over chemische middelen heeft aangewakkerd. Volgens hem is de overname van Monsanto juist een belangrijke stap geweest om boeren een volledig pakket voor betere opbrengsten aan te kunnen bieden. Hoe anticipeert Bayer op de toenemende maatschappelijke discussie over chemische gewasbeschermingsmiddelen?“Er is altijd al veel discussie geweest. Glyfosaat heeft er echter voor gezorgd dat er nu extra aandacht is voor chemische middelen. We blijven innovatieve en aantoonbaar veilige producten op de markt brengen. We moeten ook hetgeen wat we hebben aan middelen blijven verdedigen. Het aantal geregistreerde producten is in de afgelopen jaren alleen maar afgenomen. Zo’n 200 actieve ingrediënten die gebruikt mogen worden in Europese middelen is niet veel. Voldoende beschikbaarheid van middelen is vooral belangrijk in Nederland, waar veel verschillende gewassen worden geteeld.” U heeft het over ‘veiligere producten’. In de ogen van een groot deel van de maatschappij zijn chemische middelen überhaupt niet veilig of duurzaam. Hoe communiceert Bayer dit?“Het gaat om geloofwaardigheid in het publieke debat. Er is maar een kleine minderheid die kennis heeft van moderne landbouw. Boeren moeten daarom in gesprek met consumenten. Zij kunnen uitleggen hoe ze werken en waarom.” Hoe anticipeert Bayer op het feit dat de gereedschapskist van boeren steeds leger wordt met middelen die ze kunnen gebruiken?“We zoeken naar alternatieven om gewassen te blijven beschermen. De overname van Monsanto was hiervoor een belangrijke stap. Op die manier kunnen we boeren het hele pakket, van zaden en gewasbeschermingsmiddelen tot digitale toepassingen, aanbieden. Chemische middelen blijven belangrijk in de toekomst, maar er is meer. Zo zijn er zaden die resistent zijn tegen bepaalde ziekten en er zijn biologische producten, zoals Bayers fungicide Serenade, die chemische producten volledig kunnen vervangen.” Wat kunnen boeren in Nederland de komende jaren van Bayer verwachten?“Innovatie in alle gebieden waarin we actief zijn. Ons zadenportfolio blijven we verbeteren en aanpassen. In de gewasbescherming verwachten we dat het product Iblon, een fungicide voor graangewassen en ook zeer relevant voor Nederland, over een aantal jaar geregistreerd wordt in de EU. Ook willen we ons digitale platform FieldView de komende twee jaar verder uitrollen, ook naar de EU. Deze digitale tool helpt boeren keuzes te maken, op basis van data.” |